maandag in week 1 door het jaar

De leerlingen laten in het evangelie een familie achter, zij laten achter wat hun door de natuur is gegeven, om Jezus te volgen en zo een nieuwe familie te beginnen, gesmeed, niet door de banden van het bloed, maar door een geestelijke verwantschap, door de verwantschap van de heilige Geest. En in wezen is dat bij ons niet anders. Ook wij zijn geroepen Hem te volgen, ons aan te sluiten bij die grote gemeenschap, zijn liefde gestalte gevend door Hem te dragen als het hart van ons bestaan.

Wij, die geroepen zijn, moeten wij werkelijk alles achter laten om Hem te volgen? Alles?
Misschien. Voor sommige mensen zal de roep dat van hen vragen. Voor anderen zal de roep betekenen verder doen met wat ze bezig zijn maar vanbinnen afstand nemen van al die dingen die een belemmering vormen de Heer te volgen.

Voor de een is de roeping klaar en duidelijk, aanwijsbaar, heel concreet. Het is de plotse ervaring van het innerlijke besef dat God dàt van je wil, dat je die bepaalde keuze moet maken, dat je die dingen moet achterlaten. Voor anderen is het een aanvoelen dat doorheen de jaren groeit, een louterend besef dat je tot de innerlijke overtuiging brengt dat God je uitnodigt je leven een bepaalde richting te geven. Voor weer anderen betekent Gods roep een aanvaarding van een zeker lot, bijvoorbeeld wanneer je als koppel geen kinderen kan krijgen terwijl er wel een kinderwens is. Het is Hem volgen op een weg waar je kennelijk niet onderuit kan. Het is misschien nog de moeilijkste weg van navolging, maar juist daarom wellicht een van de meest verheven vormen van het beantwoorden aan Gods roep tot navolging.

Roeping kan ook gebeuren nadat je misstappen hebt begaan in je leven; zelfs misstappen die niet meer goed te maken zijn, bijvoorbeeld een abortus na een nachtelijke slipper. Ja, ook dan roept de Heer, soms zelfs zeer concreet. Hij kan je roepen een bepaalde weg in te slaan, een bepaalde dienst te verrichten, maar Hij kan je ook roepen je fouten die je hebt begaan (en de pijn die je daardoor blijvend draagt) op te dragen als gave. Dergelijke pijn kan dan zelfs gedragen worden in Gods Vrede en zelfs in een zekere vreugde. Al zal de schaamte van de gedane zonde blijven. Maar in wezen is dat iets dat zich afspeelt tussen God en de mens. Ja, ook schaamte is te dragen in Hem. Zo zelfs dat het vruchtbaar kan zijn.

Roeping heeft in wezen trouwens altijd met vruchtbaarheid te maken. Of anders gezegd: elk ja-woord tot God kent z’n vruchten ter opbouw van Kerk en samenleving. Elk ja-woord, hoe klein ook, is vruchtbaar, al heeft louter menselijk gezien er misschien op het eerste zich niemand iets aan.
Het was Johannes van Kruis zijn roeping om te gaan dichten in een donkere kerker om mensen te leren hun nacht door te gaan. Het was broeder Roger uit Taizé zijn roeping om met zijn broeders en zusters te werken aan de eenheid onder de christengemeenschappen. Het was de roeping van moeder Theresa om de meest armen te gaan opzoeken in de straten van Calcutta om hen te wassen en eten te geven. En de Kerk kent vele heiligen en bekende mensen die door hun voorbeeld en toewijding ons iets vertellen van hoe je ‘ja’ kan zeggen tot God.

Maar ook wij, u en ik zijn geroepen. Daarom niet om een kerker in te duiken om te gaan schrijven, of om een initiatief te starten zoals Taizé, of om naar Calcutta te gaan om de armen te gaan opzoeken. Hoewel het kan… Als God je daartoe roept moet je gewoon gaan. Wat zeker is dat jij geroepen bent om vandaag op de plaats waar jij woont en werkt ‘ja’ te zeggen: ‘ja’ aan Gods liefde, in de eenvoud en de vreugde van het evangelie. Je activiteiten op je werk, het huishouden, je ontspanning, het kan allemaal gebeuren in Gods liefde. Ook in de omgang met je partner, de kinderen, je medebroeders of zusters, je buren, je collega’s en zo meer, roept God jou om Hem na te volgen.

Fundamentele vraag voor ieder van ons is: zijn we bereid Hem te volgen? Zijn we bereid ons ik-gericht persoontje achter te laten om Gods liefde alle eer te geven in al ons doen en laten? Zijn we bereid christen ten zijn?

kris

Reacties

  1. Daar zeg je heel wat, Kris. Het is waar, het is mooi. Toch zou ik graag de nadruk leggen op de vreugde die je krijgt als je Jezus volgt. Hij brengt een goede boodschap, blij nieuws. De Doper was nog streng, hij dacht dat Jezus, die hij aan mocht wijzen, als een strenge rechter zou komen. Jezus is veel zachter dan wat de Doper zich voorgesteld had. Jezus kan dan ook een BLIJDE boodschap brengen: Het Godsrijk is nabij, keer je naar dat Rijk. Ja, keer je naar God. God is liefde, en Jezus brengt in die harde wereld van toen (de Oudheid), maar ook in de soms harde wereld van nu (alles moet opbrengen, bikkelharde concurrentie, presteren tot je erbij valt, geen tijd om op pensioen te gaan, wat een last is - zoals een kind dat ongelegen kan of een mens die ziek wordt of oud - moet gewoon weg!) Jezus brengt in de harde wereld de liefde binnen, Gods liefde. En dat is geen romantiek, dat is een grote werkelijkheid. Jezus deelt, Jezus deelt al wat Hij is, Zijn God zijn én Zijn mens zijn. De H. Hilarius trok terecht ten strijde tegen het Arianisme dat maar een halve Christus overhield, een Christus die geen God is. Dan kan Jezus ons ook niet veel geven. Hij is dan maar een mens zoals wij. In werkelijkheid brengt Hij ons God uit wie Hijzelf geboren is. En Hij brengt ons ook het echte mens zijn, dat bestaat in delen, in liefhebben. Ik zing deze dagen - zoals gisteren in mijn homilietje op Radio Maria - graag zinnetjes uit het mooie lied van Séverine die in 1971 (het jaar van mijn legerdienst) het Eurosongfestival won voor Monaco met haar song 'On a tous un banc, un arbre, une rue où l' on a berçé nos rêves'. Ook vandaag breng ik in de mis t.g.v. de Nieuwjaarsviering van ons personeel een stroofje van dat lied: 'Chacun dans son coin d'horizon ne défend que ses ambitions, ses ambitions, mais si nous ne partageons rien que nous reste-t-il en commun, en commun?' Als we elk in ons hoekje blijven zitten en alleen aan ons zelf denken, waar blijft dan de gemeenschap? Is dat niet mooi? Jezus heeft alles gedeeld, zelfs Zijn God zijn, en dat maakt mij zo blij en gelukkig. Dat is een blijde boodschap. Ik mag mij keren, wenden naar die God, telkens opnieuw (zoals Kris het ook zo mooi schrijft). We mogen mensen vissen. Als je een vis uit het water vist, gaat hij dood, maar als wij met Jezus mensen uit het troebele water halen van een harde samenleving, uit de eenzaamheid of het verloren zijn bv., dan schenken wij hem het leven. Wij mogen allen een Andreas of een Simon zijn, een Johannes of een Jacobus en met Jezus gaan delen al wat we hebben, al wat we zijn. En dat is nogal wat hoor! Dat is delen van ons kind van God zijn. Doe dat en je zal leven! En anderen zullen leven met en door jou. Dank zij Jezus.
    Misschien nog iets over de 1ste lezing: Elkana met zijn twee vrouwen. Schrik daar niet van. We zijn dan rond 1060 vóór Christus. De vrouw telde niet mee. Ze diende gewoon om kinderen voort te brengen. Meer was ze niet. Toch vinden we hier bij Elkana de prille aanzet van iets beters: Hanna was ondanks haar onvruchtbaarheid zijn lievelingsvrouw! Hier begint al wat nu gemeengoed is: mensen mogen hun partner kiezen uit liefde. Dat is nog niet zolang gemeengoed. Heel lang werd een huwelijk bedisseld door de ouders.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Alweer grote dankbaarheid aan jou Kris ,aan jou Pr.Daniël voor deze "Blijde Boodschap !
    Zo onze dag beginnen in grote vreugde wàt er ook gebeure ,ons écht bemind weten door God en dankzij Zijn Geest wonend diep in ons hart onze medemensen "liefhebben "!
    Inderdaad géén "romantiek "!Zich steeds bekeren en àlles geven met ,in en door Hem !

    BeantwoordenVerwijderen
  3. ( toch zou ik graag de nadruk leggen op de vreugde die je krijgt als je Jezus volgt. Hij brengt een goede boodschap, blij nieuws. )

    Dank aan Kris en aan Pr. Daniel, bovenstaande zin kan ik beamen door ervaring.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten