Openbaring van de Heer
De Wijzen brachten geschenken mee voor het pasgeboren Kind: goud, wierook en mirre. Goud zou het typische geschenk geweest zijn voor een koning, wierook zou symbool staan voor goddelijkheid en de mirre zou een verwijzing zijn naar de dood van Jezus waarmee Hij zou zijn ingewreven nadat Hij van het kruis was genomen.
Wat er ook van zij, ik stel voor dat we ons buigen over de vraag: wat bieden wij aan de Heer aan? En we gaan het heel concreet maken: wat bieden wij de Heer aan vanuit de mens zoals we nu zijn, op de plek waar we wonen, op de vloer waar we werken, met de mensen ons gegeven?
Op 1 januari moest ik in het Woonzorgcentrum zijn waar ik werk, en ik passeerde het cafetaria (dat opengehouden werd door enkele vrijwilligers). Geen enkele tafel of zetel was leeg, integendeel: er werden stoelen bijgehaald om iedereen te kunnen laten zitten. Dit had natuurlijk alles te maken met 1 januari waar kinderen en kleinkinderen hun ouder of oma/opa de beste wensen kwamen brengen. Wat ik wil zeggen is: er werd tijd gemaakt voor elkaar.
Tijd, lieve mensen, is één van die geschenken die we elkaar, en dus de Heer, kunnen aanbieden. Het is geen onbelangrijk geschenk. We leven in een tijd waar vele mensen het zo druk hebben met eigen bezigheden dat de tijd voor de medemens soms in het gedrang komt. Wat jammer is. Tijd maken voor elkaar is van fundamenteel belang willen we de liefde voor elkaar handen en voeten geven. Zeggen met onze mond dat we elkaar graag zien zonder tijd te willen maken voor elkaar heeft geen zin. Het is als een cadeau verpakt in mooi inpakpapier maar zonder inhoud.
Een ander geschenk dat we elkaar, en dus de Heer, kunnen aanbieden is tederheid. Ik bedoel dit niet wollig. Diepgaande tederheid. Dat gaat dan over onze wijze van bij elkaar zijn. Welke woorden zeggen we naar elkaar toe? Met welke intonatie spreken we elkaar aan? Kijken we elkaar aan in de ogen? Doen we dit met warmte en genegenheid? Luisteren we echt naar de ander? Ontvangen we hem als mens, mét zijn verhaal? Durven we wel eens iemand aanraken, letterlijk een schouderklop geven, of een knuffel, of gewoon een hand vasthouden? In de gebaren die we naar elkaar toe stellen, in onze woordkeuze voor elkaar, in onze lichamelijke genegenheid voor elkaar, kunnen we een groot en mooi geschenk zijn voor elkaar, en dus voor de Heer.
Nog een geschenk dat we elkaar, en dus de Heer, kunnen aanbieden is ‘barmhartigheid’. We leven in een wereld die dikwijls getekend wordt door hardheid, oordeel, stigmatisatie. Lieve mensen, niemand van ons is volmaakt, niemand is af. Maar voortdurend op elkaar afgeven wat betreft onze kleinheid haalt het samenzijn naar beneden. Het is een negatieve neerwaartse spiraal. Elkaar van harte vergeven, de ander altijd opnieuw nieuwe kansen geven, barmhartig zijn voor elkaar, is zo’n groot geschenk dat we elkaar, en dus de Heer, kunnen aanbieden. Het zal van onze gezinnen, onze gemeenschappen, onze parochies, plaatsen maken waar zoveel meer mogelijk wordt dan wanneer we niet barmhartig en vergevingsgezind zouden zijn naar elkaar toe.
Ik wil afsluiten met nog één geschenk aan te halen dat we de Heer kunnen aanbieden. Dat is dagelijks tijd maken voor Hem alleen; voor gebed. Eigenlijk is dat fout gezegd, want wie tijd maakt voor expliciet gebed, maakt tijd voor de Kerk en de samenleving. Bidden is een zeer diepe vorm van liefde geven. Je groeit zelf als mens omdat je jezelf opent voor Gods genade wat alleen maar de samenleving ten goede komt. Maar ook de mensen waarvoor je bidt, of de intenties die je neerlegt in de schoot van de Heer, zullen door God gezegend zijn. Bidden voor Kerk en wereld is een verborgen wijze van naastenliefde waar we het belang niet van mogen onderschatten.
Maar ook tijd maken om God te danken, Hem lof toe te zingen… niet onbelangrijk!
Zo zie je maar, lieve mensen, hoe het gebeuren van de wijzen bij de kribbe concreet gestalte kan krijgen in ons dagelijks leven. Laten we het Christuskind alle eer brengen door er te zijn voor elkaar, doorheen daad en gebed. Maak er in de diepte een blij gebeuren van.
Hartelijk, kris
Wat er ook van zij, ik stel voor dat we ons buigen over de vraag: wat bieden wij aan de Heer aan? En we gaan het heel concreet maken: wat bieden wij de Heer aan vanuit de mens zoals we nu zijn, op de plek waar we wonen, op de vloer waar we werken, met de mensen ons gegeven?
Op 1 januari moest ik in het Woonzorgcentrum zijn waar ik werk, en ik passeerde het cafetaria (dat opengehouden werd door enkele vrijwilligers). Geen enkele tafel of zetel was leeg, integendeel: er werden stoelen bijgehaald om iedereen te kunnen laten zitten. Dit had natuurlijk alles te maken met 1 januari waar kinderen en kleinkinderen hun ouder of oma/opa de beste wensen kwamen brengen. Wat ik wil zeggen is: er werd tijd gemaakt voor elkaar.
Tijd, lieve mensen, is één van die geschenken die we elkaar, en dus de Heer, kunnen aanbieden. Het is geen onbelangrijk geschenk. We leven in een tijd waar vele mensen het zo druk hebben met eigen bezigheden dat de tijd voor de medemens soms in het gedrang komt. Wat jammer is. Tijd maken voor elkaar is van fundamenteel belang willen we de liefde voor elkaar handen en voeten geven. Zeggen met onze mond dat we elkaar graag zien zonder tijd te willen maken voor elkaar heeft geen zin. Het is als een cadeau verpakt in mooi inpakpapier maar zonder inhoud.
Een ander geschenk dat we elkaar, en dus de Heer, kunnen aanbieden is tederheid. Ik bedoel dit niet wollig. Diepgaande tederheid. Dat gaat dan over onze wijze van bij elkaar zijn. Welke woorden zeggen we naar elkaar toe? Met welke intonatie spreken we elkaar aan? Kijken we elkaar aan in de ogen? Doen we dit met warmte en genegenheid? Luisteren we echt naar de ander? Ontvangen we hem als mens, mét zijn verhaal? Durven we wel eens iemand aanraken, letterlijk een schouderklop geven, of een knuffel, of gewoon een hand vasthouden? In de gebaren die we naar elkaar toe stellen, in onze woordkeuze voor elkaar, in onze lichamelijke genegenheid voor elkaar, kunnen we een groot en mooi geschenk zijn voor elkaar, en dus voor de Heer.
Nog een geschenk dat we elkaar, en dus de Heer, kunnen aanbieden is ‘barmhartigheid’. We leven in een wereld die dikwijls getekend wordt door hardheid, oordeel, stigmatisatie. Lieve mensen, niemand van ons is volmaakt, niemand is af. Maar voortdurend op elkaar afgeven wat betreft onze kleinheid haalt het samenzijn naar beneden. Het is een negatieve neerwaartse spiraal. Elkaar van harte vergeven, de ander altijd opnieuw nieuwe kansen geven, barmhartig zijn voor elkaar, is zo’n groot geschenk dat we elkaar, en dus de Heer, kunnen aanbieden. Het zal van onze gezinnen, onze gemeenschappen, onze parochies, plaatsen maken waar zoveel meer mogelijk wordt dan wanneer we niet barmhartig en vergevingsgezind zouden zijn naar elkaar toe.
Ik wil afsluiten met nog één geschenk aan te halen dat we de Heer kunnen aanbieden. Dat is dagelijks tijd maken voor Hem alleen; voor gebed. Eigenlijk is dat fout gezegd, want wie tijd maakt voor expliciet gebed, maakt tijd voor de Kerk en de samenleving. Bidden is een zeer diepe vorm van liefde geven. Je groeit zelf als mens omdat je jezelf opent voor Gods genade wat alleen maar de samenleving ten goede komt. Maar ook de mensen waarvoor je bidt, of de intenties die je neerlegt in de schoot van de Heer, zullen door God gezegend zijn. Bidden voor Kerk en wereld is een verborgen wijze van naastenliefde waar we het belang niet van mogen onderschatten.
Maar ook tijd maken om God te danken, Hem lof toe te zingen… niet onbelangrijk!
Zo zie je maar, lieve mensen, hoe het gebeuren van de wijzen bij de kribbe concreet gestalte kan krijgen in ons dagelijks leven. Laten we het Christuskind alle eer brengen door er te zijn voor elkaar, doorheen daad en gebed. Maak er in de diepte een blij gebeuren van.
Hartelijk, kris
Dat zijn weer vier heel mooie tips, Kris. Tijd, tederheid, barmhartigheid en ons gebed, als we dat geven aan de anderen, eren wij ook God en laten wij Hem de Heer zijn van ons leven.
BeantwoordenVerwijderenOm nog even terug te komen op mijn woord van gisteren: oprechte dank voor uw reacties. Ze zijn zo juist en terecht. Ook ik sta niet te springen om kerken te sluiten, hoor, en nog minder om ze door aula's te vervangen. Ik was vrijdagavond na het lezen van KN echt diep bedroefd en ik heb het tegen de Heer ook gezegd in mijn gebed. Maar gisterenmorgen was de lucht voor mij wat opgeklaard. Het was alsof de Heer zelf mij het antwoord gaf: Je moet niet bang zijn, ook als het zover komt dat er geen kerken meer zouden zijn, dan kan je nog altijd christen zijn. Dan doe je zoals de eerste christenen die nog geen eigen kerken hadden: eucharistie vieren in een of ander huis, 's zondags misschien een aula huren of het gemeentelijk ontmoetingscentrum. En voor begrafenissen kan je ook gebruik maken van de aula's van de wereld. Nu mogen wij, priesters in Vlaanderen, daar geen uitvaart leiden, omdat de bisschoppen - terecht - hun kerken willen beschermen, maar als de kerken toch nog weg zouden vallen, dan kun je misschien ook voor mensen die je nu niet mag helpen in een aula, ook voorgaan bij het afscheid van hun dierbaren. Veel mensen kiezen immers voor de aula omwille van het gemak of omwille van misschien moeilijke familiale situaties. Maar goed, ik hoop dat wij onze kerken kunnen behouden. Ze zijn inderdaad gewijde ruimten voor God. Als dat wegvalt, zullen we zeker veel kwijt zijn. Toch vrees ik dat wij aardig op weg zijn naar zulke tijden. De maatschappelijke evoluties gaan razendsnel. Maar ook dan blijft God bij Zijn volk, desnoods zonder kerk, op de manier zoals ik het aangaf. Wees niet bang en kniel vandaag maar met de Wijzen neer bij de kribbe. Doe dat in de kerk of in je gebedshoekje, doe dat in je living of op je slaapkamer. Kies voor je gebed de plaats waar je Hem het best kunt vinden. En ook in de houding waarin je het best bij Hem kunt blijven: zittend, knielend of zelfs liggend. Niet per se de gemakkelijkste plaats en houding kiezen, ook niet per se de moeilijkste, maar zoals God zelf je het ingeeft. Maar zo weinig mogelijk bewegen, wel je laten bewegen door Hem. En je kunt je hierbij heel goed laten leiden door het woord van Kris deze morgen.
dank, goede mannen, voor uw warme woorden.
BeantwoordenVerwijderenDank voor het woordje van deze morgen in de eucharistieviering. Alles uit het leven gegrepen en gegeven om van te leven.
BeantwoordenVerwijderen