3 juli - Thomas

Thomas, die in eerste instantie moeilijk kon geloven dat zijn Heer zou zijn opgestaan uit de dood, verbleef toch bij de groep van de leerlingen. En dat is mooi. Ondanks zijn twijfel, zijn gevecht, zijn ongeloof,... mocht hij er zijn, werd hij niet verstoten.

Wat de groep leerlingen daar beleefden is een mooi beeld van de Kerk, of hoe de Kerk zou moeten zijn. Want zowel binnen de kerkgemeenschap, alsook 'aan de rand', alsook 'buiten' de Kerk, leven mensen die vechten, die twijfelen, die moeilijk kunnen geloven. Misschien behoren we zelf tot deze groep, of zijn er perioden geweest dat we bij deze groep hoorden. Dat is geen schande. Integendeel: het is gewoon heel menselijk.

Kijk hoe de andere leerlingen toch gemeenschap vormden met of rond Thomas. Hij mocht er zijn, hij werd bemind, hij werd gedragen in zijn twijfels, bijgestaan in zijn innerlijk gevecht.

Hoe gaan wij als Kerk, als gemeenschap, als individu om met mensen die innerlijk vechten, twijfelen, moeilijk tot geloof kunnen komen, niet (meer) kunnen bidden,...
Mogen ze er zijn? Niet enkel vanuit een soort beleefdheid, maar werkelijk als broer of zus, ons bewust zijnde dat ieder een kind van God is.

Als Kerk mogen we nooit onze deuren sluiten. Onze harten moeten altijd wijd open staan naar de wereld toe, opdat ieder, op het pad waar hij nu staat, ten diepste welkom is.

kris

Reacties

  1. Inderdaad, als we zeggen Onze Lieve Heer graag te zien, moeten we ook hen graag zien die twijfelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heer, kom ook mijn ongeloof te hulp.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten