zondag 2 vasten - A
De overweging van deze zondag is van de hand van Frans Mistiaen, sj
Jezus beleefde op de berg een godsontmoeting. Daar mocht Hij nog eens ervaren welke zijn eigen zending, zijn persoonlijke roeping was. Helemaal in de lijn van de grote godsmannen van de joodse traditie - Mozes, de leider van het volk en Elia, de grootste profeet - werd Jezus er zeker aan herinnerd dat Hij 'bemiddelaar' was tussen God en de mensen, dat Hij 'verbindingspersoon' mocht zijn om de mensen de weg te tonen om in relatie te treden met God. En dat heeft Jezus heel zijn leven gedaan. Hij heeft duidelijk getoond dat Hij ook voor ons de "ware Weg" is om Godsverbonden, in relatie tot God, te leven.
Maar heel de vraag daarbij is: Met welke soort God treden wij doorheen Jezus in relatie? De stem uit de wolk maakte het Jezus duidelijk dat zijn roeping nog unieker was dan die van zijn voorlopers, dat Hij niet alleen "bemiddelaar" was tussen de mensen en God, maar dat Hij de "Zoon" van de "Vader" was. En daarmee wordt vooral geaffirmeerd dat God een "liefhebbende" God is en dat Jezus door deze God "ten diepste wordt bemind".
De titels "Zoon" en "Vader" benadrukken dat er een liefdesrelatie is.
Dat is de kern van Jezus' en ook van onze gelovige ervaring: wij ervaren ons door God bemind! Niet bespied, niet beoordeeld, niet opgevorderd tot onderdanigheid, maar op de eerste plaats zielsgeliefd, hartelijk bemind. "Ik ben een beminnenswaardige mens! God laat mij voelen dat ik de moeite waard ben om bemind te worden, en daardoor in staat om zelf te beminnen."
In onze relatie tot God moeten wij dus geen schrik hebben voor een ontzagwekkende, verre, veeleisende Meester, maar mogen wij onze aanhankelijkheid en dankbaarheid tonen tegenover een mens-nabije en hartelijke Vader, die wij mogen beminnen als liefhebbende zonen en dochters. Dat willen wij vooral onthouden van Jezus roepingsverhaal vandaag.
In onze gewone menselijke relaties gaan liefde en dwang niet samen. Welnu, ook in de christelijke geloofsrelatie niet. Ons geloof is geen geloof uit verplichting, omdat het zou moeten vanwege de Almachtige, of vanwege de Kerk, of vanuit een druk van de groep. Als wij geloven, dan geloven wij uit dankbaarheid voor het gratis liefdesaanbod van een God die Vader wil zijn en wiens liefhebbende zonen en dochters wij, uit zelfgekozen vrije wederliefde, willen worden.
Jezus zegt ons dus vandaag: "Wees niet bang om Gods aanwezigheid te ervaren in uw leven, want Hij heeft een hart voor u!"
Gods stem klinkt vanuit de wolk op de berg, zoals zij klinkt vanuit ons eigen binnenste en zij zegt ons ook vandaag nogmaals: "Dit is mijn welbeminde Zoon. Luister naar Hem!" Gods stem verplettert dus niet, maar nodigt allen uit te luisteren. Jezus heeft ervaren dat het zijn taak was, als Zoon, aan zoveel mogelijk mensen te laten aanvoelen dat de stem van die uitnodigende Liefde-God ook hoorbaar was in de eerlijkste verlangens van elk mensenhart, in de diepste betrachtingen van elke cultuur. Daarom zag Hij het stilaan meer en meer als zijn opdracht toch naar Jeruzalem te trekken, naar het centrum van het land, als symbool van de openheid naar allen, om aan heel het volk, ja, aan heel de wereld en aan iedereen, datzelfde duidelijk te maken: "Mensen, gij wordt bemind! Gij zijt de moeite waard geliefd te worden en gij hebt een hart om te beminnen! Wat er ook gebeurd is, wat er ook gebeurt, in uw hart zit de mogelijkheid om op het leven te antwoorden niet uit slaafse onderdanigheid of dwang, maar als vrije mensen, met wederliefde."
