zaterdag in week 3 advent
De verzen die we vandaag horen uit het boek Hooglied gaan over verliefdheid; over een wederzijdse verliefdheid; een verliefdheid in de diepe betekenis van het woord, ver voorbij romantiek en spontaan buikgevoel. Hier gaat het om een goddelijke verliefdheid; een verliefdheid die geworteld zit in God zelf, een verliefdheid die opwekt, die fris is, die zingt van vreugde. Het is verliefdheid langs beide kanten. En dat maakt de verliefdheid juist zo vol, zo levendig, zo vruchtbaar. Het wordt een samensmelten van twee geliefden. Mooi zijn de woorden die de schrijver heeft gekozen om de liefde van God te bezingen. Als een jong hert snelt Hij naar ons toe, springend over de bergen, dansend over de heuvels, kijkend door het venster of Hij ons ziet ... Prachtig. Zo is God, oud misschien in jaren, maar zo jong en jeugdig in zijn liefde; fris, blij, enthousiast... tot over zijn goddelijke oren verliefd. Ja, zo kijkt God naar ons. Zo komt, wat zeg ik... zo ‘snelt’ Hij naar ons toe. Wie we ook zijn,...