17 dec
God is mens geworden. Hij heeft een menselijke voorgeschiedenis, een geslachtslijst, voorouders, een grootvader, een grootmoeder, een vader, een moeder, al laat de schrijver van de geslachtslijst duidelijk uitkomen, dat die niet zijn echte vader en moeder waren, want Jezus wordt hier niet voorgesteld als het kind van vader Jozef, maar als het kind van Maria die Hem heeft voortgebracht, niet uit kracht van een man, maar uit kracht van de heilige Geest van God.
Wat is Hij ons nabij gekomen! En wat een verschil met de andere goden! Israëls God is een god van mensen, de goden der volkeren zijn goden van plaatsen, van plaatselijke heiligdommen: Thebe, Delfi, Babel enzovoort. Jahwe was de God van een nomadenvolk, zonder vaste woonplaats, heen en weer trekkend tussen de vruchtbare beddingen van de Nijl in Egypte en de vruchtbare rivierbeddingen van Tigris en Eufraat in het Oosten. Die andere volkeren waren rijk, want ze hadden beslag kunnen leggen op de meest vruchtbare zones van dat gebied, dat waren de gebieden langs de grote rivieren.
Vergeleken met de goden van die machtige naties was Israëls God maar een minderwaardige gestalte, evenals zijn volk. Maar de zwakheid van deze God was ook zijn kracht of beter de kracht van zijn volk. Want de God van Israël verbond zijn macht en prestige niet aan een plaats, aan een plaatselijk heiligdom, maar aan mensen. Hij was een God van mensen, die zich inzette voor mensen, waar zij ook waren. Israëls God identificeerde zich tegenover Mozes als de God van Abraham, Isaäk en Jakob, de God van uw vaderen: een God van liefde, barmhartigheid, vrede en medeleven, een God die uitnodigt te treden in zijn liefde voor de mensheid.
Nu neemt deze God zelfs een menselijke gestalte aan, voor de volle honderd procent God en voor de volle honderd procent mens: God-mens. Hij heeft zich totaal met ons willen verenigen, opdat ook wij van onze kant ons totaal met Hem zouden verenigen. Wij mogen met Hem aan tafel aanzitten en ons tegoed doen aan zijn Woord en aan zijn zelfgave. Want daarvoor is Hij gekomen, niet om gediend te worden, maar om te dienen, te dienen met zijn leven. En wij met Hem.
Laten we verlangend uitkijken naar Gods komst. Liturgisch gezien met Kerst. Maar bijzonder ook vandaag, in de vele tekenen en mensen waardoor Hij ons met zich wilt verenigen. ‘Leven in het licht van de Heer’ is - we zeiden het eerder - leven in aandacht voor Gods langkomen. Het is Hem welkom heten, bereid zijn dat Hij zich verinnigt met je diepste wezen. Opdat je zijn liefde zou worden; naar Hem toe, naar allen toe.
Naar woorden van J. Bots, sj
In zekere zin eigenaardig dat deze (kunstmatig samengestelde) geslachtslijst zoveel 'vaders' vermeldt. Je bent immers maar echt jood als je uit een joodse moeder geboren wordt. De schrijver had hier duidelijk een andere bedoeling met zijn lijst...
BeantwoordenVerwijderen