Jezus zegt ons dus vandaag ook: "Wees niet bang voor Gods stem, want Hij dwingt u niet, maar Hij nodigt u uit en spreekt uw vrijheid aan!"
Na de top-ervaring worden, zowel Jezus als wij, van de berg terug naar beneden, naar de vallei van ons alledaagse taken gezonden. En - wij moeten ons geen illusies maken - daar kronkelt een moeilijke weg. De weg van een doodgewoon mensenleven is immers getekend door de dagelijkse strijd tégen het kwade, vóór het goede, tégen onze gemakzucht en zelfzucht, vóór grotere waarachtigheid en hechtere verbondenheid. Die weg zal Jezus voeren naar die andere berg, Kalvarie. Ook onze weg wordt, doorheen vallen en opstaan onvermijdelijk een weg die alleen doorheen strijd en lijden voert naar de heerlijkheid.
Bij dat verder trekken, hebben wij als enige betrouwbare Gids alleen Jezus. "Toen de leerlingen hun open opsloegen, zagen zij niemand meer dan alleen Jezus." Hij is betrouwbaar omdat in Hem God zelf als tochtgenoot mee stapt. Door Jezus' liefdekracht wordt onze levensweg een weg met Gods hulp, een weg naar écht leven.
Jezus zegt ons dus ook nog: "Wees er ook niet bang voor onderweg God als tochtgenoot te ervaren!"
Vanuit zijn top-ervaring op de berg herhaalt Jezus tot ieder van ons vandaag: "Wees niet bang! Wees niet bang voor Gods aanwezigheid in uw leven, want Hij heeft, zoals een Vader, een hart voor u! Wees niet bang voor Gods stem in uw ziel, want Hij spreekt uw vrijheid aan! Wees niet bang voor Gods kracht op uw weg, want Hij voert u naar echt leven! Wees niet bang om een man of vrouw te worden naar Gods hart!"
Jezus beleefde op de berg een godsontmoeting. Daar mocht Hij nog eens ervaren welke zijn eigen zending, zijn persoonlijke roeping was. Helemaal in de lijn van de grote godsmannen van de joodse traditie - Mozes, de leider van het volk en Elia, de grootste profeet - werd Jezus er zeker aan herinnerd dat Hij 'bemiddelaar' was tussen God en de mensen, dat Hij 'verbindingspersoon' mocht zijn om de mensen de weg te tonen om in relatie te treden met God. En dat heeft Jezus heel zijn leven gedaan. Hij heeft duidelijk getoond dat Hij ook voor ons de "ware Weg" is om Godsverbonden, in relatie tot God, te leven.
Maar heel de vraag daarbij is: Met welke soort God treden wij doorheen Jezus in relatie? De stem uit de wolk maakte het Jezus duidelijk dat zijn roeping nog unieker was dan die van zijn voorlopers, dat Hij niet alleen "bemiddelaar" was tussen de mensen en God, maar dat Hij de "Zoon" van de "Vader" was. En daarmee wordt vooral geaffirmeerd dat God een "liefhebbende" God is en dat Jezus door deze God "ten diepste wordt bemind".
De titels "Zoon" en "Vader" benadrukken dat er een liefdesrelatie is.
Dat is de kern van Jezus' en ook van onze gelovige ervaring: wij ervaren ons door God bemind! Niet bespied, niet beoordeeld, niet opgevorderd tot onderdanigheid, maar op de eerste plaats zielsgeliefd, hartelijk bemind. "Ik ben een beminnenswaardige mens! God laat mij voelen dat ik de moeite waard ben om bemind te worden, en daardoor in staat om zelf te beminnen."
In onze relatie tot God moeten wij dus geen schrik hebben voor een ontzagwekkende, verre, veeleisende Meester, maar mogen wij onze aanhankelijkheid en dankbaarheid tonen tegenover een mens-nabije en hartelijke Vader, die wij mogen beminnen als liefhebbende zonen en dochters. Dat willen wij vooral onthouden van Jezus roepingsverhaal vandaag.
In onze gewone menselijke relaties gaan liefde en dwang niet samen. Welnu, ook in de christelijke geloofsrelatie niet. Ons geloof is geen geloof uit verplichting, omdat het zou moeten vanwege de Almachtige, of vanwege de Kerk, of vanuit een druk van de groep. Als wij geloven, dan geloven wij uit dankbaarheid voor het gratis liefdesaanbod van een God die Vader wil zijn en wiens liefhebbende zonen en dochters wij, uit zelfgekozen vrije wederliefde, willen worden.
Jezus zegt ons dus vandaag: "Wees niet bang om Gods aanwezigheid te ervaren in uw leven, want Hij heeft een hart voor u!"
Gods stem klinkt vanuit de wolk op de berg, zoals zij klinkt vanuit ons eigen binnenste en zij zegt ons ook vandaag nogmaals: "Dit is mijn welbeminde Zoon. Luister naar Hem!" Gods stem verplettert dus niet, maar nodigt allen uit te luisteren. Jezus heeft ervaren dat het zijn taak was, als Zoon, aan zoveel mogelijk mensen te laten aanvoelen dat de stem van die uitnodigende Liefde-God ook hoorbaar was in de eerlijkste verlangens van elk mensenhart, in de diepste betrachtingen van elke cultuur. Daarom zag Hij het stilaan meer en meer als zijn opdracht toch naar Jeruzalem te trekken, naar het centrum van het land, als symbool van de openheid naar allen, om aan heel het volk, ja, aan heel de wereld en aan iedereen, datzelfde duidelijk te maken: "Mensen, gij wordt bemind! Gij zijt de moeite waard geliefd te worden en gij hebt een hart om te beminnen! Wat er ook gebeurd is, wat er ook gebeurt, in uw hart zit de mogelijkheid om op het leven te antwoorden niet uit slaafse onderdanigheid of dwang, maar als vrije mensen, met wederliefde."
Jezus zegt ons dus vandaag ook: "Wees niet bang voor Gods stem, want Hij dwingt u niet, maar Hij nodigt u uit en spreekt uw vrijheid aan!"
Na de top-ervaring worden, zowel Jezus als wij, van de berg terug naar beneden, naar de vallei van ons alledaagse taken gezonden. En - wij moeten ons geen illusies maken - daar kronkelt een moeilijke weg. De weg van een doodgewoon mensenleven is immers getekend door de dagelijkse strijd tégen het kwade, vóór het goede, tégen onze gemakzucht en zelfzucht, vóór grotere waarachtigheid en hechtere verbondenheid. Die weg zal Jezus voeren naar die andere berg, Kalvarie. Ook onze weg wordt, doorheen vallen en opstaan onvermijdelijk een weg die alleen doorheen strijd en lijden voert naar de heerlijkheid.
Bij dat verder trekken, hebben wij als enige betrouwbare Gids alleen Jezus. "Toen de leerlingen hun open opsloegen, zagen zij niemand meer dan alleen Jezus." Hij is betrouwbaar omdat in Hem God zelf als tochtgenoot mee stapt. Door Jezus' liefdekracht wordt onze levensweg een weg met Gods hulp, een weg naar écht leven.
Jezus zegt ons dus ook nog: "Wees er ook niet bang voor onderweg God als tochtgenoot te ervaren!"
Vanuit zijn top-ervaring op de berg herhaalt Jezus tot ieder van ons vandaag: "Wees niet bang! Wees niet bang voor Gods aanwezigheid in uw leven, want Hij heeft, zoals een Vader, een hart voor u! Wees niet bang voor Gods stem in uw ziel, want Hij spreekt uw vrijheid aan! Wees niet bang voor Gods kracht op uw weg, want Hij voert u naar echt leven! Wees niet bang om een man of vrouw te worden naar Gods hart!"
Wij gaan op weg naar Pasen. Daarvoor dient de veertigdagentijd. Maar vóór Pasen komt Goede Vrijdag. Jezus had Zijn leerlingen al vaak gewezen op Zijn aanstaande lijden. Daar konden zij niet goed tegen. Wij misschien ook niet. Daarom plaatst de Kerk op de tweede zondag van de vasten het verhaal van de transfiguratie, Jezus’ wondere gedaanteverandering op de berg. Dat gebeuren was een bemoediging voor de leerlingen, maar misschien ook voor Jezus zelf. Wat was dat eigenlijk? Sommigen spreken van een topmoment dat ons moet bemoedigen op onze moeizame weg. Dat is juist. Toch begin ik meer en meer ervan overtuigd te geraken dat dit gebeuren iets heeft van een sterfbedvisioen. Dat kwam vroeger heel veel voor, nu wellicht ook nog, maar onze mensen sterven nu onder verdoving en pijnstillende middelen. Dat is natuurlijk een goede evolutie, niemand moet afzien zoals de mensen vroeger toen pijnbestrijding nog niet bestond. Wat is een sterfbedvisioen? In zijn boek ‘Eindeloos bewustzijn’ uit 2008 schrijft cardioloog Pim Van Lommel ook daarover, hoewel zijn boek vooral over bijna-doodervaringen gaat. Het gebeurt dat een stervende iemand mag aanschouwen die hem of haar tegemoet komt. Dat kan een kind zijn dat de stervende vroeg verloren heeft of iemand van de voorouders. Alles kan in deze gevallen. Het gebeurt ook - nog eens, vroeger wellicht meer dan nu, omwille van de verdoving - het gebeurt dat bv. een dochter of een zoon die bij de stervende waakt, precies hetzelfde ziet als de stervende zelf. Dat zijn sterfbedvisioenen. Toen mijn moeder ziek werd en de dokters nog niet goed wisten wat ze mankeerde, had mijn zus een droom, waarin zij ons moeder helemaal in het wit gekleed de deur uit zag gaan, haar steeds verder weg zag gaan en zich nog eens omdraaien en met haar hand naar mijn zus zwaaien. Dat gebeurde zowat acht maanden vóór moeders overlijden. Maar dat is een sterfbedvisioen.
BeantwoordenVerwijderen(vervolg)
BeantwoordenVerwijderenLijkt de wondere gedaanteverandering van Jezus ook niet daarop? Jezus zag in een visioen waar Hij naar toe ging. Hij aanschouwde Zijn toekomstige heerlijkheid. Hij wist dat Hij naar Zijn Vader terug zou keren. Hij begon te stralen; helemaal transparant werd Zijn toekomstige heerlijkheid. En Mozes en Elia verschenen Hem. De theologen zeggen: Jezus was in Zijn gebed bezig met het overwegen van wat de Thora - dus Mozes - en de profeten - Elia is de voornaamste van hen - geschreven hadden over het lot van de komende Messias. Dat is heel juist, maar ik denk dat Mozes en Elia ook werkelijk persoonlijk aan Jezus verschenen zijn, om Hem aan te moedigen. En die drie leerlingen, Petrus, Jacobus en Johannes, de drie die straks ook dicht bij Jezus’ doodsstrijd zullen staan in de Hof van Olijven, die drie mochten precies hetzelfde zien wat Jezus zag. Dat is precies het eigene van een sterfbedvisioen. Petrus is door dat visioen in de war. Hij wil tenten opslaan, hij wil dit kostelijk en innig moment vasthouden. Dan klinkt een stem, een stem uit een lichtende wolk - dat is altijd een beeld van de hemel - en die stem is de stem van God zelf. Nu mogen die drie leerlingen duidelijk horen en weten: Deze Jezus is Gods welbeminde Zoon. Ze mogen luisteren naar Hem. En dan gaat het visioen weg. Ze zien alleen nog Jezus. En Jezus zegt: ‘Vertel aan niemand over wat jullie hebben aanschouwd voordat de Mensenzoon uit de doden zal zijn opgestaan’.
Beste broeders en zusters, is dat niet wonderbaar, dat God ons, arme stervelingen, zo tegemoetkomt in ons benauwende stervensuur? Ja, dat is werkelijk wonderbaar. Zo konden de leerlingen er wat beter tegen. En misschien Jezus zelf ook, want als mens was ook Hij bang van dat kruis. Zo zal God altijd bij ons aanwezig zijn, ook bij elke belangrijke stap die we in ons leven moeten zetten. Zo was Hij in een droom mijzelf en nog verschillende van mijn vrienden medeseminaristen heel duidelijk dichtbij, toen wij die beslissende stap moesten zetten naar het diaconaat. Daar zouden wij onszelf helemaal aan God geven in een ongehuwd leven. Velen waren uit het seminarie weggegaan. En wij die achterbleven, wisten het ook niet meer zo goed. Wij aarzelden. Toen hadden verschillenden van ons een bemoedigende droom. Voor elk van ons was die droom anders, maar voor elk was hij bemoedigend: ‘Zet maar de stap, Ik, God, sta achter u’. Ook Abraham heeft verschillende malen zulke bemoedigende tekenen van God ontvangen, toen hij weggetrokken was uit Ur in Chaldea naar het land dat God hem aan zou wijzen. Zeker, in ons leven is er lijden. Wij weten allen praktisch zeker dat er ons misschien nog veel lijden te wachten staat. Maar wij mogen heel goed weten dat God er ook dan zal zijn. Misschien in een bemoedigend sterfbedvisioen. Misschien op een andere wijze. Maar we zullen het aankunnen. Op het einde van het leven, komt God zelf elke mens tegemoet, zei mijn vader altijd. Tenslotte heeft Jezus overwonnen, hé? Dat hoorden wij nog eens uit de mond van Sint Paulus in de tweede lezing. Neen, nooit laat God ons alleen. Dat is de blijde boodschap op deze tweede vastenzondag. En daarmee is het, net zoals vorige zondag toen Jezus de bekoringen overwon, ook op deze tweede zondag in de veertigdagentijd eigenlijk al Pasen!
Eén zin uit het evangelie van vandaag sprak me ooit erg aan, aanleiding voor het gedicht hieronder.
BeantwoordenVerwijderenNaar Mt 17:7
Hij kwam naar mij toe, want
hij kende mijn, mijn stille trots
weggedoken zat ik, verstijfd
van eigenmachtig angstig streven
één onder allen maar altijd alleen
levend bij de doden ingelijfd
Hij raakte mij aan, daar
waar een bijtende pijn mij droeg
zijn hand mij ademloos troostte
hij streelde mijn gebroken zinnen
bracht bruisend licht in mijn duister
ik voelde leven dat riep van binnen
Hij zei me: “sta op”, gebood mij
om te keren waar ik strandde
schonk mij onvermoede kracht
op te staan uit onvermogen
zag mij aan, deed mij geloven
wat onmogelijk leek in eigen ogen
“en wees niet bang”, sprak Hij toen
stram stapte ik weg uit eigenhaat
niet langer die verlammende stem
eindelijk zijn wie ik eigenlijk was
mijzelf zien gaan in stralende liefde
die ik deelde, altijd al, met Hem
sr maart 2017
Stefan, dank voor zo'n mooi gedicht, heb het vandaag reeds enkele keren gelezen, is
BeantwoordenVerwijdereneen geestelijke push-up.
Wat een prachtig gedicht Stefan. Het is zo van toepassing ook op mijn eigen leven. Ik wacht alleen nog op mijn ontwaken op Zijn uitgestoken hand.
BeantwoordenVerwijderen