vrijdag in de paasweek

De leerling van wie Jezus hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer!’

Wij hebben wel eens de neiging om de Heer te gaan zoeken in het buiten-gewone, alsof Hij zich enkel of vooral zou openbaren buiten het alledaagse leven.
Het evangelie van vandaag toont aan dat Jezus zijn aanwezigheid openbaart in het alledaagse, in onze dagelijkse bezigheden, in de gewone dingen van elke dag, in de dingen waarmee we bezig zijn.
We hoeven Hem echt niet ver te zoeken. Hij is gewoon daar waar wij zijn.

Wie de levenskunst verstaat God aanwezig te weten in de kleine dingen van elke dag, zal deze kleine dingen als grote dingen ervaren, omdat hij ze zal beleven als gekregen van Hem, met de liefdevolle uitnodiging Hem in al die dingen en mensen te eren, en wel in de liefde van Christus.

Onze dagelijkse maaltijden, onze omgang met echtgenoot of kinderen, onze arbeid thuis of elders, onze zorg voor de medemens, ons gemeenschappelijk en persoonlijk gebed, de pracht van de natuur, onze vriendschap met zoveel mensen, enz... in dit alles openbaart God zich en appelleert Hij lief te hebben.

Ja hoor, Hij is er. Op elk moment, en op elke plaatst waar je vandaag zult zijn.

Zie en bemin. En je hart zal zingen van vreugde.

kris

Reacties

  1. Mij trof bij het bidden van het morgengebed in mijn getijdenboek dit zinnetje: 'Toen het al morgen werd, stond Jezus aan de oever van het meer'. Dat ontroerde mij, want ineens voelde ik de Heer zo dichtbij, Hij staat ook deze dag weer aan onze kant. Nooit zijn we alleen. Wat een weelde!
    En nu mijn woordje:

    Het is niet altijd eenvoudig om in Jezus te geloven en ook niet om van Hem te getuigen. Petrus ziet het niet meer zitten. Een beetje zoals de Emmaüsgangers over wie wij woensdag hoorden. Jezus was dood. Het mooie avontuur was uit. Ja, wel enkele verschijningen, maar niets is nog hetzelfde. ‘Wij hadden gehoopt’, zeiden de Emmaüsgangers. Petrus en zijn gezellen dachten het wellicht ook zo. Maar je kunt toch je dagen niet zo laten voorbijgaan. Petrus gaat weer vissen. Precies zoals hij deed voordat Jezus hem van zijn netten wegriep. Maar het gaat niet meer. Ze vangen niets. Wie een dierbare verloren heeft, kan ervan meespreken. Het gaat in die eerste weken en maanden niet meer. Ook iemand die Jezus achter zich gelaten heeft, zijn roeping vaarwelzei, ook voor zo iemand gaat het niet meer. Met Jezus, met een geliefde was alles zo anders. Toch is dit buiten God en buiten Jezus gerekend. Ja, daar is Hij weer, een onbekende op het strand. Jezus ziet toe vanaf de oever van de eeuwigheid. Hij ziet ons zwoegen, ons ploeteren, Hij ziet ons verdriet. En Hij begint, daar waar wij eindigen: ‘Vrienden, hebben jullie wat vis?’ Maar daar zit juist het probleem: de vissen bijten niet. ‘Probeer het eens aan de andere kant van de boot’, zegt Jezus. En hoe wonder, nu wel, nu bijten ze wel, de vissen. Hoe is dat mogelijk? Johannes, de leerling van wie Jezus veel hield, heeft het door: ‘Het is de Heer’. En Petrus durft dan ook weer wat hij vroeger deed: in het water springen, op de barricades gaan staan. Honderddrieënvijftig stuks vis, zoveel als er volkeren waren, volgens de opvatting van die tijd. Ja, het is zoals zo vaak in de evangeliën: een verhaal met een dubbele bodem. Enerzijds een terugkeer naar het vroeger beroep, anderzijds al een zwoegen, vaak tevergeefs, in de eerste Kerk. Maar Jezus is er. Hij reikt hen brood en vis. Brood, Hij is het levende Brood; vis, ichthus, de letters zijn de Griekse beginletters van Jesus Christos theou huios soter, J. Chr. de Zoon van God, de Redder. Jezus redt altijd. Ook in het eerste verhaal waar Petrus en Johannes moeten zwijgen over Jezus. Maar kun je op de duur nog zwijgen over een zo wonder iemand? Neen, dat kun je niet meer, Petrus niet en ook wij niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Die verschijningen waren iets eigenaardigs hé ?...
    Mij valt op dat die man aan de oever fysiek niet duidelijk herkenbaar was
    misschien wel een andere man was ?
    "Geen van de leerlingen durfde Hem te vragen wie Hij was"
    Maar door wat hij vroeg en deed... begrepen ze dat het de Heer was.

    Die verschijningen hebben de apostelen overtuigd dat Jezus verrezen was, en in zijn naam zijn ze dan beginnen verkondigen - tegen de hogepriesters in - ze waren zelf maar vissers !
    In zijn naam zijn ze zelfs beginnen mensen genezen
    En als een mosterdzaadje is zo die eerste gemeente beginnen groeien
    Met een rationeel onmogelijk verhaal : dat een dode was opgestaan ! Dat God zelf zich had afgekeerd van de clerus en de schriftgeleerden en dat de Redding van de mensheid was begonnen met een menselijke vergissing en een mislukte veroordeling

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Inderdaad, Jezus is een Man van mosterdzaadjes. Altijd begint Hij iets nieuws. Zo is immers ook God zelf. Hij zet nooit een punt, wel een komma. En heel klein, begint iets groots. Het was al met ons universum zo: een oeratoom dat ontploft is, was het begin van een steeds wijder uitdijend heelal. God, hoe wonderbaar zijt Gij!

      Verwijderen
  3. Wie de levenskunst verstaat God aanwezig te weten in de kleine dingen van elke dag, zal deze kleine dingen als grote dingen ervaren, omdat hij ze zal beleven als gekregen van Hem, met de liefdevolle uitnodiging Hem in al die dingen en mensen te eren, en wel in de liefde van Christus.
    Geldt dit ook voor anders gelovigen , GOD is toch de GOD van ons allen ?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Jezus is de steen die door u, de bouwlieden, vol verachting is weggeworpen, maar die nu de hoeksteen geworden is. Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt’!!!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten