dinsdag in week 14 door het jaar

Toen Jezus de mensenmenigte zag, voelde Hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder.’

Uitgeput… hulpeloos… als schapen zonder herder…

Naast heel wat blijde en enthousiaste mensen lopen er de dag van vandaag ook heel wat mensen rond die uitgeput zijn, hulpeloos, eenzaam. Ze missen een warme hand, iemand die naast hen loopt, iemand die met hen meegaat, een herder in hun leven die de kunst verstaat hen naar het wezen van het bestaan te brengen: namelijk leven in God. Uiteindelijk is het God die de mens zin geeft aan het bestaan. Hij is de bezieler van ons doen en laten, degene die vrede en vreugde schenkt aan de mensheid, degene die doorheen zijn kinderen gemeenschap schept in een geest van ware broederschap.

Maar vele mensen missen jammer genoeg deze levenstrein terwijl deze dagelijks meerdere malen halt houdt in het station van hun leven. Misschien behoren we zelf ook bij deze groep mensen.

Jezus was voor deze mensen een herder. Hij was het en Hij is het nog. Als een ware herder heeft Hij zijn schapen lief, en zonder ophouden zal Hij degenen die verdwaald zijn trachten weer op te zoeken om hen weer naar Gods stal te brengen; hun diepste thuis.
Jezus deed dat, doet dat, maar vraagt ook aan ons herder te zijn voor elkaar. Niet op eigen houtje, maar in diepe verbondenheid met Hem, vanuit een innige vereniging met Hem. Ja, ieder van ons mag, met zijn gaven en talenten, deelnemen aan de goddelijke zending van Jezus: Herder zijn voor elkaar.

We denken te snel dat deze opdracht enkel voor paus, bisschoppen en priesters is. Het is waar, zij dragen hierin een bijzondere verantwoordelijkheid die thuis hoort binnen hun roeping. Maar in wezen dragen we allen deze zending in ons. Als Kerk moeten we terug leren missionair in het leven te staan. Achter de preekstoel, maar ook in de straat, in de winkel, in onze scholen, op onze werkvloeren, in onze huiskamers.

Er is een geweldige oogst… zegt het evangelie ons vandaag. Maar er zijn te weinig arbeiders. Er is in onze samenleving zéér veel potentieel dat veel te weinig benut wordt. Misschien ook in jezelf.

Beslist ken je mensen die neerslachtig zijn, mensen die alle blijheid verloren hebben. Stuur een berichtje, bel een keer, ga eens langs. Weten dat iemand aan hen denkt kan zo'n deugd doen.
Zeker kennen we ook mensen die lijden onder eenzaamheid. Dit weten mag niet genoeg zijn. Ga hen gewoon opzoeken. Wees een engel voor hen.
Maar ook die vele mensen die doelloos door het leven dwalen. Ga naar hen toe, ga het 'goede gesprek' aan, schep gemeenschap met hen.

En misschien zit je zelf in een periode waar je het allemaal niet meer duidelijk ziet. Des mensen. We kennen allemaal dergelijke perioden. Durf vanuit je eigen kwetsbaarheid naar anderen toegaan; mensen die je vertrouwt en het beste met je voorhebben. Blijf niet zitten in duisternis, maar doe de gordijnen van je hart open en laat hen toe die je wat licht kunnen geven.

Lieve mensen, laten we er zijn voor elkaar, als werkelijke broeders en zusters, door oog en hart te hebben voor mekaar.

Laten we uit onze comfortzone komen en evangelie zijn.

kris

Reacties

  1. Eerst puttend uit de Bron van ons bestaan ...overvloeiend met geduld en oprechte barmachtigheid en liefde naar de medemens toe!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten