dinsdag in week 29 door het jaar

EEN TIJD VOL VAN GENADE

Tekst overweging: Kris

Paulus tekent in zijn brief aan de Romeinen het grote contrast tussen Adam en Christus. Door één mens is de zonde de wereld binnengekomen, zegt hij, en met de zonde ook de dood. Het Bijbelverhaal van Adam en Eva laat op indringende wijze zien wat er gebeurt wanneer de mens zich afkeert van God en het leven in eigen hand neemt. Het is een spiegel van ons menselijk bestaan. Het gaat ook over de universele werkelijkheid dat ieder mens betrokken raakt in de breuk met God.
In diezelfde geschiedenis is echter een nieuw begin gekomen: Jezus Christus, de nieuwe Adam (vgl. Rom 5,14; 1 Kor 15,45), die door zijn gehoorzaamheid en liefde het nieuwe leven heeft binnengebracht. Waar de zonde toenam, werd de genade overvloediger. Zo opent Paulus het perspectief van een mensheid die niet ten onder gaat aan schuld, maar gedragen wordt door genade.

God zelf heeft het laatste woord, en dat woord is leven. Als we naar de wereld van vandaag kijken, met haar oorlogen, onrecht en zoveel vormen van vernedering en misbruik, zouden we kunnen denken dat het kwaad het overwicht heeft. Maar juist daar waar het kwaad zijn gelaat toont, is God nog dieper aanwezig met zijn genade als een kracht die vergeeft, herschept en vernieuwt.

Wie vertrouwd is met de boodschappen van Maria in Medjugorje, weet dat zij vaak spreekt over deze tijd als een tijd van genade. Dat verwijst niet alleen naar het feit dat God toelaat dat zij zo lang verschijnt en onderricht geeft, maar ook naar de geestelijke werkelijkheid van onze tijd. Ondanks het vele kwaad dat de wereld verscheurt, schenkt God overvloedig zijn genade. Het is alsof Hij, juist in deze duistere tijd, zijn licht sterker laat schijnen.

Toch blijft alles afhangen van de openheid van het menselijk hart. Wie zijn hart gesloten houdt, sluit zich af voor die genade. God dringt zich niet op. Hij klopt, geduldig, op de deur van ons hart – zoals in het boek Openbaring: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen om maaltijd met hem te houden en hij met Mij’ (Openb 3,20). Christus blijft aankloppen aan de deur van de mensheid, tot wij Hem binnenlaten.

Het evangelie van vandaag spreekt over brandende lampen, over innerlijke waakzaamheid. Jezus roept ons op niet te slapen, maar wakker te blijven voor zijn komst. Dat gaat heel zeker over het einde der tijden, maar ook over het heden. Want elke dag komt Hij – in de stilte van het gebed, in het gelaat van de ander, in de roep om vrede. De lamp brandend houden betekent: geopend blijven voor de genade die Hij vandaag wil schenken.

De genade is er, overvloedig aanwezig, maar ze vraagt om gezien en ontvangen te worden – in Christus biddend voor de wereld, en in Hem verzoenend waar wij kunnen.

Laten we een waakzame Kerk zijn, een gemeenschap die de lamp van het geloof brandend houdt. De Kerk leeft van die genade: zij ontvangt haar in het Woord, in de sacramenten en in de stille trouw van velen. Door grootse daden waar het kan, maar vooral door trouw te blijven in het kleine en te werken aan vrede in onze eigen leefomgeving.

Laten we de deur van ons hart openen, opdat Christus zijn maaltijd met ons kan houden en wij met Hem, in de vreugde van zijn genade.

Laten we bidden

Heer,
temidden van de onrust van deze tijd
wil ik mij toevertrouwen aan uw goedheid.
Uw licht zoekt zijn weg
door de wonden van de wereld,
en door de scheuren van mijn hart.

Leer mij het leven te zien met uw ogen,
waar hoop ontkiemt te midden van het kwaad.
Maak mij ontvankelijk voor uw aanwezigheid,
trouw in het kleine, eenvoudig in het dienen.

Laat uw genade groeien waar ik zwak ben,
en uw vrede wonen waar ik gesloten was.
Blijf kloppen aan de deur van ons bestaan,
tot wij U binnenlaten,
om met U te wonen in de vreugde van uw liefde.

In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, moge de overvloed van Gods genade ons vernieuwen van binnenuit, zodat wij tekens van zijn licht worden in een gewonde wereld.
Een vredevolle dinsdag,
kris


Om mee op weg te gaan

Sta stil bij wat het voor jou kan betekenen om je lamp brandend te houden in je eigen leven. Hoe krijgt dat gestalte in wat je kiest, doet en zegt?

Reacties

  1. Elke dag, moment... Zijn lamp brandend houden in ons doen en laten, in onze woorden en gedachten🕯🙏

    Elke dag spreek ik zegeningen uit over en voor m’n kinderen en kleinkinderen, dat zij ook de deuren van hun harten openen én open houden om ZIJN GENADE, BARMHARTIGHEID EN VREDE binnen te laten en zo ook Zijn Licht door te geven ...

    " Dat de Heer jullie Zegenen en Bewaren, Zijn Aangezicht u tonen, u Barmhartig zij en u de Vrede geven AMEN."
    VADER MAAK HUN HARTEN ONTVANKELIJK VOOR DEZE GAVEN VAN U ONEINDIGE LIEFDE🕯🙏

    "PELGRIMS VAN HOOP "

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mijn lamp brandend houden betekend voor mij elke dag tijd maken voor gebed. In drukke dagen zijn het schietgebeden. Maar vanaf 's morgens bij het opstaan mij even in gedachten en woorden tot God wenden, geeft mij een vertrouwde basis om de dag te starten, 'geworteld in Gods genade".

    BeantwoordenVerwijderen
  3. In stilte door gebed en Christelijke meditatie ! De deur van mijn hart openen om Christus binnen te laten en liefhebben zoals HIJ !.. Dat betekent niet zeemzoeterig ,maar Hem navolgen in Nedergheid, barmhartigheid en gehoorzaamheid aan de Vader .. In elke mens zijn naaste zien geliefd door Hem . Dankbaar zijn . Een heel leven lang met vallen en opstaan !❤️

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten