woensdag in week 30 door het jaar
‘Heer, zijn er maar weinigen die worden gered?’ Al bekennen we het zelf niet vlug, toch zijn we af en toe ook bezig met deze vraag. We zouden graag willen weten of we op de wachtlijst naar de hemel staan.
Jezus ziet deze vraag een beetje als een kinderlijke vraag, naïef en niet zo verstandig. Want Hij antwoordt erop als een vader tot zijn kind, geduldig maar toch vermanend: 'Begin alvast maar je best te doen en dan zullen we verder wel zien'. 'Doe alle moeite... ' Jezus antwoordt naar de maat van onze vraag. God is een verstandige Vader. Hij kent zijn kinderen. Hij weet, dat wij, als gelovigen, vaak te laat komen, als de deur gesloten is.
Toch heeft Hij het ons anders geleerd. We zouden er als eersten bij moeten zijn om de wil te doen van de en om de nood te lenigen van de mensen op aarde. Vaak zijn we echter de eersten om onze eigen wil en zin door te drijven, en de laatste om zijn wil te laten geschieden. Zo uitgebreid zijn we dikwijls met onszelf bezig dat de nauwe deur waarover sprake is in het evangelie voor ons een flessenhals wordt waarin we onherroepelijk vastlopen. '...want velen, zeg Ik jullie, zullen proberen naar binnen te gaan maar er niet in slagen.'
God is een Vader met doorzicht. Hij is onze excuses voor. Hij kent de argumenten en doorziet de uitvluchten waarmee we voor de dag komen om onze fouten wit te wassen. Hij verklaart ze bij voorbaat ongeldig. Weer is zijn antwoord: 'Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? Weg met jullie'.
Geloof wordt ongeloof als wij het met God op een koopje willen gooien. Op zondag aanzitten aan de tafel van de Heer verschaft ons niet automatisch een visum voor de eeuwigheid. Want het Lichaam dat wij nuttigen, en het Bloed dat wij drinken, is werkelijke goddelijke vitamine. Het moet leven en vrucht dragen als wij van de tafel van de Heer worden weggezonden naar het leven van iedere dag. Zijn onderricht is nutteloos als het geen vlees en bloed wordt in ons dagelijks doen en laten.
De overweging van vandaag is ontleend aan 'Bezinningen bij Gods Woord van dag tot dag', door de norbertijnen van de Abdij Postel, uitgegeven bij © Brepols.
Een mooie woensdag,
kris
Paulus vraagt de kinderen te gehoorzamen aan hun ouders als was het aan de Heer. Ook de slaven moeten hun meesters gehoorzamen als was het aan de Heer. Een christen vader of meester zal goed zijn voor zijn kind of slaaf. Paulus schaft de slavernij niet af. De tijd was daar niet rijp voor. Paulus kent een andere vrijheid: die van kind van God te zijn. Dat gaat alle aardse vrijheid of onvrijheid te boven. Dietrich Bonhoeffer heeft daar mooi over geschreven in zijn 'Navolging'. Gisteren zei Paulus ook zoiets over het gezin met de heersende gewoonten van zijn tijd: de man gold als het hoofd van het gezin. Paulus verandert dat niet maar brengt er de liefde in die Hij van Christus leerde. Voor die vrijheid die Christus brengt, moeten wij ons inzetten. 'Spant u tot het uiterste toe in', zegt Jezus vandaag. Wij lopen op onze dagen allemaal het gevaar te geloven in wat Bonhoeffer noemde 'een goedkope genade'. Wij denken dat God barmhartig is en dat dan alles mag. God vergeeft ons inderdaad altijd, op voorwaarde dat wij berouw tonen en ons leven willen veranderen. Jezus zegent de zonde niet. Hij vergeeft ze en zegt: 'Ga heen, maar zondig niet meer'.
BeantwoordenVerwijderenhet gaat er uiteindelijk niet om wát je doet maar hóe je het doet.
BeantwoordenVerwijderen