woensdag in week 33 door het jaar

Elke mens op deze wereldbol, dus ook u en ik, zijn unieke wezens. We kunnen op elkaar gelijken, maar in wezen zijn we allen verschillend van elkander. Al was het maar doordat we allemaal een eigen lichaam hebben, een eigen persoonlijkheid, een eigen karakter. Veel hebben we meegekregen met onze genen, van onze ouders zoals zij van hun ouders. Veel van wat we zijn is bepaald of gevormd door de plek waar we geboren zijn op deze wereld (cultuur), door onze opvoeding thuis of elders, door zaken die we meegemaakt hebben, enzovoort. Je zou kunnen stellen: heel veel van wat of wie we zijn is beïnvloed geworden door zaken die ons overkomen zijn, en waar we als persoon dikwijls geen, of weinig, keuze in hadden.

Anderzijds is het zo dat ieder van ons een autonomie in zich draagt; een autonomie die zich versterkt naarmate we volwassen worden. Als volwassenen (in wording) worden we zelfstandig, en in zekere zin onafhankelijk van elkaar, van regimes, of van wat dan ook. In zekere zin... Want meer dan we vermoeden blijven uiterlijke zaken ons leven sterk beïnvloeden om niet te spreken van bepalen. Denk bijvoorbeeld aan vrouwen die jammer genoeg nog altijd in bepaalde culturen het onderspit moeten met betrekking tot het mannenleven. Ze mogen niet studeren, mogen zelf hun partner niet kiezen, mogen geen auto rijden,... Nog veel werk aan de winkel wat dat betreft op deze aardbol.

Maar daar gaat het evangelie van vandaag niet over. Het verhaal dat Jezus vertelt zegt dat ieder van ons in zijn persoon gaven en talenten draagt waarvan het de bedoeling is dat ze tot ontwikkeling komen, en wel ter opbouw van de samenleving. Of christelijk gezegd: ter opbouw van Gods rijk hier op aarde.
Talenten zijn zaken waar we goed in zijn, en waar we maar al te graag tijd en energie in steken om deze tot bloei te laten komen. Wat goed is. God zij dank dat we hiermee de wereld 'mooi', aangenaam en zinvol kunnen maken. Denk aan muzikanten, schrijvers, filmregisseurs, kunstschilders,...
Gaven zijn zaken die God in ons gelegd heeft, bouwstenen zeg maar, om onze roeping waar te kunnen maken. Ik denk aan de gave van het priesterschap of een andere religieuze roeping, de gave van het woord kunnen nemen, de gave van zorg aan een medemens,...
In de realiteit is het niet altijd zo klaar om aan te geven wat nu precies talenten zijn, en wat gaven. Op zich is het zinvol dit onderscheid te maken. Maar vooral is het belangrijk dat onze gaven en talenten tot ontwikkeling en bloei komen, tot welzijn van onze wereld. Of zoals gezegd: ter opbouw van Gods rijk.

Het evangelie roept op om je gaven en talenten niet te begraven, er niet lui mee om te gaan, maar integendeel. We moeten ze beminnen en koesteren, niet om ons ego te voeden, maar juist door ze niet toe te eigenen, en ze te 'gebruiken' tot heil van allen.

Onlangs las ik bij Thomas Merton: 'Wij moeten in ons leven die keuzes maken die de treffendste eigenschappen van onze persoonlijkheid gelegenheid geven zich te ontplooien.' Daar gaat het dus om. Onszelf alle mogelijkheden geven, die keuzes maken, zodat onze gaven en talenten kunnen openbloeien, tot 'genot' van de ander.

Als pastoraal medewerker in het woonzorgcentrum ben ik soms aanwezig op teamvergaderingen met verpleeg- en zorgkundigen. Onlangs daagde ik hen uit om van en aan elkaar te vertellen (ieder kreeg één collega toegewezen) wat ieders talenten zijn die hen niet enkel zelf mooi maken maar die ook een unieke bijdrage leveren wat betreft de opbouw van het team, en het leven van onze bewoners in het woonzorgcentrum. We hoorden de prachtigste zaken. Het mooiste dat in hen leefde kwam naar boven, kwam ter sprake. Wat prachtige mensen allemaal! Ik nodigde hen uit hun kwaliteiten diep te koesteren, en ze fier en nederig te 'beleven' in hun werk als zorgkundigen.

Van belang is ook dat dat we zo'n samenzijn scheppen met elkaar, dat onze gaven en talenten kunnen naar boven komen. Dit vraagt een nederige houding naar elkaar toe. Wie zich boven de ander stelt maakt het de ander bijna onmogelijk om zijn talenten tot beleving te laten komen; wat jammer is.

Geliefde mensen, laten we dankbaar zijn om de gaven en talenten die ieder van ons in zich draagt. Begraaf ze niet, ga er niet lui mee om, maar 'gebruik' ze ten dienste van de medemensen. Tot lof en eer van hen, én God die ons gemaakt heeft zoals we zijn, én ons roept te zijn wie we in de diepte zijn: ons geschapen zijn naar zijn beeld en gelijkenis.

kris

Reacties

Een reactie posten