vrijdag in de 18e week door het jaar
DANKBAAR TERUGKIJKEN
Soms is het goed om af en toe terug te blikken op je leven, biddend, in stilte. Om je af te vragen: waar was God in mijn leven? Mozes - zo lezen we vandaag - nodigde het volk ook daartoe uit: “Ga de geschiedenis maar na… Is zoiets ooit gehoord? Dat God sprak tot mensen, dat Hij zich een volk toe-eigende, dat Hij hen leidde, bevrijdde, beminde?” Dat geldt ook voor ons. Ons leven begon niet zomaar. Wij zijn geschapen. Gewild. Wij bestaan niet bij toeval. Iemand heeft ons ‘bedacht’.
Alleen al het besef dat alles gave is: ons lichaam, het feit dat wij kunnen liefhebben, dat wij met heel ons hart God kunnen zoeken en beminnen. In ons leeft een vermogen tot overgave dat geen mens kan maken. Wij zijn gemaakt om relatie aan te gaan en om relatie te zijn, om ons te openen, om ons te verliezen in iets wat groter is dan onszelf.
En als wij verder kijken, terug door de jaren heen, dan zien wij mensen die op ons pad kwamen als tekenen van Gods nabijheid. Sommigen zijn gebleven, anderen kwamen slechts even voorbij. Maar iets in hun aanwezigheid liet iets van God zien. Misschien hebben wij het toen niet herkend. Misschien hebben wij Hem vaak gemist. Maar achteraf, in het licht van wat groeide, zien wij het: Hij was er.
Ook op momenten waarop wij dreigden te breken - in verdriet, in twijfel, zelfs in schuld - liep Hij niet weg. Zijn trouw was al die tijd geen resultaat van onze inzet. Zo is God nu eenmaal. Hij blijft, zelfs al laat de mens Hem los. Hij blijft ons opzoeken en dragen. Hij blijft spreken. En soms zwijgt Hij, maar het is een zwijgen getekend door nabijheid.
We zouden kunnen zeggen dat onze geschiedenis heilig is. Niet omdat ze volmaakt is, maar omdat God haar bewoont.
Als wij zo terugkijken, kunnen we alleen maar verwonderd en dankbaar zijn. Dat wij mogen zijn. Dat wij gedragen zijn. Dat wij mogen leven in een wereld waar God ons telkens weer zoekt. Dat Hij met ons op weg blijft, ook als wij struikelen of zelfs weigeren. Hij geeft ons niet op. Wij mogen van Hem blijven ontvangen: mensen, licht, waarheid, vreugde, roeping.
Laat af en toe die herinnering, die verwondering, die dankbaarheid uitgroeien tot lofzang:
Ik loof U, Vader, omdat U mij wilt. U hebt mij het leven geschonken, met zijn licht en zijn breuken, als een weg die U met mij gaat. Uw adem woont in mijn lichaam, uw hunkering leeft in mijn hart. U was daar, lang voordat ik u zocht. U bent gebleven, ook toen ik U vergat. In ieder gebaar van liefde hebt U mij geraakt. In mijn nacht waart u een verborgen vlam die bleef branden. U hebt mijn weg bewoond, mijn stappen gedragen, mijn ziel gewekt tot leven. Laat mij niet leven voor mijzelf, maar uit uw genade, in overgave aan U. Laat mijn bestaan U weerspiegelen, zoals U mij hebt bedoeld. En laat mijn lof niet zwijgen, zolang U mij adem geeft.
Amen amen amen.
Geliefde mensen, mogen wij ons leven ontvangen als een gave en het telkens opnieuw terugleggen in de handen van de Eeuwige, in dankbare overgave.
Een vredevolle vrijdag.
kris
Om mee op weg te gaan
Neem af en toe de tijd om stil terug te blikken op je levensweg – niet om alles te verklaren of te doorgronden, maar om je bewust te worden van al wat je hebt ontvangen. Wees stil, wees verwonderd, en laat dankbaarheid opwellen in je hart. Dank om wat er was, om wat is, en om Wie al die tijd met je is meegegaan - ook in je gebrokenheid.
Al van kindsbeen af, door zussen die in het klooster getreden waren, werden wij opgenomen in de wereld van roeping, van Gods bestaan in ons leven. Het geloof, mijn zoektocht, mijn vallen en opstaan heeft met dit alles te maken. Ik ben God dankbaar voor het houvast dat Hij mij biedt, voor het gelovige gezin waarin ik ben opgegroeid. Onze lieve moeder, voorganger in het geloof, heeft mij geleerd hoe belangrijk het geloven in een mensenleven is. Het leven is niet altijd gemakkelijk voor mij geweest. Maar een constante in mijn leven was, het gelovig voorgaan van mijn moeder en ingetreden zussen, het geloof van broers/zussen... ja, dat sprak me heel erg aan. Dank U God, blijf Uw Geest naar mij zenden. Amen.
BeantwoordenVerwijderenWat een pracht van een overweging in Van Woord tot Leven! Ik vind er mezelf helemaal in terug en zou deze tekst graag (laten) gebruiken op de dag van mijn begrafenis. Dat moet wel niet meteen want ik wil de Heer nog wat mogen loven en prijzen vanuit dit aardse tranendal.
BeantwoordenVerwijderenWivina
Amen, ja Amen
BeantwoordenVerwijderenAmen
Verwijderen