vrijdag in week 3 door het jaar

'Het is met het Koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe', zegt Jezus ons vandaag in een gelijkenis.

God is de zaaier. En dikwijls gebruikt Hij de mens om zijn zaad uit te zaaien. Wij mogen zijn instrument zijn.
Het gevaar bestaat er echter in dat een mens prat gaat op wat hij doet, dat hij het zaad – inclusief de vruchten - gaat toe-eigenen. Al snel voelt die mens zich de grote weldoener die toch wel veel goeds doet in deze wereld... En ja… hij praat daar zo graag over...
Dat is jammer, omdat dat veel stuk maakt. De kans bestaat er namelijk in dat je je voeling met God verliest, en hoogmoedig wordt. Je eigent je toe wat God je gaf, en speelt als zodanig een beetje god.
Het liefhebben zelf verliest dan z'n schoonheid, omdat ze wordt uitgehold. Het hart, God, wordt eruit gehaald. Het liefhebben mag uiterlijk dan wel een mooie daad zijn, doch in de diepte is het van z'n schoonheid beroofd.
Het liefhebben verliest op die manier ook veel van zijn genade. Want doorheen het liefhebben wil God dikwijls genezend werkzaam zijn, wil Hij gemeenschap scheppen, verzoening tot stand brengen, mensen aanraken, enz... Het liefhebben heeft dan nog wel enige waarde, maar de échte vruchten zoals God ze geven wilt kunnen er moeilijk komen. Jammer. Een gemiste kans, zowel voor degene die liefheeft, als voor degene die bemind wordt.

Anderzijds… misschien is God wel meer werkzaam door hen die liefhebben zogezegd los van Hem dan we vermoeden. Eigenlijk mogen we daar niet over oordelen.

Maar het is goed ook de band van God met ons en in ons te erkennen, te beminnen en te koesteren. Ja, als een hoog Goed. Mogen we er ons in vreugde en eenvoud aan toevertrouwen.

kris

Reacties

  1. Ja, Kris, eigenlijk is alles genade. Als wij iets goeds doen, komt ook dat van God. Hij is het die in ons werkt. En zelfs als wij zondigen, zoals David, gaat God verder door met ons. Hij vergeeft het ons, tenminste als wij het willen.

    De Bijbel verzwijgt niets van wat in een mensenhart omgaat. Vorige week zei ik bij het evangelie waarin Jezus zijn 12 apostelen riep, dat het ging om 12 concrete mensen die ook hun gebreken hadden, zoals een zucht naar carrière en een verlangen naar mooie postjes, het niet mee kunnen met Jezus als Hij over Zijn lijden sprak, enz. Toch zijn die 12 apostelen het fundament geworden waarop de Kerk en ons geloof steunen. Vandaag ook verzwijgt de Bijbel niet dat die goede koning David, door God zo uitverkoren en geliefd, toch ook zwak is geweest. Het is gevaarlijk voor een mens als hij een ander ziet die mooi is, dat hij of zij dat beeld niet los kan laten. Of je nu priester bent of zuster of een gehuwde man of vrouw, dan moet je proberen trouw te blijven aan je roeping en aan je levensstaat. Maar altijd zijn er mensen geweest die gevallen zijn door het vasthouden van een ander die hen sympathiek of aantrekkelijk leek. De Bijbel verhaalt Davids zonde en doet er niets van af. Morgen zullen we lezen hoe de profeet Nathan David op zijn misstap wijst. En dan zal David berouw hebben. Het onheil is geschied, de zonde is gebeurd, het kind van Bathseba zal als kind sterven, maar een tweede kind van haar zal Davids opvolger zijn: Salomo. De mens kan zondigen, maar het leven gaat door. God zelf gaat verder met de zondige mens. Uria, de man van Bathseba is dood, maar nu moet David zorgen voor zijn weduwe van wier weduwschap hijzelf de oorzaak is.
    Beste broeders en zusters, wij mogen ons door de zonde van onszelf of van anderen niet uit het lood laten slaan. God gaat verder. God spreekt Zijn woord en dat woord doet zijn werk in de harten van de mensen. Het groeit, het verandert de mens. Zelf weten wij niet hoe. Het graan dat nu in de wintervoren ligt, is al aan het kiemen. En de boer kan alleen maar wachten op de oogst. Ook wij, priesters van de Kerk en opvoeders van de jeugd, wij spreken Gods woord en dan kunnen wij alleen maar wachten tot het woord vruchten draagt. En het draagt altijd vruchten. Ik zie echt nu al bij verschillende jonge mensen dat het evangelie hen aanspreekt en boeit. Het Rijk Gods begint heel klein, als een mosterdzaadje, zegt Jezus. Dat is een heel klein zaadje, maar daar in Palestina kan dat zaadje in een jaar tijd een struik, een boom worden van vier meter hoog. Gods woord is krachtig, zoals heel de schepping, de natuur krachtig is. We moeten niet wanhopen, ook niet aan onszelf. Ook al was er zonde in ons leven, er is ook vergeving. En met zondige mensen die zich bekeren, kan God heel veel doen. David blijft ondanks zijn grote zonde Gods lieveling door wie God Zijn volk blijft regeren, ook door Davids nakomelingen. En ook Jezus is een nazaat uit het huis van David. Toch is Jezus nog iets meer: Hij is helemaal van God, Hij is Gods mens geworden woord, Hij is de Zoon die Zijn leven offert om ons aller zonden weer goed te maken.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. dit nu volgende gedicht heeft betrekking op de eerste lezing van vandaag

    Ten dode geboren

    Een onwettig wezen was je,
    louter levend uit verlangen;
    vrucht van haar naakte waarheid,
    van haar baden in schoonheid;
    zinnebeeld van mijn zuchten,
    van mijn ontgrensd beluste.
    Stil zwijgend ziet mij nu
    jouw naamloos lichaam aan.

    Jouw geboorte opende sloten in
    de diepten van mijn ziel, brak
    de ban van mijn verzwijgen.
    Jouw ziek geslagen leven deed
    mij smeken tot een wrede rust
    mijn hart vermorzeld achterliet.
    Jouw dood verdelgde mijn vergrijpen,
    mijn bebloede handen waste jij
    weer schoon en schaamteloos wit.

    In pijn draag ik nu jouw relieken;
    teken van mijn durende rouw
    om wie stierf aan mij, om jou.
    Moge het dijne mij vergeven
    mij het mijne doen versterven,
    opdat ik in jou, ja, jij in mij
    wetend wijs herleve.

    s.r. maart '19

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Mooi !!!mooi ,dank voor de tijdloze gedicht.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten