zondag 3 door het jaar - A

De overweging van deze zondag is van de hand van Frans Mistiaen, SJ

De evangelist Matteüs legt er de nadruk op dat Jezus zijn prediking niet in Jeruzalem begon, maar in Galilea, niet in het centrum, wel in de marge. Twee gebieden worden tegenover elkaar geplaatst, vooral echter met een theologische bedoeling.

Jeruzalem was een versterkte stad, met erbinnen, op de Sionsberg, de tempel van Jahweh, de God van de joden, die zó hoogheilig was, dat zijn Naam zelfs niet mocht worden uitgesproken. Dit machtige, religieuze centrum van het land werd beheerst door een kaste van priesters die de riten in de tempel verzorgden - dwz. dat zij vooral de offergaven van de mensen ontvingen - en daarnaast door een groep schriftgeleerden, die uit de oude Bijbel voortdurend uiterst gedetailleerde wetten en kleine gedragsregels haalden om de mensen voor te schrijven wanneer zij goed of verkeerd deden. De joodse godsdienst was dus verworden tot uiterlijkheden. Om beschouwd te worden als een goede gelovige was het allerbelangrijkste "de voorgeschreven offers te brengen" en "te gehoorzamen aan een honderdtal kleine wetten". Zo'n opvatting over de godsdienst had echter als verschrikkelijk gevolg dat voortdurend een schuldgevoel werd gewekt bij de gewone mensen, die vooral schrik hadden om onder de maat te blijven en verkeerd te doen tegenover een eisende, dreigende en straffende Jahweh.

Jezus distantieert zich duidelijk van die opvatting over de godsdienst, die vooral in Jeruzalem heerste. Hij is tegen die winstgevende offerritussen van de priesters en die angstaanjagende wetten van de schriftgeleerden. Hij is tegen de tempel die alleen maar dient als offerplaats. Hij is tegen een God waarvan de mensen schrik zouden moeten hebben.

Jezus begint zijn prediking in een heel andere streek, maar vooral in een heel ander religieus klimaat.
Galilea was de grensprovincie in het Noorden. Geen afgesloten burcht op een berg zoals Jeruzalem, maar een landelijke streek, gelegen aan het meer. Daar waren de mensen eenvoudiger, armer, meer open ook. Ontvankelijker voor allerlei vreemde invloeden en niet afgesloten of verstard in eigen opvattingen, zoals in de trotse hoofdstad. Galilea was bevolkt door een mengelmoes van rassen en godsdiensten met Aramese, Arabische, Fenicische en Griekse invloeden. Men had er geleerd verdraagzaam te zijn tegenover elkaar in een gezond pluralisme van verschillende culturen. Het was een 'multiculturele samenleving'. Die mengelmoes van allerlei godsdiensten werd echter door Jeruzalem met de grootste minachting bekeken. De religieuze leiders van de hoofdstad beschouwden zichzelf als de "zuivere joden, die de juiste leer wisten te bewaren", en zij misprezen de Galileërs als "heidenen, die de wet niet kenden".

Wie uit Matteüs' tegenstelling nu zou besluiten dat het christendom thuishoort op het platteland en niet in de stad heeft te letterlijk geïnterpreteerd en dus de verkeerde conclusie getrokken. Onze wereld is ondertussen grondig veranderd. Die openheid voor allerlei meningen, dat pluralisme van culturen vindt men bij ons sinds verschillende eeuwen veeleer in de steden. Het 'Galilea', zoals Matteüs dat bedoelde, met zijn mengelmoes van vreemde godsdiensten, waar mensen uitgedaagd worden om multicultureel samen te leven, ligt vandaag niet in één of andere groene zone op onze 'buiten', maar veeleer in het midden van onze grootsteden. In onze tijd moeten wij 'Galilea' dus meer daar gaan zoeken.

Het is in ieder geval duidelijk dat Jezus niet kiest voor het harde, verstarde centrum van de godsdienst, waar de zuiveren menen de enige, echte doctrine te bezitten en door strakke instellingen hun macht laten gelden, maar dat Hij kiest voor een gebied van gewone, bescheiden mensen, die openstaan voor allerlei godsdienstige opvattingen. De tekens dat het Rijk Gods groeit - 'ommekeer', 'genezing', 'bevrijding' en 'heil' - worden zichtbaar, niet te midden van het enge joodse rigorisme, wel in het Galilea der heidenen, in het Galilea der vreemde volkeren.

Maar de uiteindelijke reden waarom Jezus deze keuze maakte lag dieper. Het was eigenlijk omwille van een andere visie over God. Voor Jezus is God niet de ongenaakbare, hoogheilige tempel-Jahweh, die de gewone mensen alleen maar zouden kunnen ontmoeten door Hem offers te brengen door bemiddeling van de priesters of door strikt te gehoorzamen aan de geboden van de schriftgeleerden. Voor Jezus is God de liefde die in het hart van elke mens aanwezig is, onmiddellijk bereikbaar, dus heel nabij. "Het Rijk van Gods liefde is in u!" De bekering die Jezus vraagt is een omschakeling van opvatting: durven geloven dat God geen dreigende of straffende heerser is die wij ontmoeten in een tempel, beheerd door eisende functionarissen van de religie; maar durven geloven in een God die ons in het gewone leven van elke dag graag ziet en die ons overal en rechtstreeks uitnodigt tot wederliefde. Juist om dit duidelijk te maken gebruikt Jezus voor God ook een nieuwe naam: niet "Jahweh", maar "Vader". Echt christendom zal daarom ook de mensen niet dwingen, maar hen steeds uitnodigen om het liefdesaanbod van God, die Vader is, te beantwoorden met wederliefde, dus in dankbaarheid en vanuit vrije wil.

In dezelfde lijn ligt Jezus' keuze van zijn medewerkers, zijn eerste leerlingen. Het zijn geen godsdienstspecialisten of geleerden, maar gewone werkmensen, vissers. Het is geen kastegroep die macht uitoefent op anderen, maar het zijn eenvoudigen, die persoonlijk worden aangesproken om anderen te dienen. Hun voornaamste taak is niet te oordelen of een scheiding te maken tussen goeden en slechten, maar integendeel mensen te verenigen, allen zonder onderscheid te redden van zinloosheid en vervreemding. De goede boodschap die zij in Jezus' naam zullen uitdragen is een boodschap die mensen losmaakt van alles wat hen tegen elkaar opzet en die oproept tot een bevrijdende verbondenheid en gemeenschap. "Als God ons aller Vader is, dan is onze levensopdracht broers en zussen te worden van elkaar!" Volgens de visie van Mattéüs vandaag maakte Jezus dus een bewuste keuze: tégen de machtstempel, vóór de volkskerk, tégen de elite-clerus, vóór de gewone mensen, tégen de eisende en straffende doctrine, vóór de bemoedigende en reddende boodschap, tegen de Jahwe van de wet, vóór de liefdevolle Vader, symbolisch samengevat: tégen Jeruzalem, vóór Galilea.

Drie jaar later zal 'Jeruzalem' Jezus toch in haar macht krijgen en Hem kruisigen. Maar daarop volgt de verrijzenis. En op die morgen luidt bij Matheüs de boodschap van de verrijzenisengel juist: "Ga naar Galilea, daar zult gij Hem levend zien!"

Het christelijk geloof zal, zoals vroeger in de geschiedenis, ook vandaag worden vernieuwd, niet vanuit Jeruzalem, wel vanuit Galilea, niet vanuit het centrum, wel vanuit de marge, van ergens aan de rand, dat juist de uitvalsbasis wordt voor de uitbreiding tot alle volkeren.

Reacties

  1. Deze derde zondag door het jaar werd door onze paus Franciscus uitgeroepen tot de zondag van het woord van God. Sommigen noemen deze zondag ‘Bijbelzondag’. Laten wij vaak, ja dagelijks, Gods woord in de Bijbel ter hand nemen en je zult merken dat je leven door dat woord van God werkelijk verandert. Gods woord is een groot licht dat over onze wereld op is gegaan en Jezus brengt ons dit woord ook vandaag nog, door Zijn Kerk.
    Zie ook de leestip van vandaag. Dank, Kris!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 'Het christelijk geloof zal, ook vandaag worden vernieuwd vanuit de marge, van ergens aan de rand...' . daarom: laten we geloven in een kerk wiens gezicht niet een krachtig instituut is dat de wereld omspant, maar in een kerk die zichtbaar wordt daar, waar 'twee of meer in Mijn naam bijeen zijn', ongeacht op welke nietige plek der aarde.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Bedankt stefan voor het te kennen geven van uw zienswijze, zo zie ik het ook.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Goed en juist verwoord, zo komt het toch voor en hoopvol: ...allen zonder onderscheid te redden van zinloosheid en vervreemding. De goede boodschap die zij in Jezus' naam zullen uitdragen is een boodschap die mensen losmaakt van alles wat hen tegen elkaar opzet en die oproept tot een bevrijdende verbondenheid en gemeenschap. "Als God ons aller Vader is, dan is onze levensopdracht broers en zussen te worden van elkaar!"

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten