maandag in week 3 advent

De hogepriesters en de oudsten waren bekommerd om zichzelf, hun denken, hun veiligheid, en niet om de waarheid. Dat maakte hen niet enkel blind, maar ook ontoegankelijk. Hun hart bleef gesloten.

Laten we niet te snel denken dat we niet zijn zoals de oudsten en de hogepriesters uit het evangelie van vandaag. De meesten van ons besteden heel wat energie in het omhelzen wat zij zien als hun waarheid. Wat ik denk, wat ik zeg, hoe ik het zie… ja, dat vind ik toch wel belangrijk. En een ander moet dat maar respecteren. Ieder z’n waarheid… weet je wel? Als we allemaal zo moesten praten en leven… er zou nog weinig plaats zijn voor ‘dé waarheid’.

Gods waarheid is een waarheid die we niet kunnen maken, we kunnen haar enkel ontvangen. De Geest zal ze ons openbaren. Dit vraagt openheid, leegte, innerlijke armoede. Het vraagt geloof, in de zin van je toevertrouwen aan het waaien van de Geest. Sneller en makkelijker gezegd dan gedaan.

In deze is het belangrijk bereid te zijn je altijd opnieuw kritisch te bevragen. Waarmee bedoeld wordt dat je nooit te snel mag denken Gods waarheid in pacht te hebben, of te begrijpen, laat staan haar te beleven. Een mens is een evoluerend wezen, ook op geloofsvlak. Zoals je dacht over God wanneer je twintig was, zal dit anders zijn wanneer je veertig bent, en zal dat weer geëvolueerd zijn wanneer je zestig wordt.

In welke levensfase je ook bent, het gaat erom je te ‘oefenen’ in het arm worden van geest. Immers, wie innerlijk arm is, zal groeien in z’n bereidheid God te ontvangen zoals Hij is, zoals Hij in Christus naar ons toekomt. Dit vraag een levenslange oefening.

Het hart van dit ‘oefenen’ is het gebed; het gebed van het hart. Het is in leegte voor Hem komen te staan, los van eigen invullingen hoe God voor u is. Het is God God laten zijn. Het is Hem toelaten in je innerlijke leegte zodat Hij, en enkel Hij, je vervulling zal worden. Het is gaan staan in het grote ‘Gij’, en met Maria zeggen: ‘mij geschiede naar uw Woord’.

Wie deze weg van overgave gaat, zal gaandeweg groeien in inzicht en waarnemen. Diep in hemzelf zal hij in waarheid Gods waarheid ontvangen, deze in stilte omarmend, zodat God God mag zijn in het gebed en het leven. Hij zal leren God waar te nemen in de wereld waartoe hij gezonden is. Hij zal God ‘zien’ in de ander; God die doorheen de ander appelleert tot liefde, tot het schenken van vergeving, tot het werken aan verzoening, tot het bouwen aan zijn rijk onder de mensen.

Moge God zich tonen en zich kenbaar maken. En mogen wij daar open voor staan; arm en leeg.

kris

Reacties

  1. Goed gezegd, Kris.
    Willem, abt van Saint-Thierry (+ 1148) schrijft in ons brevier vandaag zo mooi: 'Gij zijt werkelijk alleen de Heer. Heersen over ons betekent voor U: ons redden. Voor ons betekent U dienen niets anders dan door U gered te worden...
    Wat is Uw heil anders dan wat wij van U de gave ontvangen U te beminnen of door U bemind te worden?'

    Te midden van zoveel natuur- en andere rampen, kan ik vanmorgen alleen maar stamelen: 'Heer, red ons. Blijf ons beminnen, blijf mij beminnen, ook als ik veel kwaad heb gedaan. Jezus, wees mij Jezus, dit is: God redt'.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo wààr !
    Ons geluk ,vrede,vreugde en liefdevol zijn ,hangt af van ons "totaal" aan Hem geven in de stilte van ons hart !
    Ja ook in mijn hart verwijderen wat niet van Hem is !
    Angst en egoïsme o.a. !
    Altijd weer tot inkeer komen . Zich bekeren .
    Een leven lang aan werken ,maar met de zékerheid dat Hij ons "onvoorwaardelijk "liefheeft !

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik wil niet muggenziften, maar mij geschiede naar uw woord is met 1 d en niet met 2 d's (daardoor wordt het verleden tijd, terwijl het een antwoord op het heden en op de toekomst is).

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten