dinsdag in week 3 advent
Vandaag horen we Gods Woord doorheen de profeet Sefanja: Ik zal een arm en zwak volk binnen je muren achterlaten dat in de naam van de Heer een toevlucht vindt.
Het gaat hier over de 'rest van Israël', de zogenaamde Anawim, de armen van Jahwe.
Letterlijk betekent 'anawim': de gebogene, in de zin van gebukt moeten gaan onder de last van het regime, opgelegde wetten, enz... In religieuze context betekent 'anawim' ook: 'het op God gerichte hart', de 'arme van geest', de ootmoedige, de nederige.
Deze 'armen van geest', waar Jezus in de bergrede acht zaligheden aan zal wijden, zijn God zéér lief. En dit om de eenvoudige reden dat deze mensen stil weten en diep aanvoelen waarover het gaat. En dit niet alleen weten en aanvoelen, maar het ook leven. Niet vanuit een 'Kijk naar ons, want wij weten het', maar vanuit een stille nederige overgave aan God en wat komen gaat. Het zijn mensen die leven in de tegenwoordigheid van God, in 'het licht van de Heer', hun hart in zijn Hart, stil biddend, nederig werkend, elkaar liefhebbend zonder grote woorden.
Het is niet verwonderlijk dat God deze gemeenschap van mensen uitkoos om mens te worden. Maria, Jozef, de herders, Hanna, Simeon, Zacharias, Elisabeth, enz... prachtige mensen! Mensen zonder pretentie, vol verwachting, levend in de hoop. Ze keken uit naar wat God zelf al zo lang had beloofd: de komende Messias. Ze leefden in volle verwachting.
En wij...
Wanneer wij ons de vraag stellen hoe we het best naar Kerstmis kunnen toeleven, is het goed om de gezindheid van deze 'armen van Jahwe' ter harte te nemen. Het zal ons hart maken tot een ware kerststal, waar verlangen en liefde, eenvoud en geloof, vrede en nederigheid, de geboorte van de Heer ten diepste zullen mogelijk maken.
kris
Johannes de Doper is een man van gerechtigheid.
BeantwoordenVerwijderenEen eerlijke zoeker naar de waarheid.
zo'n arme van Jahweh was ook Simeon, die zijn hele leven uitzag naar de komst van de messias. een gedicht aan hem opgedragen:
BeantwoordenVerwijderenals Simeon
uitkijkend naar de ochtend, meer nog
wachtend, op het licht dat ging komen
riep hij om God in zijn diepste diepte
vervuld van hoop en mogelijke dromen
wakend in het innerlijk van de nacht
keek hij met open ogen uit naar
de dief die in donker toegang zocht
zijn oren namen alle klanken waar
in afwachting van zijn innig geliefde
ontstak hij zijn lamp toen hij eindelijk hoorde
“Daar is de bruidegom! Ga hem tegemoet!”
schijnsel aan de einder, de dagenraad gloorde
zo zocht Simeons blik in het donker
geleid slechts door een troostloos verlangen
ooit het beloofde licht te ontwaren
niet langer meer in duister gevangen
ook wij het eind nabij, kijkend
in de ogen van het ons geboren kind
weten weer voor even zeker: hier
is waar God bestaansgrond vindt
s.r. nov 2017