vrijdag na Openbaring

Jezus beval de melaatse om met niemand over zijn genezing te praten. Dit horen we bij meerdere genezingsverhalen. Op het eerste zicht kan dat merkwaardig overkomen. Juist zij zouden een prachtige getuigenis kunnen brengen over Jezus, over wie Hij was en wat Hij gedaan heeft. Maar nee, ze moesten zwijgen... De genezene van vandaag moest zich wel gaan laten zien aan de priesters, en een offer brengen voor zijn reiniging (zoals Mozes het voorgeschreven heeft), dit als getuigenis voor de mensen. Maar dan nog mocht hij er met niemand over praten.

De reden tot het moeten zwijgen ligt, vermoed ik, in het feit dat Jezus zijn weg nog niet ten einde toe was gegaan. Het getuigenis zou fundamenteel onvolledig zijn geweest. De genezene zou een Messias verkondigen zonder kruis, zonder opstanding, een soort weldoener die in wezen (nog) geen verlossing had gebracht.

Nee, Jezus moest eerst de weg van het kruis gaan, en voorgaan. Hij moest zijn solidariteit nog tonen met de diepst lijdende mens. Hij moest nog de duisternis in, tot in de donkerste krochten, om de meest vervreemde zielen van God op te lichten om hen te brengen in de genade van de Opstanding, Hem door de Vader geschonken. Daarin ligt de verlossing voor ieder van ons.
Hem verkondigen zonder deze weg zou een grote vergissing zijn. Het zou een onwaarachtig getuigenis zijn, gestoeld op weldoenerij, maar niet op de liefde van het kruis.

Wat wij hieruit kunnen leren is dat Christus volgen zonder zijn kruis eigenlijk geen zin heeft. En als het al zin heeft is het fundamenteel onvolledig. Ware navolging is Hem volgen tot onder het kruis, of om het met de woorden van de kleine Theresia te zeggen: 'Een leven leiden van liefde is niet je tenten opslaan op de Taborberg, maar het is met Jezus de weg van Calvarie gaan en het kruis zien als een schat'.

Ja, het kruis zien als een schat; een schat van liefde, ons gegeven, voor ons gegaan. Laat ons het kruis aanschouwen, Christus’ liefde doorgronden, om van Hem te ontvangen, van Hem te leren, met Hem te gaan.

kris

Reacties

  1. De wereld bij Sint Jan is altijd de wereld zonder God, de wereld los van God, de wereld die God niet toelaat. Zo’n wereld is altijd hard. Sint Jan leefde ook in zo’n wrede wereld zoals de Oudheid was. Je moet maar eens de martelaarsverhalen lezen om te zien hoe wreed men om kon gaan met mensen die een andere weg verkondigden en ook gingen. Johannes heeft het ook meegemaakt met Jezus die een bittere kruisdood stierf. Nochtans bracht Jezus God, bracht Hij de liefde en toen kon de wereld dat niet aan. ‘Het Licht scheen in de duisternis, schreef Johannes in zijn proloog van zijn evangelie, maar de wereld heeft het Licht niet vermocht’. De wereld kon er niet tegen. De vraag is of onze wereld anno 2020 daar tegen kan. Nu het christendom verdwijnt, wordt de wereld weer heel hard. Op Kerstmis heeft de paus in zijn Urbi et Orbi, in Zijn Kerstboodschap eens alle landen opgesomd waar het er hard, wreed en slecht aan toe gaat. Dat was een onuitputtelijke reeks. Eigenlijk kreeg je de indruk dat het nergens goed gaat. En ik denk dat de paus dat wel heel goed gezien heeft. Hij deed dan ook een oproep om het licht dat Christus is te laten schijnen over de duistere wereld.
    Johannes zegt dat Jezus gekomen is met water en met bloed. Het water is het doopsel. Zondag gaan wij het feest vieren van Jezus’ doopsel in de Jordaan. Daar al droeg Hij onze zonden, die Hij af liet wassen in het water van de Jordaan. Veel sterker nog komt Jezus met Zijn bloed. Dat is Zijn kruisdood. Daar vergiet Hij Zijn bloed om ons aller zonden erin wit te wassen. Daar worden inderdaad alle zonden met God verzoend. Daar wordt op het kruis een nieuwe schepping geboren, een wereld die niet meer hard en wreed is, maar vredevol en vol van liefde. Bij Jezus’ doopsel daalde de H. Geest al neer over Jezus die door Johannes de Doper gedoopt werd. En de Vader getuigde: ‘Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb’. Op het kruis is de H. Geest er ook. Als Jezus Zijn laatste adem uitblaast, zegt Sint Jan: ‘Hij gaf de geest’. Dat is de H. Geest. Dat is de gezindheid van God zelf van waaruit Jezus leefde. Deze Geest van God, deze gezindheid van God is zo anders dan de geest en de gezindheid van de wereld. Die Geest is liefde. En als we in de liefde leven, hebben wij het eeuwig leven, het volle leven dat Jezus ons geeft.
    Wat kunnen wij doen, beste broeders en zusters? Erkennen dat we geestelijk melaats zijn, onzuiver en zondig. En daarmee naar Jezus gaan. Hem smeken: ‘Heer, als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen’. Dan zal Jezus ons aanraken en wij zullen andere mensen worden. We zullen worden zoals Hij is: kind van God, vol mededogen, vol compassie, vol liefde. Dat maakt alles anders. De wereld wordt nieuw. De aarde wordt hemel, zoals het was in het paradijs toen de tijd begon.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. is 'de Geest' waarvan sprake niet véél meer dan 'gezindheid van Jezus'!? Hij is, net zoals de Vader en de Zoon, een 'Persoon' in de Drievuldigheid, Iemand met wie we, net zoals met de Vader en de Zoon, een heel persoonlijke relatie kunnen aangaan, Iemand met wie je spreekt en omgaat, Iemand die je leidt en tot je spreekt, Iemand die zeer nabij is.

      Verwijderen
  2. Amen!!! En zoals in 't gebed tot de kleine Thèrèse bidden wij:"Prie avec nous afin que dans notre coeur fleurissent des roses d'une Foi éveillée ,d'un Amour ardent pour Dieu et tout homme dans les petites choses de chaque jour !"'
    "Bid samen met ons zodat er in ons hart rozen bloeien van een alert Geloof, van een vurige Liefde voor God en àlle mensen in de kleine dingen van élke dag !"

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten