vrijdag in week 29 door het jaar
IN DE STROOM VAN GODS GENADE
Tekst overweging: Kris
Vandaag lezen we bij Paulus: ‘Ik doe niet wat ik wil, het goede, maar juist wat ik niet wil: het kwade, dat doe ik.’ Zo menselijk. Zo herkenbaar. Hoe bevrijdend om te lezen dat ook Paulus, die zoveel voor Christus heeft betekend, dit innerlijk gevecht kende. Want ieder mens die naar het goede verlangt, voelt vroeg of laat de spanning tussen verlangen en daad. Diep vanbinnen weten we wat het goede is; ons hart stemt ermee in, maar onze daden lopen vaak achter.
Die ervaring legt iets bloot van het mysterie van ons bestaan: in de diepte woont het verlangen naar God, maar eromheen woelt het rumoer van het ego, de angst, de zelfhandhaving. De mens leeft als tussen twee stromen: de ene trekt naar zichzelf toe, de andere voert naar de Bron.
Paulus noemt dit de strijd tussen de wet van het vlees en de wet van de Geest. Toch is het geen strijd die we uit eigen kracht kunnen winnen. Wie meent zichzelf te kunnen zuiveren, raakt verstrikt in zijn eigen pogingen. De genade van Christus is geen beloning voor wie zijn best doet, maar een stroom die pas vrij vloeit wanneer wij ophouden die te willen beheersen.
Daar begint het mysterie van het 'nietsdoen'. Niet het passieve nietsdoen van wie zich terugtrekt uit de wereld, maar het geestelijke stilvallen van wie niet meer zelf het initiatief neemt om zichzelf te redden. In dat nietsdoen opent zich de ruimte waarin de heilige Geest kan ademen. Dat nietsdoen is geen ledigheid, maar een toestaan dat de Geest in ons werkzaam wordt. Wij worden dan niet langer de maker van ons eigen leven, maar ontvangers van een nieuw leven dat van binnenuit groeit.
‘Mijn genade is u genoeg’ (2 Kor 12,9). Daar, in dat genoeg, ligt de vrede die alle inspanning overstijgt. De genade is niet iets dat wij moeten vinden. Ze is reeds in ons aanwezig door de Geest die in ons woont, als een zachte gloed, een vuur dat nooit dooft. De Geest nodigt ons uit om af te dalen naar die diepte, naar die heilige plaats in onszelf waar het niet meer wij zijn die handelen, maar waar Christus leeft in ons.
Die afdaling is geen introspectie, maar een binnengaan in de woning van de Geest. Ze is geen zelfanalyse om ons eigen innerlijk te begrijpen, maar een stille beweging naar binnen waar God zelf aanwezig is. Het vraagt oefening om die plaats te bereiken: oefening in loslaten, in luisteren, in wachten. Want het ego wil altijd iets doen – zelfs het eigen heil bewerken. De Geest vraagt iets anders: dat wij toestaan dat Hij in ons bidt, geneest en herschept. Dat wij leren rusten in het besef dat de liefde van God niet te verdienen valt, maar dat zij in ons beweegt en vraagt om ons aan haar toe te wijden.
Wie leeft uit deze overgave, merkt dat de strijd niet verdwijnt, maar dat hij van binnenuit getransformeerd wordt. Wat vroeger strijd was, wordt nu gegeven. Zo groeit de mens langzaam in het ritme van de Geest: van weerstand naar instemming, van inspanning naar overgave, van onrust naar vrede.
Wie eenmaal de stroom van Gods genade heeft geproefd, weet dat hij niets meer hoeft toe te voegen. God doet het, en dat is genoeg, want dat is alles.
Laten we bidden
Heer,
breng mij tot rust in de diepte van mijn hart
waar uw Geest woont als een stille gloed.
Leer mij ophouden te streven
en te rusten in uw genade.
Maak mij ontvankelijk voor uw Adem
die in mij bidt en mij richting geeft.
Moge uw liefde in mij bewegen
als een stroom vol van genade
die mij doet leven in U.
Amen.
Geliefde mensen, laten we ons niet verliezen in wat moet, maar openstaan voor wat wordt, waar God ons tegemoetkomt met zijn tedere kracht.
Een mooie vrijdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Voelen wij, zoals Paulus het beschrijft, ook in onszelf die strijd tussen wat wij ten diepste willen en wat wij uiteindelijk doen? Herkennen wij dat merkwaardige spanningsveld waarin we het goede verlangen, maar toch toegeven aan wat ons afhoudt van God? Zou het kunnen dat wij te vaak onze eigen redding in handen willen nemen, alsof wij zelf onze Messias zijn? En dat juist daarin de bron van onze onrust schuilt? We worden uitgenodigd om ons toe te vertrouwen aan het werk van de Geest, die ons van binnenuit wil omvormen tot een leven in Christus. Laten wij het gebed, vooral het stille gebed, omarmen en koesteren als iets dat in ons gebeurt.
Dankjewel voor deze overweging. Ik voel er connectie mee. Het sluit naadloos aan bij de online uitwisseling van vorige week woensdag van de christelijke meditatie (www.wccmbelgium.be) waar we wekelijks met een 40-tal mensen mediteren.
BeantwoordenVerwijderen'Zolang het 'ik' iets verlangt, - zelfs spirituele vervulling -, blijft het middelpunt zichzelf.' R. R.
Ik drink met kleine teugjes je Woorden !Niet ik maar HIJ in alles wat ik doen moet om spijts alles gelukkig te zijn en te beminnen zoals Hij Onvoorwaardelijk!!!
BeantwoordenVerwijdereneen mooie diepzinnige overweging, kris. dank. ik moest sterk denken aan Joannes van het Kruis, de 15e eeuwse spaanse mysticus. 3 weken geleden hield in Gent de carmelitaanse priester Hein Blommestein een mooie conferentie over het werk van Johannes van het Kruis. die staat on line:
BeantwoordenVerwijderenhttps://www.youtube.com/watch?v=RNLG6EM32ps
een aanbeveling!
Mooie begrijpelijke woorden, uiteenzetting van "het Woord"
BeantwoordenVerwijderenBedankt, het zijn en blijven "nadenkertjes"
Het gebed dat Hij ons leerde, het Woord dat Hij spreekt, is ook hier en altijd m’n "overgave" om het
" Licht op m’n pad" te zien én dus "de Lamp voor m’n voeten" te zijn...
We kennen het allemaal "ONZE VADER DIE IN DE HEMEL ZIJT, U NAAM...
MOOIE DAG
"PELGRIMS VAN HOOP "