30 nov - Andreas

Vandaag feest. Elke apostel heeft z’n feestdag, dus ook Andreas. Andreas was een enthousiast volgeling van de Heer die, zo lezen we in het evangelie van vandaag, bereid was haven en goed achter te laten om de Heer te volgen nadat Hij hem riep. En eigenlijk is het mooi, om bij het begin van de advent, na te denken over onze eigen roeping, hoe we deze ontvangen en dragen, om vervolgens te baren doorheen ons ja-woord.

Andreas kon maar ‘ja’ zeggen omdat de Heer naar hem toekwam, maar ook omdat hij zelf vertoefde in de aanwezigheid van de Heer. ‘Leven in het licht van de Heer’ (ons adventsthema voor dit jaar) vraagt een engagement van de Heer, én van ons. Dat de Heer zich engageert… daaraan moeten we niet twijfelen. Maar ook wij moeten ons engageren wat betreft aanwezig zijn in zijn aanwezigheid.
‘Aanwezig’… in dit woord horen we ‘aan’ en ‘wezig’. Je zou kunnen zeggen: het is aan het wezenlijke komen, je laten raken door het wezenlijke, intreden in het wezenlijke.  ‘Leven in het licht van de Heer’, betekent dan je laten aanraken door Christus zelf, in Hem treden, wetend dat Hij het is die roept.
Laten we hier wat dieper op ingaan.

Dikwijls zeggen mensen tegen elkaar: 'Je moet doen wat je voor jezelf het beste vindt, als je maar gelukkig bent'. Men zegt dit over het algemeen goed bedoeld, maar het heeft een heidens ondertoontje. Een christen zou veeleer moeten zeggen: 'Je zou moeten trachten te weten te komen wat God met je leven wilt, en dàt trachten te doen.' Dat is evangelie.
Ja, het is de Heer die roept. We roepen niet onszelf, we roepen ook niet anderen. Het is de Heer die roept en Hij alleen. Het kan natuurlijk zijn dat Hij mensen gebruikt om anderen te roepen, maar in wezen blijft het ook dan een roepen van de Heer.

Er wordt de dag van vandaag véél geroepen, er is veel lawaai in de wereld, allemaal mensen en instanties die roepen omdat ze het toch zo belangrijk vinden hun eigen ding te verkondigen. Allerhande programma’s op tv, film, muziek, social media, reclame, onze smarth-phone,… ze smeken voortdurend om onze aandacht, en natuurlijk ons eigen ego niet vergetend,… Het zijn zaken die ons denken en keuzen beïnvloeden met soms goede, maar soms ook kwade gevolgen voor onszelf en de omgeving waarin we leven en bewegen.

Tussen al dat rumoer door is er één stem die, wanneer je daar oor voor hebt, boven al dat andere lawaai uitsteekt. Het is de stem van de Heer. Het is een stem van een totaal andere aard dan het hierboven genoemde rumoer. Het is een stem waarvan het niet vanzelfsprekend is haar te horen, laat staan aan haar gevolg te geven.
Het is een stem die getekend is door nederigheid, broosheid, geduld. Het is een stem die uitnodigt in liefde, een stem die wacht op een antwoord gegeven in liefde, en vrijheid.
In het boek Apocalyps lezen we: ‘Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met mij.’ (Ap. 3, 20) Zo is Jezus. Hij klopt, of roept, wacht tot Hij gehoord wordt en de deur voor Hem wordt geopend. Pas dan zal Hij binnenkomen om samen maaltijd te houden; Hij met de geroepene, de geroepene met Hem. Zo wilt Jezus tot ons komen, of beter gezegd: wilt Hij  ‘in’ ons komen, om maaltijd met ons te houden. Wat betekent: Hij wil ons in zich trekken zodat Hij door ons heen kan leven, bidden en werken.

Deze stem horen, naar deze stem luisteren, gevolg geven aan deze stem, vraagt een fundamentele stilte in onszelf. Het is de stilte van onze ziel. Deze innerlijke stilte is de bedding waarin de Heer reeds aanwezig is, een stilte waarin wij kunnen indalen. Het is de stilte binnen de gloed van de Geest, een warm vuur waar liefde in ontvankelijkheid centraal staat. Wie in deze stilte vertoeft leeft ‘in het licht van de Heer’. In deze stilte, de stilte van de ziel, legt de Heer zijn woord neer; zijn uitnodiging, zijn roep. Dit woord, waarin Hijzelf ten diepste aanwezig is, mogen wij dragen. Het is goed dit woord diep te koesteren, en wel in de liefde van diezelfde Geest. In zijn woord omhelst Jezus immers ons, wetende dat wat Hij vraagt niet vanzelfsprekend is. Maar deze omhelzing houdt van zijnentwege een engagement in  waarop wij mogen vertrouwen, én bouwen, namelijk: ‘Ik zal er zijn voor u’. Nooit zal Hij ons loslaten op de weg waartoe Hij ons roept. Als er wordt losgelaten laten wij los. En zelfs dan laat de Heer niet los, en reikt Hij altijd opnieuw zijn hand.

Laten we in ons dagelijks gebed voldoende rust inbouwen, tijd van stilte. Opdat we in ons bidden mogen binnengeleid worden in de stilte van onze ziel; daar waar de Heer roept, waar Hij ons ten diepste beschikbaar zal maken voor Hem, waar Hij de genade zal verlenen ‘ja’ te kunnen zeggen op zijn roep, door ons ten diepste binnen te leiden in zijn eigen ja-woord tot de Vader. Ons ja-woord tot God zal gebeuren vanuit een diepe vereniging met Christus. Dit ja-woord zal tot gevolg hebben dat we Hem baren, door een liefde-vol leven te leiden, ten dienste van God - in en doorheen de Kerk - ten dienste van de wereld waartoe we gezonden zijn.

Laten we ons gebed steeds beginnen met te bidden om Gods Geest. Van Hem mogen we immers de gave ontvangen te bidden ‘in Christus’. Moge op deze wijze ons gebed een echt christelijk bidden worden; in het hart van de Kerk; de Heer in ons, met ons, door ons.

Kom heilige Geest. Wees Gij de bezieler van ons gebed. Amen.

kris

Reacties

  1. ' het risico dat je anderen besmet is immers zo veel kleiner'

    Hoe kan een gezonde mens anderen besmetten?
    Gevaccineerde mensen zorgen er voor dat er mutaties van het virus ontstaan en creëren op die manier de nieuwe varianten.

    Aangezien deze QR code maatschappij veel mensen uitsluit en discrimineert,
    is het mijn christelijke overtuiging om daar niet aan mee te doen met uitsluiting tot gevolg. Veel mensen nemen het vaccin om te kunnen reizen, naastenliefde?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat is 'gezond'? Als kind was ik kiemdrager van de krop en moest in quarantaine om de klasgenoten niet te besmetten. Nochtans ben ik geen minuut ziek geweest. Maar als kiemdrager kun je wel anderen besmetten die er dodelijk ziek van worden. Zo ook met het coronavirus. Je kunt het dragen (zonder dat je het weet), er niet ziek van zijn en toch anderen besmetten ten dode toe. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Daarom doe ik er alles aan wat in mijn mogelijkheden ligt om dit te voorkomen.

      Verwijderen
  2. Hou toch es op met je gezeur over vaccinatie...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. dit is geen gezeur,

      hier is ' van Woord naar Leven' dus van de theorie naar de praktijk,

      christelijk handelen , goed en kwaad onderscheiden, zich zeker blijven verzetten tegen het kwaad: zie doopgelofte

      Verwijderen
  3. Kris, dankbaar om je woorden.
    Om heel de dag mee te nemen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. En toch heb ik ook te doen met Zebedeus die twee zonen weg zag gaan. Misschien zorgden zij mede voor het inkomen van het gezin. Ik weet dat zij Jezus wilden en moesten volgen. Voor mijzelf trek ik hieruit de conclusie dat het volgen van Jezus gepaard gaat met het het brengen van offers.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik sla de raad van de virologen niet in de wind. Die personen hebben jaren gestudeerd en God was ook bij hen om inzichten en goede onderzoeken te leiden. Het geloof in God en studies gaan hand in hand.

      Verwijderen

Een reactie posten