zondag 2 advent - B

Johannes ging in de omgeving van de Jordaan verkondigen dat de mensen zich moesten laten dopen en tot inkeer moesten komen, om vergeving van zonden te krijgen.

De oproep van Johannes de Doper is niet enkel een feitje uit de geschiedenis, eertijds aan de oever van de Jordaan. Het ‘Bekeer u !’ weergalmt dagelijks over onze wereld, onze dorpen en steden, onze straten en huizen waar we wonen, een oproep aan ieder van ons persoonlijk diep in ons hart gelegd. Streng en zacht tegelijk. Streng omdat we het anders misschien niet horen, maar tevens zacht omdat uitnodiging tot bekering altijd te maken heeft met innige en hartelijke godsontmoeting.

Het klinkt cliché, maar die bekering, die ommekeer, hebben we allemaal nodig. Hij die zegt het niet meer nodig te hebben heeft het meer dan ooit nodig, als was het maar door het feit dat hij zegt geen bekering nodig te hebben. Nee, allen hebben we nood aan die diepe kering naar God, het zich volledig richten naar de Allerhoogste. Als christen dragen we immers allemaal het diepe verlangen in ons in alle puurte voor het aangezicht van de Allerhoogste te staan, diep verbroederd met Jezus, in de liefde van hun heilige Geest. Allemaal hunkeren we ernaar de immense goedheid van God uit te dragen naar de mensen die ons gegeven zijn.

Het gevaar bestaat erin dat we een soort religieuze frustratie oplopen wat onszelf betreft: we hunkeren naar iets waar we niet toe komen. En dat kan ons bedroeven, diep triestig maken. Op zich is dat niet zo erg, tenminste als we de droefheid niet het laatste woord geven. Wie dit laatste wel doet loopt het gevaar in een zeer donker straatje terecht te komen  dat ons wegvoert van de Heer. We hadden het daar de voorbije week al over.
In de innerlijke droefheid van het besef niet die persoon te zijn waarnaar we verlangen, kan de Heer aanwezig komen wanneer we Hem welkom heten. Hij staat vol ongeduld te wachten om onze droefheid, en soms ook schuld, in zich op te nemen door ons te omhelzen met zijn barmhartigheid.

Gods barmhartigheid is het hemels medicijn bij uitstek dat de genade in zich draagt je ten diepste te genezen. Gods barmhartigheid omhelst, vergeeft, geneest, tilt op. Gods barmhartigheid trekt ons in innige vereniging met God zelf. Dit huwelijk van de ziel (Christus met ons) zal ons tot die mensen maken waartoe God ons uitnodigt en trekt. Niet van vandaag op morgen, doorgaans met veel vallen en evenveel weer opstaan, maar de groei zal er zijn, steeds meer, steeds dieper, steeds inniger. Ja, steeds meer zullen we volwassen worden (gemaakt) in het geloof.

Het is en blijft waar: God is barmhartig. Maar dat neemt niet weg dat ieder van ons heel persoonlijk een immense verantwoordelijkheid in zich draagt wat je bekering betreft. God wacht, nederig als Hij is, op de beslissing van onzentwege.
Laat het geen sentimentele beslissing zijn, geen kortstondige plotse opwelling vanuit het hart, geen keuze vanuit een zelfgecreëerd religieus sfeertje. Laat het een stevige beslissing zijn, een werkelijke keuze gestoeld op engagement voor God, vanuit een innige toewijding aan Christus, ingebed in een diep geloof, met een oprecht hart, je trouw belovend, je ja-woord gevend.

‘Leven in het licht van de Heer’, is leven voor dit engagement. Het is niet in een soort strandstoel zitten, genietend van Gods zon. ‘Leven in het licht van de Heer’ is je engageren voor God, voor zijn leven in u, voor zijn koninkrijk op deze wereld. Het is biddend en daad-werkelijk deelgenoot worden van het leven van de Kerk.

Moge Johannes de Doper ons in deze adventsdagen tot deze beslissing aanzetten.

kris

Reacties

  1. Je engageren voor God... is biddend en daadwerkelijk deelgenoot worden van het leven van de Kerk... dat zeg je mooi Chris. En het is meer dan waar!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zalig zij die vervolgd worden. Beschimpt en lasterlijk van alle kwaad beticht.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten