zondag 29 door het jaar C

BIDDEND LEVEN, MISSIONAIR GETUIGEN

Tekst overweging: Kris

Vandaag is het Wereldmissiezondag. We zijn dankbaar om de vele missionarissen uit het verleden en van vandaag die op een of andere manier de Blijde Boodschap uitdragen tot waar ook in de wereld. We zijn dankbaar om hun jawoord en bidden bijzonder voor hen, als antwoord op de vraag van Jezus vandaag om voor elkaar te bidden en daarin niet op te geven.

Wanneer wij aan missionarissen denken, zien we vaak vrouwen en mannen voor ogen die hun koffers hebben gepakt en naar verre landen zijn getrokken om er het evangelie te verkondigen - mensen die alles hebben achtergelaten om getuigen van Christus te zijn. Doorheen de geschiedenis gebeurde dat op heel uiteenlopende manieren, soms ook in contexten die vandaag vragen oproepen. Toch mogen we met dankbaarheid erkennen hoeveel goeds daardoor is gegroeid: gemeenschappen die tot bloei kwamen, zieken die verzorgd werden, kinderen die onderwijs ontvingen, mensen die zich gedragen wisten door geloof en hoop. Het zijn talloze verhalen van toewijding en geloofsmoed, gedragen door mannen en vrouwen die hun leven in dienst stelden van de Blijde Boodschap.

Maar ook hier, in onze streken, leven - op hun beurt - steeds meer missionarissen. Vaak zijn het priesters of religieuzen uit andere landen die zich vandaag komen vestigen, in onze parochies of binnen een religieuze gemeenschap, om het evangelie te verkondigen in een tijd die er vaak niet ontvankelijk voor lijkt. Zoals onze missionarissen van destijds tonen ook zij dat de zending van de Kerk grenzen overstijgt, dat zij universeel is en voortdurend nieuw.

Het zou echter een vergissing zijn te denken dat de zending enkel toebehoort aan de missionarissen. De Katechismus van de Katholieke Kerk zegt: “Heel de Kerk is apostolisch in zoverre zij ‘gezonden’ is tot heel de wereld; alle leden van de Kerk hebben, elk op hun eigen wijze, deel aan deze zending. De christelijke roeping is krachtens haar aard tegelijk een roeping tot het apostolaat” (vgl. KKK 863). Daaruit blijkt dat ieder van ons, iedere gedoopte, geroepen is om missionair te leven. Missionair leven is deelname aan de zending van Christus zelf, die door de Vader gezonden werd om de wereld met Hem te verzoenen.

Missionair leven betekent niet dat we allemaal naar het buitenland moeten trekken, maar dat we in onze eigen omgeving getuigen van het evangelie: thuis, in de parochie, in de vereniging, op het werk, in de buurt of in de straat waar we wonen. Het vraagt een innerlijke houding: leven vanuit Christus, met oog voor de mensen die Hij ons toevertrouwt. Soms kan dat door woorden, wanneer je aanvoelt dat het 'goede gesprek' hierover kan worden gevoerd. Soms hoeft het helemaal niet door woorden, maar juist door daden: door trouw te blijven, door liefdevol te handelen, door aandacht te hebben voor wie klein, arm of vergeten is. Evangelisatie wordt zichtbaar waar liefde concreet is.

Voor elke missionaris, dus voor ieder van ons, is het van belang te beseffen dat al wat we doen niet onze verdienste is, alsof wijzelf de bron zijn van de verkondiging. God ligt aan de oorsprong van elke zending. Hij is het die roept, die zendt, die bezielt door zijn Geest. De missionaris - en dat geldt dus voor ieder van ons - mag zich niet de rol van held aanmeten. Zodra iemand het evangelie vanuit eigen kracht wil dragen, zal het fout lopen. Hij zal zich de held wanen en zich daarnaar gedragen, met alle gekende gevolgen van dien.

Geen toeeigening dus. Enkel dienaar zijn. En daarom - en zo zijn we bij de lezingen van vandaag - moeten we het gebed gaande houden. Het gebed is de levende spil van elke zending. Vanuit het gebed weet de missionaris dat hij niet zichzelf zendt, maar gezonden wordt. Zo stond Mozes op de berg met opgeheven armen, gedragen door Aäron en Chur, terwijl het volk beneden standhield. Zo werd Timoteüs in herinnering gebracht dat hij zijn kracht moet putten uit de Schrift en in alle omstandigheden het Woord moet blijven verkondigen. En zo leert de weduwe uit het evangelie ons dat gebed volharding vraagt, een geloof dat blijft aankloppen bij God, overtuigd dat Hij recht zal doen.

Wie bidt, blijft verbonden met de Heer, zoals de rank met de wijnstok verbonden blijft: “Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, maar alleen als zij in de wijnstok blijft, zo kunnen ook jullie dat niet als jullie niet in mij blijven” (Joh. 15,4). In die verbondenheid groeit de ware vruchtbaarheid van de zending.

De Kerk zal maar kunnen liefhebben in de mate dat zij een biddende - en vierende - gemeenschap is. Door het gebed wordt haar werk gedragen en blijft haar inzet zuiver. Wie bidt, laat zich door God vormen en omvormen, zodat wat hij doet getekend is door de tedere ontferming van God voor ieder mensenkind.

Zo worden wij, ver weg of dichtbij, beeld en gelijkenis van de liefde van de Heer, van zijn barmhartigheid voor iedere mens - bijzonder voor wie kwetsbaar, zorgbehoevend of vergeten is. In het gebed ligt de ware kracht van missionair engagement. Moge ons leven zo een levend gebed worden, waarin Gods liefde zichtbaar wordt voor allen die ons door Hem zijn toevertrouwd.

Laten we bidden

Heer, wij danken U
voor de missionarissen van weleer,
die uw Naam hebben verkondigd
tot in de uithoeken van de aarde.
U hebt hun handen gezegend,
hun woorden tot zegen gemaakt,
hun zwakheid gedragen in uw kracht.

Wij bidden U voor de missionarissen van vandaag,
die uw liefde zichtbaar maken
in woorden van hoop
en daden van barmhartigheid.
Bewaar hen in trouw,
begeleid hen met uw Geest,
en wees hun rust in onrustige tijden.

En wij bidden ook voor elkaar, Heer,
want ook wij zijn gezonden,
in onze huizen en straten,
in kleine gebaren van liefde.
Maak ons tot mensen van vrede,
opdat de wereld in ons
uw gelaat mag herkennen.

In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, laat ons missionaris zijn door de goedheid te laten spreken die in ieder van ons woont.
Zegen over deze zondag,
kris


Om mee op weg te gaan

De Kerk leeft van zending: ieder van ons maakt er wezenlijk deel van uit. Voel jij je deel van die zending? Hoe krijgt dat missionaire aspect van het geloof gestalte in jouw leven - in je gezin, op je werk, in je buurt of in je gemeenschap? Wat kan jouw bijdrage zijn aan een Kerk die geroepen is om missionair in het leven te staan?

Reacties

  1. Als kinderen het geloof niet in zich opnemen, hoe kun je dan missionaris zijn voor hen en je kleinkinderen?
    Zelf de liefde voorproeven, maar het evangelie niet benoemen. Ik zou het zo graag aan de kleinkinderen laten horen. Hoe dan?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb zelf veel meegekregen van mijn grootouders, daar ben ik hen heel dankbaar voor. Je kan ook altijd voor hen blijven bidden en er blijven in geloven. Dat zal zeker vroeg of laat zijn vruchten dragen. Dank U Vader.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Missionaris zijn als mama,oma,super oma is van bij het ontwaken tot het slapen gaan verbonden blijven met Christus … HIJ verblijft diep in ons aller hart. Vandaar uit ,Zijn Liefde doorgeven. Wij hier in onze parochie hebben veel geluk om door goede begeleiding te kunnen deelnemen aan H.Mis ,gebed,Bijbel studie,meditatie en Ademtocht … Ik ben hen daarvoor zeer dankbaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. verspreidt het evangelie door liefde te geven en liefde te ontvangen

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Met woorden is niet altijd mogelijk,sommigen zijn daar niet ontvankelijk voor maar daden van liefde zijn misschien een beter bewijs

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten