28 okt - Simon en Judas, apostelen
FEEST VAN GEMEENSCHAP
(bij Ef 2, 19-22)
Tekst overweging: Kris
Paulus schrijft dat wij geen vreemdelingen of gasten meer zijn, maar huisgenoten van God. In Christus is dat werkelijkheid geworden: God woont niet op afstand, Hij komt wonen onder ons. Hij wil zijn nabijheid delen zoals huisgenoten dat doen - niet tijdelijk, maar blijvend. In een huis wordt het leven gedeeld: vreugde en zorg, stilte en gesprek, brood en werk. De kern van dat samenleven is liefde die gevierd en gedeeld wordt.
Wanneer Paulus zegt dat wij huisgenoten zijn van God, mogen wij daarin de uitnodiging horen te wonen in het hart van God, niet als gasten die even mogen blijven, maar als mensen die daar thuis zijn. Een gast, hoe welkom ook, blijft toch altijd een beetje buitenstaander. Een huisgenoot leeft mee van binnenuit en deelt in het bestaan van alle bewoners. Zo wil God met ons zijn, en zo mogen wij met Hem zijn.
Dat God ons in zichzelf opneemt, gebeurt niet buiten de realiteit van ons dagelijks bestaan, integendeel: Hij komt in het hart van ons dagelijks leven, met al zijn mooie en minder fraaie kanten. Liefde schuwt niets van het menselijk bestaan. Zoals Jezus zichzelf uitnodigde in het huis van Zacheüs, zo komt Hij ook bij ons binnen - niet enkel in onze woning, maar in het diepste van ons hart. Hij deelt onze dagen, onze vreugde en onze pijn. Zijn nabijheid is teder, zijn aanwezigheid genezend: Hij raakt ons aan met barmhartigheid, omhelst wat gebroken is en bevestigt het goede en ware in ons leven.
In die nabijheid van Christus groeit gemeenschap. Wie Hem ontmoet, wordt van binnenuit verbonden met anderen. Gods Geest wekt in ons het verlangen om die liefde te delen en ze te laten uitstromen naar de ander. Zo wordt het mysterie van het geloof concreet: in vriendschap, zorg, verzoening en aandacht voor wie klein of kwetsbaar is. Zo leeft in ons ook de roeping van de apostelen voort: gemeenschap bouwen waarvan Christus zelf de hoeksteen is. Altijd geopend naar buiten, met oog en hart voor al wat en wie zorg nodig heeft. Jezus deed niet anders. Als Kerk zijn we geroepen in Jezus’ voetspoor huis van gemeenschap te zijn, en de vreugde van het evangelie te brengen naar alle straten en steegjes van deze wereld (vgl. paus Franciscus Evangelii gaudium, 261).
Zo wordt ons geloof een feest van gemeenschap: een huis dat openstaat, waar iedereen welkom is, een huis van in- en uitgaan, een ruimte van vrede en vreugde, van gedeeld leven in God.
Laten we bidden
Goede God,
U neemt ons op in uw huis,
midden in ons dagelijks bestaan.
Leer ons – in U – leven met open deuren
en vreugde vinden in het delen.
Zo bouwt U met ons de mensheid
tot één gemeenschap,
waar U een gezicht krijgt.
Wij bidden om deze genade,
door Christus, onze Broer en Heer.
Amen.
Geliefde mensen, laten wij de uitnodiging van God om huisgenoten van Hem te zijn niet afslaan. Integendeel, laten wij ons door Hem opnemen en zijn liefde gestalte geven voor allen die Hij ons toevertrouwt.
Een mooie dinsdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Heel mooi, Kris, dank u wel!
BeantwoordenVerwijderenGelukkig dat de Heer ons helemaal neemt, ook onze zwakke kant!
Wat een geduld is de liefde!
Alle lof en dank de Heer voor zijn blijvende aanwezigheid. Wij zijn nooit alleen. Alleluia
BeantwoordenVerwijderen