zaterdag in week 3 vasten

Even zeker als de dageraad zal de Heer komen, Hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen die de aarde drenkt.
Zo horen we vandaag in de eerste lezing uit het boek Hosea.

Onze westerse Kerk kan heel wat leren van onze broeders en zusters uit de Orthodoxe Kerk wat betreft het bidden om Gods Geest. In onze officiële liturgie bijvoorbeeld wordt enkel om Gods Geest gebeden in de dagen voor Pinksteren (Pinksternoveen) en op Pinksteren zelf. Geef toe, dat is toch mager. Wetende dat de heilige Geest het hart is van ons bidden, de spirit van onze omgang met de Heer, de wifi die ons in verbinding brengt met God.

Persoonlijk denk ik dat het goed is (en fundamenteel nodig) dat wij elke dag beginnen met het aanroepen van, of het vragen van, de heilige Geest. Opdat ons hart zich in de liefde van de Vader moge wenden naar Christus. Immers, wie bidt in de Geest, bidt zuiver. En we verlangen toch om ‘zuiver’ te bidden.

Het boek Hosea spreek vandaag van de Heer die als milde regen tot ons komt, als lenteregen die de aarde (van ons hart) drenkt. Om deze genade in heel zijn volheid te kunnen welkom heten, en er op te ‘antwoorden’, hebben we de Geest van God nodig. We kunnen dat echt niet uit onszelf.

Misschien gaan de heren die de liturgie hebben samengesteld er van uit dat iedere gelovige spontaan in zichzelf zijn gebed start met een bede om Gods Geest.
Wat er ook van zij, ik denk dat het goed is om de dag, elke dag, zo te beginnen. Dat kan een eenvoudige bede zijn, of een kort (of langer) gezang, hoe het er uit ziet is op zich niet belangrijk. Als het maar een bede is om Gods Geest. Als we ons écht laten leiden door de Geest, zit ons gebed, en ons leven, goed. We zullen liefdevolle mensen zijn/worden; in Christus.

kris

Reacties

  1. Ik weet niet of er al meer mensen God zoeken in de ellende van deze Coronacrisis. Ik hoorde op het gewestelijk nieuws dat er op sommige plaatsen, in kapelletjes en bedevaartsoorden toch al veel meer kaarsjes branden. Hosea zegt het ook: ‘In zijn ellende zal mijn volk Mij zoeken en terugkeren tot de Heer’. Als dat ook nu waar zou zijn, dan zou deze bizarre tijd toch ook zijn positieve kant hebben. Overigens denk ik dat dat Gods bedoeling is met deze crisis. Niet dat deze pandemie een straf van God is. Dat gaan we ook morgen horen in het verhaal van de blindgeborene. De leerlingen vragen: ‘Heer, wie heeft gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blindgeboren is?’ Jezus zal dan antwoorden dat noch hij noch zijn ouders hebben gezondigd, maar dat de werken Gods in hem openbaar moeten worden. Ik denk dat de werken Gods ook nu openbaar moeten worden in deze pandemie. De mensen moeten terugkeren naar God. En over schuld spreken we hier niet, want allen zijn we ergens schuldig, omdat het eigen is aan de mens God te vergeten als alles goed gaat. Maar goed, God zal weer Zijn zegen schenken. Hij zal onze wonden verbinden. Op de derde dag, ook al duurt het nog tien weken, zal Hij ons weer op doen staan. Zo heeft Hij het ook getoond in het Paasmysterie van Zijn Zoon Jezus. Dat Paasmysterie duurt voort. Jezus is verrezen, d.w.z. wat Hij deed en leerde, gaat voort. Maar onze vroomheid is vaak maar een morgennevel, een dauw die gauw verdwijnt. Onze professor in het seminarie hoor ik nog preken over deze passage en wij kregen nogal felle verwijten van hem te horen: ‘Jullie, seminaristen, bidden wel in de morgen, maar tijdens de dag zijn jullie al vergeten dat je voor God moet leven’. Soms, zoals in deze pandemie, kunnen we niet anders meer dan bidden tot God. Persoonlijk mag ik als aalmoezenier ons WZC niet binnen. Dat is jammer. Begrijpelijk, maar toch jammer. Ik moet zelf beschermd worden en mag ook de ziekte niet verspreiden door mijn vele contacten. Toch denk ik dan aan onze zorgkundigen die de klus dan wel moeten klaren. Ook zij kunnen besmet geraken en zelfs hun gezin besmetten. Ik denk aan onze zusters ten tijde van epidemieën van cholera en paratyfus. Toen stonden zij vooraan in de strijd. Vele zusters zijn dan ook jong gestorven: 19, 20 jaar oud. Nu zitten we als Kerk veilig afgezonderd. Natuurlijk, vele van onze zorgkundigen zijn ook de Kerk. Toch vind ik het een beetje zielig en egoïstisch, dat wij, Godgewijden en priesters - ook al hebben wij bijna geen jongere meer - onszelf moeten beschermen. Maar we kunnen bidden, thuis en in de kloosters.
    De tollenaar in Jezus’ parabel kon ook niets anders meer dan zeggen: ‘God, wees mij zondaar genadig’. Hij kon niet groot gaan op eigen verdiensten, die had hij niet. De Farizeeër wel, die stond hoog in aanzien en dankte God om zijn vele goede werken. En die deed hij ook. De tollenaar had het verkorven, hij had zich verhuurd aan de Romeinse belastingendienst. Nu was hij een vijand van zijn eigen volk, iemand die noodzakelijkerwijze leefde op de kosten van zijn volk, want van de Romeinen kreeg hij geen loon. Hij moest dus wat hij nodig had om zelf te leven, vragen aan de eigen mensen boven op de verschuldigde belasting. Wat kon zo’n man dan nog bidden? Hij kon er niet meer uit. Hij kon alleen nog vragen: ‘God, wees mij zondaar genadig’. En Jezus zegt dat God dit gebed verhoorde.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Overigens denk ik dat dat Gods bedoeling is met deze crisis.
      DANK aan Kris en priester Daniel.

      Ik denk dat deze zin de zuivere waarheid is, Wij denken niet zozeer aan straf, maar wel aan een bedoeling van God. Hoe erg het ook zij, moest er niet eens iets GEBEUREN waardoor wij onze levenswijze zouden veranderen ? ons terug naar God zouden keren ?
      ONZE lieve vrouw, kom ons a u b ter hulp zoals wij meebidden iedere namiddag
      met de uitzending LIFE vanuit LOURDES.

      Verwijderen
  2. Kris, ik vind het een beetje spijtig dat je schrijft dat er niet om de Geest gebeden wordt (behalve in de tijd rond Pinksteren). Elke dag wordt in de Eucharistie, in de gebeden na de Consecratie, de Heilige Geest afgesmeekt over het hele volk. Een onophoudelijk gebed dat we met Jezus mee mogen bidden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Anoniem,
      je hebt gelijk, daar komt het inderdaad zeer nadrukkelijk in voor.
      Ik ben wat te kort door de bocht gegaan.

      Verwijderen
    2. Ja, sommige bochten liggen ook heel kort...

      Verwijderen

Een reactie posten