vrijdag in week 2 door het jaar

Jezus ging de berg op en riep al degenen bij zich op wie Hij zijn keuze had laten vallen, en ze kwamen naar Hem toe.

Het evangelie van vandaag gaat over roeping en zending. Maar wat opvalt is dat Jezus vóór Hij de leerlingen zendt hen eerst bij zich roept.

Het gaat hier om een drievoudig jawoord.

Net zoals bij de leerlingen roept Hij ieder van ons bij zich. Hij vraagt ons een stap te zetten, in beweging te komen, een keuze te maken. Hij vraagt van ons een beslissing; een besluitname voor Hem. Hij doet beroep op onze vrijheid. Deze door God aan ons gegeven vrijheid is van fundamenteel belang. Moesten we niet vrij zijn, we zouden niet kunnen kiezen, we zouden niet kunnen liefhebben. We zouden popjes zijn aan touwtjes. Nee, we zijn vrij, en juist in die vrijheid kunnen we kiezen, kunnen we onze liefde tonen, en kunnen we dus beslissen voor de Heer. Ingaan op deze 'roep', dus nog vóór de zending, is ons eerste jawoord.

Eenmaal bij Hem zal Hij ons uitnodigen in Hem onze woonst te maken. Hij zal zichzelf openen voor ons, om ons in zich op te nemen door deelgenoot te worden van zijn liefde voor God en medemens. Ook dit vraagt een keuze van ons. Je kan namelijk in een zekere oppervlakte naar de Heer gaan zonder 'in Hem' te treden. Zoals je een kerk kan bezoeken zonder werkelijk te bidden, zo kan je je naar de Heer wenden zonder Hem werkelijk te ontmoeten. Hij vraagt of we onze intrede nemen in Hem.
Dit toevertrouwen aan de Heer is ons tweede jawoord.

Vanuit dit jawoord zal Hij ons zenden. Vanuit onze innige gehechtheid aan Hem, zal Hij ons het leven insturen. We gaan eerst in de Heer, om daarna weer uit te gaan. Bij ons uitgaan verlaten we de Heer echter niet, en Hij ook niet ons, integendeel. Onze verankering in Hem blijft, maar er komt een zending bij, een stuwing zeg maar. We worden de wereld in gezonden, heel concreet: in onze levenssituatie, binnen de kring van onze huisgenoten, op de werkvloer, naar onze engagementen, vanuit ons ziekbed,... Ook hier worden we uitgenodigd ja te zeggen. Want je kan je wel verankerd weten in de Heer, maar 'nee' zeggen tegen de zending. Denken we aan de twee leerlingen die op de berg Tabor tenten wilden neerzetten om in hun glorieuze ervaring te blijven. Nee, de Heer zond hen terug de berg af, het leven in. Dáár zal het moeten gebeuren. Zo kan je een eucharistieviering bijwonen, ten diepste 'genieten' van de Heer die tot je komt doorheen Woord, Brood en gemeenschappelijk gebed. En daarna naar huis gaan alsof er niets gebeurd is. Nee, wezenlijk bij een eucharistieviering hoort (tegen het einde) de zending. Het concrete dagelijkse leven is het 'werkterrein' waar het rijk Gods gestalte zal moeten krijgen.
Zending dus vanuit verbondenheid. Hierop ja zeggen is ons derde jawoord.

Tot dit drievoudig ‘ja’ zijn wij allen geroepen. Namelijk om een leven te leiden vanuit Jezus' inwoning in ons, zodat wij, innig verbonden met Hem, Gods liefdeslied kunnen zingen naar allen die Hij op ons levenspad brengt en hen waarvoor wij bidden.

Laat ons ‘ja’ zeggen; drievoudig. In eenvoud, oprecht, dankbaar en blij. Opdat Pasen zichtbaar zou zijn op al die plekken waar wij, en álle christenen, komen en leven.

Laten wij bidden ...

Vader,
moge uw Geest ons hart wenden naar de Heer, moge zijn gloed ons doen schenken aan Christus' aanwezigheid. En mogen wij, opgenomen door en in Christus, onze zending beminnen, én volbrengen.
Om deze genade bidden wij, in zijn naam.
Amen.

Een gezegende liefdevolle vrijdag,
kris

Reacties

  1. over de eucharistieviering zei een karmelitaanss priester eens tegen mij: je moet die zien als een training. de wedstrijd, dat is het werkelijke leven.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Mooi dan u dat je dit deelt.

      Verwijderen
    2. Volledig akkoord ,Stefan, het werkelijk leven is niet zo evident.
      Dank U om dit mede te delen.

      Verwijderen
  2. Voor mij is de Eucharistie, een liefdesontmoeting met God onze Heer Jezus, de Vader en de Heilige Geest,een vervuld worden met Hun Liefde,
    waardoor ik, eenmaal terug buiten de Kerk,
    niets anders kan, dan Hun Liefde in mij laten Zijn, zegenend en lachend contact hebben met ieder die ik ontmoet, een kind, een vreemde, elke blik van een medemens, met het intense verlangen hen in die Liefde te laten delen door hen te zegenen,
    het is, op weg naar huis, van op mijn fiets, de gouden rand zien van de zon boven de regenwolken,
    even aanbellen bij mijn buurvrouw om ook haar in die Liefde te laten delen, en de rest van de dag dankbaar door te brengen om zoveel genade…

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten