26 juli - Joachim en Anna

Jezus sprak tot zijn leerlingen: 'Gelukkig jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen! Want Ik verzeker jullie: vele profeten en rechtvaardigen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien, maar ze kregen het niet te zien, en te horen wat jullie horen, maar ze kregen het niet te horen.'

Inderdaad, vele geslachten voor de tijd van Jezus verlangden naar het Messiaanse tijdperk waarover zo dikwijls geprofeteerd werd door de profeten. De leerlingen, en velen met hen uit die dagen, mochten het allemaal van dichtbij meemaken. Wat een bijzondere tijd moet dat geweest zijn.

Wij zouden kunnen jaloers zijn op deze mensen. Want wat zij mochten zien, kunnen wij - sinds de hemelvaart van Jezus – niet meer zien.
Maar het zou wel eens kunnen zijn dat Jezus ons dan zou berispen, zoals Hij dat deed tot zijn leerlingen die niet konden geloven dat Hij iemand kon genezen: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet Ik jullie nog verdragen?’ (Mt. 17, 17)

Wie kijkt met de ogen van de Geest (en die gave is ieder van ons geschonken bij ons doopsel) is in staat de Heer wel degelijk te zien. Toegegeven: anders dan vroeger, maar daarom niet minder reëel. Hij is even echt aanwezig in onszelf en de medemens dan in de tijd dat Hij lichamelijk rondliep toen met zijn leerlingen.

Zijn aanwezigheid is altijd vervuld van liefde. Deze schenkt Hij, daartoe roept Hij op. En ook weer hier: dit doet Hij in onszelf, én de ander.

Ja, altijd weer opnieuw die liefde. Het is het hart van God, en hopelijk ook van ons leven. Met Jezus verenigd, mogen we die liefde zijn. Fris en blij, dagelijks nieuw.

Moge deze beleving onze diepste vreugde zijn, de bron van ons leven, de spirit van ons bestaan.

kris

Reacties

  1. Dankbaar voor de liefde van Jezus die elke dag aan ons geschonken wordt, door jou, Kris.
    Één in Zijn Geest bid ik om rijke zegen voor jou en je dierbaren.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten