maandag in week 3 advent

Vandaag lezen we: Toen Jezus naar de tempel was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar Hem toe. Ze vroegen Hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet U die dingen? En wie heeft U die bevoegdheid gegeven?’

Wat was de aanleiding van deze vraag? De tempelreiniging. Jezus dreef iedereen de tempel uit, de kopers en verkopers, de geldwisselaars. De vraag die wordt gesteld is: Wie zegt er dat Hij dit mag doen? Het is een vraag naar een hogere volmacht. Jezus beantwoordt deze vraag met een tegenvraag: 'In wiens opdracht doopte Johannes? Kwam die opdracht van de hemel of van mensen?'
Wie goed naar deze tegenvraag luistert, zal bemerken dat in deze vraag eigenlijk het antwoord vervat ligt op de eerste vraag. Want als ze kleur hadden bekend en zouden zeggen: 'Die opdracht kwam van God', dan zou de weg voor hen vrijgemaakt zijn om te erkennen dat ook Degene van wie Johannes de voorloper was, van de hemel is. Maar zij waren verblind, slaaf van de letter van de wet, en niet gehoorgevend aan de geest van de letter van die wet.

En wij...
Natuurlijk erkennen wij de Heer, wij zijn immers gelovig.
Maar erkennen we Hem ook in zijn uitnodiging tot liefde doorheen al wat arm is in deze wereld, broos, verlaten, aan de kant gezet.
Zijn aanwezigheid erkennen in bijvoorbeeld de eucharistie is niet moeilijk... toch niet voor wie gelooft. Maar Hem herkennen in een mens 'zonder papieren', in een bedelaar, in een vereenzaamde bejaarde, enz... vraagt heel wat meer moed. Toch zou het een logisch gevolg moeten zijn van onze liefde voor de eucharistie.

Christus volgen is naar de kerk gaan, uitkijkend naar de communie, naar het Woord, naar de verkondiging. Da's goed en nodig.
Maar daar moet iets uit volgen: een welgemeende christelijke levenswandel.
Als we eenzelfde eerbied koesteren voor Christus in de arme (en dus voor de arme zelf) als voor Christus in de eucharistie... dan zit het goed.

Reacties

  1. Als we ons niet over durven geven aan God en aan Jezus die komt, kan het geen Kerstmis worden. We zullen de liturgie van de Kerstnoveen die morgen begint, maar smaken en echt beleven, als we durven te geloven dat Jezus werkelijk van God komt, nog meer dan welke andere profeet of godsdienststichter ook. Heel de Advent en Kersttijd draait immers hierrond: dat Jezus komt in de naam van de Heer als de langverwachte!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik had geen idee wat ik met deze lezing aanmoest. Door de uitleg van jullie versta ik hem. Wat zijn er veel armen in onze wereld. Arm niet eens zo zeer in materiële zin al zijn er ook velen daarom arm maar vooral veel mensen arm aan liefde, aan erkenning en gezien worden. En deze mensen zijn in iedere leefsituatie aanwezig. Daarvoor hoef je niet op zoek te gaan. Fijn dat ik het zo kan begrijpen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. "Christus volgen is naar de kerk gaan, uitkijkend naar de communie, naar het Woord, naar de verkondiging. Da's goed en nodig.
    Maar daar moet iets uit volgen: een welgemeende christelijke levenswandel.
    Als we eenzelfde eerbied koesteren voor Christus in de arme (en dus voor de arme zelf) als voor Christus in de eucharistie... dan zit het goed. "

    Kris, mag ik even kritisch zijn.
    We zijn weldra aan de tijd dat - door het priestertekort- er geen wekelijkse eucharistie meer kan zijn. Hoe vang je dat op ?
    Onze aandacht dient niet enkel te gaan naar de arme wel -zoals Jezus deed - naar elke mens die we ontmoeten.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Deze bekommernis wordt wel in meerder parochie's ter sprake gebracht.
      Een voorstel was;laat de deken van een federatie of de bisschop van een bisdom,tijdens de consecratie veel hostie's consacreren ,die dan uitgedeeld worden aan de diakens of voorgangers, en elke parochie kan dan een Woorddienst mét communie ,maar zonder consecratie aanbieden.

      Verwijderen
    2. Beste Marie-Roos,
      mijn excuses dat ik nu pas reageer. Ik was heel de dag op het werk vandaag.
      Je hebt overschot van gelijk in wat je zegt.
      Maar heel bewust wil ik in mijn woordje 'van Woord naar leven' deze problematiek niet aangaan, omdat dat in cé niet met verkondiging op zich te maken heeft. Wat niet wil zeggen dat het in de realiteit wel een probleem kan zijn.
      Ik wilde enkel aantonen dat eerbied hebben voor de eucharistie mooi en goed is, maar dat we deze lijn van eerbied moeten durven doortrekken naar de medemens, anders zijn we hypocriet bezig. Dat wilde ik eigenlijk zeggen.
      Een gesprek voeren over het priestertekort, en wat dit gaat geven in de nabije toekomst hoort, mijn inziens, niet thuis in een 'preekje'. Anderzijds moet dit gesprek zeker gevoerd worden. Ikzelf sta daar uiteraard ook voor open.
      Maar in 'van Woord naar leven' hou ik graag bij 'verkondiging' op zich.
      Kun je daar inkomen ?

      Verwijderen
  4. In het boekje:"Wees stil" van Koen De Meester,lees ik mooie passages van Elisabeth van de Drie-Eenheid ,:Ieder voorval,elke gebeurtenis,iedere pijn,elke vreugde is een sacrament dat God ons geeft'.
    Bekijk ieder lijden en elke vreugde als rechtstreeks van Hem komende.Dan zal je leven een voortdurende communie zijn.Alles zal een sacrament worden dat God je schenkt'.

    Geloven daar draait alles om.Ook de lezing en het Evangelie van vandaag.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten