vrijdag in week 30 door het jaar
DE WEG VAN TROUW EN ONTMOETING
Tekst overweging: Kris
In de woorden van Paulus - zoals we die vandaag lezen in de eerste lezing - klinkt pijn. Hij voelt de kloof tussen zijn volk en Christus als een wonde in zijn eigen hart. Zijn woorden zijn doordrongen van liefde én verdriet: liefde voor Israël, het volk dat als eerste Gods stem heeft gehoord, en verdriet omdat velen de Messias niet herkenden.
Voor Paulus is Israël geen verleden, maar een levende wortel. De verbonden, de wet, de eredienst en de beloften zijn geen erfstukken, maar tekenen van Gods blijvende nabijheid. In Christus ziet hij de vervulling van dit alles. Paulus beschouwt zichzelf als een bemiddelaar van hoop: dat Gods plan van heil ooit het hele volk zal omvatten. Zijn woorden, zoals we die vandaag lezen, nodigen ons uit om met eerbied om te gaan met onze Joodse broeders en zusters, en het geheim van hun plaats in Gods heilsplan te erkennen. Tegelijk nodigen zij uit tot gebed dat het geloof in de Messias ook daar zijn voltooiing mag vinden.
Deze geest van eerbied weerklonk ook eergisteren in Rome, op het Sint-Pietersplein, toen paus Leo XIV tijdens de algemene audiëntie sprak bij het zestigjarig jubileum van Nostra aetate. De paus zei dat deze verklaring van het Tweede Vaticaans Concilie destijds een nieuw tijdperk opende van ontmoeting, respect en geestelijke gastvrijheid. Hij sprak duidelijke taal: de Kerk mag de Joden niet beschouwen als buitenstaanders, maar als “reisgenoten op de weg van de waarheid”. Hij sprak met dankbaarheid over de groeiende vriendschap tussen Joden en katholieken en riep op tot volharding in dialoog en gebed. In de woorden van de paus klonk iets door van wat Paulus beleefde: een liefde die trouw blijft aan Gods plan, ook waar afstand en verlangen elkaar raken.
Paus Leo herinnerde er ook aan dat de Kerk het antisemitisme zonder voorbehoud veroordeelt. Hij verwees naar de woorden van Nostra aetate, waarin staat dat de Kerk “elke vorm van haat, vervolging of antisemitisme, op welk moment en door wie dan ook begaan,” afwijst. Dat blijft vandaag een dringende oproep, nu dit kwaad her en der opnieuw de kop opsteekt. Antisemitisme is een ontkenning van Gods eigen verbond, een wonde aan het lichaam van de mensheid. Het tast niet alleen de waardigheid van het Joodse volk aan, maar ook de waarheid van het Evangelie zelf, dat vrede verkondigt. Het is een kwaad dat om uitroeiing vraagt, omdat het zich voedt met angst en wantrouwen, waar God juist gemeenschap en licht wil laten groeien.
De vriendschap met onze Joodse broeders en zusters, waarover de paus sprak, is echter geen kwestie van enkel beleefdheid, maar in wezen een zaak van geloof. Wie Jezus belijdt als de Christus, herkent in Hem de vervulling van Gods beloften en erkent tegelijk zijn Joodse wortels. In dat besef groeit onze verbondenheid met het volk waaruit Hij is voortgekomen.
Jezus heeft de Schriften gelezen en de geboden onderhouden. Nieuw was dat Hij in het ritme van de sabbat - zo zijn we bij het evangelie van vandaag - de ware zin van de wet openbaarde: geen beperking van liefde, maar de voltooiing ervan. Wanneer Jezus op sabbat een man geneest, handelt Hij niet tegen zijn traditie in. Hij herstelt het hart van de traditie. De sabbat, door God ingesteld als dag van leven en bevrijding, wordt in Hem tot een dag waarop het goede geen uitstel duldt. Jezus eerbiedigt de wet door haar te verheffen tot haar bron: de barmhartigheid van de Vader.
In een tijd van wantrouwen tussen religies blijft dat onze roeping: getuigen van een liefde die grenzen overstijgt, eerbiedig in onze omgang met ieder mens, en trouw aan Hem die de Liefde zelf is.
Graag nodig ik jullie uit om de leestip van de dag van vandaag te bekijken: een video van Vatican Media over zestig jaar Nostra aetate, het conciliedocument dat een nieuwe weg van ontmoeting en dialoog opende tussen volkeren en religies. In tien minuten zien we hoe opeenvolgende pausen die weg van vrede en verbondenheid zijn blijven voortzetten.
Laten we bidden
God van het Verbond,
wij danken U voor het volk
dat uw Naam heeft bewaard.
In hun trouw herkennen wij uw eigen trouw.
Laat ons samen met hen getuigen van uw liefde,
opdat allen U mogen kennen als bron van Vrede.
Bewaar ons in broederlijkheid en respect,
en maak ons één in uw heilige Naam.
Door Christus, onze Broer en Heer.
Amen.
Geliefde mensen, mogen wij elkaar herkennen als kinderen van één belofte, en de vrede bewaren die groeit uit broederlijke verbondenheid.
Moge God de mensheid diep zegenen.
kris
Om mee op weg te gaan
Hoe kijk jij naar je Joodse broeders en zusters, het volk dat Gods Naam draagt doorheen de tijd? Ben jij bereid te blijven zoeken naar wegen van verbondenheid? Neem hen op in je gebed, in de stille trouw van hart tot hart. En waar het kan, maak die verbondenheid zichtbaar in eenvoudige, concrete stappen van vriendschap en vrede.
Reacties
Een reactie posten