zaterdag in week 1 advent
Vandaag lezen we: 'Toen Jezus de mensenmenigte zag, voelde Hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder.'
Laten we eens kijken naar de mensenmenigte van vandaag; wereldwijd, maar ook in onze straat, en misschien wel in eigen huis.
Velen zijn uitgeput, hulpeloos, als schapen zonder herder. Misschien ook wel wijzelf.
Het evangelie nodigt ons uit, net zoals de leerlingen, om naar deze mensen toe te gaan. Het is geen makkelijke opdracht. En wie er aan begint weet dat het geen einde zal kennen. Want jammer genoeg is onze samenleving van vandaag getekend door vele mensen die innerlijk en/of letterlijk op de dool zijn. Niet alleen jongeren, maar ook volwassenen en mensen op hoge leeftijd (breng maar eens een bezoekje aan menig rusthuis). Velen ontsporen, lopen verloren, kunnen de leegheid niet aan, hebben last van verveling, zijn depressief,... en ieder tracht dit te overleven op zijn manier. Gewoonlijk is dat een zeer eenzame weg; een weg die in verborgenheid bewandeld wordt, wat het nog zwaarder maakt.
Jezus voelde mede-lijden met hen... Hij koos er voor om met hen mee te lijden. Hij had hen zo lief dat Hij hun lijden in hart en ziel meedroeg. Dat is ware empathie, échte broederschap. En dan zag Hij, achter al dat lijden, de werkelijke nood van veel van deze mensen: ze leefden als schapen zonder herder.
En hoor de woorden van Jezus tot de leerlingen: 'Ga naar deze verloren schapen en verkondig: “Het Koninkrijk van de hemel is nabij.” Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!'
De zending van de leerlingen is geen andere dan de onze.
Wat kunnen we doen ? Wat mogen we doen ? Wat moeten we doen ?
Wel, op de eerste plaats oog hebben voor hen die uitgeput zijn. Met andere woorden: ze 'willen' zien, ons niet afkeren van hen. Dit vraagt dikwijls al een hele ommekeer.
En dan naar hen toegaan... niet makkelijk ! Maar Jezus vraagt het wel...
We kunnen al beginnen met hen onze vriendschap aan te bieden, belangeloos. 'Om niet heb je ontvangen, om niet moet je geven', zegt Jezus ons vandaag. Niet vanuit een hogere positie, maar vanuit een diep verlangen écht broederschap met hen te vormen. Niet als een meerdere, maar als een gelijke.
Onze vriendschap voor hen mogen wij beleven vanuit de Heer die ons bewoont. Dat maakt onze vriendschap niet enkel christelijk, maar ze zal vervuld zijn met de liefde van de Heer. En dan (en da's niet onbelangrijk !) zijn we niet meer alléén bezig. De Heer is door ons heen, met ons, aan het liefhebben. En we weten hoe genadevol de liefde van de Heer was, en is; ook dus op deze momenten dat wij onze vriendschap aanbieden.
Al weldoende trok de Heer rond... lezen we elders in het evangelie. Wel, dat wilt Hij nog steeds vandaag doen, en wel met ons.
Wie vanuit Gods liefde naar de ander gaat, zal de ander niet meer zien als een soort sukkelaar, maar als een kind van God, net zoals wij dat zijn. En hoe meer we zullen vaststellen dat iemand verdwaald is (hoe dan ook), hoe sterker het vuur van liefde zal aanwakkeren in ons hart. Dat is de Geest die ons in beweging zet.
Het mooiste zou zijn dat allen die verdwaald zijn bij de Heer konden gebracht worden. Dit is echter gewoonlijk niet mogelijk vanaf de eerste moment. Dit vraagt tijd, geduld, en vooral heel veel liefde, toewijding, wijsheid, trouw én gebed. Maar voor wie het evangelie werkelijk wil beleven, leeft in de zekerheid en het geloof dat voor God niets onmogelijk is.
Laten we in deze advent kiezen om aandacht hebben voor ons eigen hart, niet bedoeld als egotrip, maar juist in het licht van de liefde.
Hoe is het gesteld met ons hart?
Is het in zichzelf gekeerd, ogen en oren toe voor de wereld, of is naar het evangelie gekeerd, met een grote liefde voor de mensen in de wereld?
Laten we de deuren en de ramen van ons hart wijd open zetten en de samenleving inkijken. Laten we naar de mensen toegaan, bijzonder naar hen die 'uitgeput' en 'hulpeloos' zijn, onze vriendschap en Gods liefde aanbiedend. Nederig, als werkelijke broeders en zusters van elkaar.
Ja, laat ons Kerk zijn; met onze huisgenoten, in onze straat, op onze werk, in onze scholen en universiteiten,… Blij, biddend, eenvoudig, wijs, en met een voortdurende knipoog naar hierboven.
kris
Laten we eens kijken naar de mensenmenigte van vandaag; wereldwijd, maar ook in onze straat, en misschien wel in eigen huis.
Velen zijn uitgeput, hulpeloos, als schapen zonder herder. Misschien ook wel wijzelf.
Het evangelie nodigt ons uit, net zoals de leerlingen, om naar deze mensen toe te gaan. Het is geen makkelijke opdracht. En wie er aan begint weet dat het geen einde zal kennen. Want jammer genoeg is onze samenleving van vandaag getekend door vele mensen die innerlijk en/of letterlijk op de dool zijn. Niet alleen jongeren, maar ook volwassenen en mensen op hoge leeftijd (breng maar eens een bezoekje aan menig rusthuis). Velen ontsporen, lopen verloren, kunnen de leegheid niet aan, hebben last van verveling, zijn depressief,... en ieder tracht dit te overleven op zijn manier. Gewoonlijk is dat een zeer eenzame weg; een weg die in verborgenheid bewandeld wordt, wat het nog zwaarder maakt.
Jezus voelde mede-lijden met hen... Hij koos er voor om met hen mee te lijden. Hij had hen zo lief dat Hij hun lijden in hart en ziel meedroeg. Dat is ware empathie, échte broederschap. En dan zag Hij, achter al dat lijden, de werkelijke nood van veel van deze mensen: ze leefden als schapen zonder herder.
En hoor de woorden van Jezus tot de leerlingen: 'Ga naar deze verloren schapen en verkondig: “Het Koninkrijk van de hemel is nabij.” Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!'
De zending van de leerlingen is geen andere dan de onze.
Wat kunnen we doen ? Wat mogen we doen ? Wat moeten we doen ?
Wel, op de eerste plaats oog hebben voor hen die uitgeput zijn. Met andere woorden: ze 'willen' zien, ons niet afkeren van hen. Dit vraagt dikwijls al een hele ommekeer.
En dan naar hen toegaan... niet makkelijk ! Maar Jezus vraagt het wel...
We kunnen al beginnen met hen onze vriendschap aan te bieden, belangeloos. 'Om niet heb je ontvangen, om niet moet je geven', zegt Jezus ons vandaag. Niet vanuit een hogere positie, maar vanuit een diep verlangen écht broederschap met hen te vormen. Niet als een meerdere, maar als een gelijke.
Onze vriendschap voor hen mogen wij beleven vanuit de Heer die ons bewoont. Dat maakt onze vriendschap niet enkel christelijk, maar ze zal vervuld zijn met de liefde van de Heer. En dan (en da's niet onbelangrijk !) zijn we niet meer alléén bezig. De Heer is door ons heen, met ons, aan het liefhebben. En we weten hoe genadevol de liefde van de Heer was, en is; ook dus op deze momenten dat wij onze vriendschap aanbieden.
Al weldoende trok de Heer rond... lezen we elders in het evangelie. Wel, dat wilt Hij nog steeds vandaag doen, en wel met ons.
Wie vanuit Gods liefde naar de ander gaat, zal de ander niet meer zien als een soort sukkelaar, maar als een kind van God, net zoals wij dat zijn. En hoe meer we zullen vaststellen dat iemand verdwaald is (hoe dan ook), hoe sterker het vuur van liefde zal aanwakkeren in ons hart. Dat is de Geest die ons in beweging zet.
Het mooiste zou zijn dat allen die verdwaald zijn bij de Heer konden gebracht worden. Dit is echter gewoonlijk niet mogelijk vanaf de eerste moment. Dit vraagt tijd, geduld, en vooral heel veel liefde, toewijding, wijsheid, trouw én gebed. Maar voor wie het evangelie werkelijk wil beleven, leeft in de zekerheid en het geloof dat voor God niets onmogelijk is.
Laten we in deze advent kiezen om aandacht hebben voor ons eigen hart, niet bedoeld als egotrip, maar juist in het licht van de liefde.
Hoe is het gesteld met ons hart?
Is het in zichzelf gekeerd, ogen en oren toe voor de wereld, of is naar het evangelie gekeerd, met een grote liefde voor de mensen in de wereld?
Laten we de deuren en de ramen van ons hart wijd open zetten en de samenleving inkijken. Laten we naar de mensen toegaan, bijzonder naar hen die 'uitgeput' en 'hulpeloos' zijn, onze vriendschap en Gods liefde aanbiedend. Nederig, als werkelijke broeders en zusters van elkaar.
Ja, laat ons Kerk zijn; met onze huisgenoten, in onze straat, op onze werk, in onze scholen en universiteiten,… Blij, biddend, eenvoudig, wijs, en met een voortdurende knipoog naar hierboven.
kris
Dank, Kris, dat u het ook zegt: vele mensen zijn op de dool, ook oudere mensen. Dat is ook mijn ervaring. Hen heel dichtbij zijn, dat is onze zending. Maar hen nabij zijn met en vanuit Jezus. Dat zegt u ook zo mooi!
BeantwoordenVerwijderenDeze Advent heeft heel mooie lezingen. Jesaja wordt soms de vijfde evangelist genoemd omdat hij vertelt over iemand die komt of een tijd die komt en die de leerlingen van Jezus eeuwen later in Jezus vervuld zagen. Israël moet niet vrezen, zegt de profeet vandaag. De Heer zal brood geven in hun verdrukking en benauwenis (het is de tweede helft van de 8 ste eeuw v. Chr. wanneer Assyrië dreigt en het volk deporteert) en water in hun nood. Vooral zal de Heer hun leraar zijn die zich niet meer verbergen zal. De mensen zullen van achteren hun Leraar horen spreken en het wordt weer een heerlijke tijd. De ossen en ezels, die het land omploegen, zullen het beste voeder krijgen. Allemaal beelden uit die agrarische cultuur van toen, om te zeggen: het wordt weer allemaal goed. Dat geldt ook voor ons. Als we Jezus laten spreken, in ons hart en in ons gebed, dan worden we onderricht in de diepste waarheid. Zeker, Jezus leert ons geen wiskunde of wetenschap. Dat moet de mens zelf uitzoeken, daarvoor is hij met rede begaafd. Maar de kern van de zaak, de diepste zin van ons leven, dat leert Jezus ons. Wat Jezus ons leert, gaat misschien zelfs in tegen onze menselijke wetenschap. De diepste zin van een mensenleven immers is: 1 + 1 = 0; 1 - 1 = 2, 3, 4, … plus oneindig! Dat leerde onze priester-leraar ons in het college ( niet in het seminarie). Dat wil zeggen: als een mens een ander bij zich neemt (1 + 1) en dat in welke relatie ook, persoonlijke of zakenrelatie, en hij doet dat enkel om eigen gewin en om zichzelf te zoeken, dan wordt dat een fiasco voor beide partijen. Dat wordt een nul! Beiden gaan ten gronde. Als een mens zich echter wegcijfert en schenkt aan een ander, leeft voor een ander (1 -1), dan wordt dat een oneindig, een eeuwig leven. Wat Jezus ons leert, is wat Hijzelf ook is: de-mens-voor-God-en-de-anderen (naar een uitdrukking die Bonhoeffer zeer vaak gebruikte). Dat moeten ook wij worden, ieder van ons: een mens-voor-God-en-de-anderen. Dat zal ons een diep inlevingsvermogen geven in het leed van de medemens, een diep medeleven of zelfs medelijden. Dat had Jezus, en in ons gebed leren wij dat ook van Hem. Naar Jezus kijken, is onderricht worden in de diepste werkelijkheid, de waarheid die eeuwig is. Die leer je niet in de schoolboeken, ook niet in de theologie. Dat leer je maar door met Jezus te leven, door bijna onophoudelijk te schouwen naar Hem die leeft in de heilige hostie. Dat is voor mij aanbidding van het H. Sacrament. Zalig is dat! Ik wens jullie dat ook. Een gezegende dag...
En...deze dag zàl gezegend zijn,als ik en wij jullie wijze woorden en aanmoedigingen toe passen vandaag en alle dagen ! En lief hebbend ,barmhartig zijn voor élke mens die we ontmoeten !
BeantwoordenVerwijderenZich totaal overgeven aan Jezus in ons hart en handen ! Dan is alles mogelijk ...zelf uw vijanden liefhebben .We zijn tenslotte onnuttige knechten in dienst van God maar wel aan de hand van Jezus !
Advent is wachten op een nieuwe toekomst ,een toekomst van vrede en recht.
BeantwoordenVerwijderenJa we moeten ook zelf bewust zijn ,dat we Jezus handen en voeten zijn,ik las zojuist in de Morgen,dat steeds meer jongeren drinken:' “Onlangs sprak ik een kinderarts die een meisje van 14 jaar had gezien met 5,2 promille in het bloed. Ze had een glas wodka geproefd en was blijven drinken. ‘So what?’, reageerden die ouders. ‘Kan gebeuren.’”
Moge de ouders meer verantwoordelijkheidszin krijgen en beseffen dat zonder de ogen op de toekomst op God gericht zijn ,ze het niet alleen aankunnen.
Regelmatig komen we op straat in contact met mensen die we kennen. Al vlug vertellen ze over hun zorgen, zieken enz... We luisteren en voor we afscheid nemen stellen we voor om even voor hen te bidden. We leggen onze hand op hun schouder en verwoorden hun zorgen in een gebed. Mensen zijn daar dankbaar om. We doen het ook met mensen van een vreemde origine, ook met moslims enz... naargelang de situatie zich voordoet of aanbiedt. Vanmorgen ontmoette ik een dakloze man die ik al eerder had gezien aan de overkant van de winkelstraat waardoor ik nu liep. Ik sprak hem aan en informeerde naar zijn toestand. De reden waarom hij dakloos is enz... En hoe hij zich voelt en de toekomst ziet... Toen ik uiteindelijk zei dat ik hem aansprak vanuit mijn geloof, kwamen de tranen in zijn ogen. Ik legde mijn hand op zijn schouder en sprak een kort zegengebed uit. Een hartelijke omhelzing was het eerste antwoord. (je mag niet vies zijn om hen aan te raken of aangeraakt te worden).Voor ik wegging zei hij dat hij het sympathiek vond dat iemand informeerde naar zijn toestand en dat het deugd deed om er eens te kunnen over vertellen. Waarschijnlijk is niet iedereen geroepen om op deze manier te getuigen van zijn geloof. Maar wij zijn blij en gelukkig dat we ooit die eerste stap hebben durven zetten om het op die manier te doen. Op straat, aan de ingang van een grootwarenhuis, gewoon in een winkel, in de kerk vóór de zondagsmis en overal waar we kunnen. Voorbijgangers kijken soms raar op als ze ons bezig zien en horen bidden, maar daar storen we ons al lang niet meer aan. "De liefde van Christus laat ons geen rust", schrijft Paulus in één van zijn brieven.
BeantwoordenVerwijderendank u voor uw inbreng hier
Verwijderenik zit met vooroordelen : bent u soms bij de Jehova getuigen ?
Zouden Getuigen van Jehova de zondags Mis gaan?
VerwijderenEen dappere getuigenis ,ik ken nog zo mensen in de Katholieke kerk die naar festivals gaan en flyers over ons geloof aan de jongeren geven en met hen bid als ze dat nodig blijken te hebben.
VerwijderenWat mag een Jehova Getuige niet doen?
Er zijn nogal wat regels en wetten voor Jehova Getuigen. Dit is verboden:
1. Zich aansluiten of op een of andere wijze betrokken zijn bij een andere geloofs- of kerkgemeenschap. Het is zelfs niet toegestaan een kerkdienst of bijeenkomst te bezoeken. Voor sommigen is zelfs een kerk binnengaan al een probleem, hoewel dit niet officieel verboden is.
Wij zijn zeker geen Jehova's getuigen, maar doodgewone katholieken, die proberen om op de manier waarop ze geroepen/gezonden worden te beantwoorden aan de stuwing van de Heilige Geest. We leven in een tijd waarin we meer en meer uit de beslotenheid en de knusheid van onze kerken moeten komen (zie wat Paus Franciscus daarover zegt en vóór hem het Concilie al zei). Als we tussen de mensen waarmee we leven niet getuigen van ons geloof (op één of andere manier) en mensen verwijzen naar Jezus/God en hen bij Hem brengen, waar zullen we het dan wél doen? "Gij zult Mijn getuigen zijn", zegt de Heer. Iedere christen zonder uitzondering deelt in die zending. Het komt erop aan de onderscheiden (laten onderscheiden) hoe we dat moeten doen.
Verwijderen" Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven " Matteüs "
BeantwoordenVerwijderenLaat die zin uit het evangelie ons uitnodigen tot twee basishoudingen : dankbaarheid & goedheid. Dankbaarheid om het vele dat we gekregen hebben. Goedheid in het vele dat we
mogen delen
H. Geest bereid ons hart om in waarheid Kerstmis te vieren
Velen hebben hier het Woord van Jezus verkondigt! ik voel mij te arm om zoveel goeds te zeggen ! De leus van onze Compagnie Dochters der Liefde van Vincent de Paul, dwingt me: "Caritas Christi-urget nos!" naar God in de Ander met de stuwkracht van Zijn Geest
BeantwoordenVerwijderenin de Kerk...en het universum .dankbaar om het gekregen en goedheid in het delen !zo wordt advent LICHT
z