Doop van de Heer - A

Er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind Ik vreugde.’

Het was de stem van de Vader die in het vuur van de Geest zijn liefde voor zijn Zoon uitzong. Jezus is niet enkel zijn geliefde Zoon, Hij vindt ook vreugde in Hem.

Deze woorden mogen wij steeds opnieuw beluisteren wanneer we in de spiegel van ons eigen doopsel kijken. Want ook toen, bij ons doopsel, sprak de Vader tot ieder van ons in de liefde van zijn Geest: 'Gij zijt mijn geliefde dochter/zoon, in u vind Ik vreugde.'
Bij het doopsel worden we immers opgenomen in Christus zelf. Hoe zou de Vader, die ook de Zoon bemint, dan ook niet zijn kinderen beminnen. Doorheen de Zoon bemint Hij immers ieder van ons, vindt Hij vreugde in ons.

Laten we dagelijks drinken aan de genade ons bij het doopsel geschonken. De doop is immers een bron van levend water die niet ophoudt te vloeien. Bedoeling is dagelijks bij deze bron neer te vertoeven, er van te drinken. Steeds weer opnieuw zullen we vervuld worden met Gods Woord: 'Gij zijt mijn geliefd kind, in u vind Ik vreugde'.

Laten we Gods vreugde niet beschamen. Maar laten we vanuit de doopgenade in het leven staan, doen wat we moeten doen, laten wat we moeten laten, om verenigd met de Heer Gods goedheid te bezingen naar allen die God op ons levenspad brengt.

kris

Reacties

  1. Bij het doopsel van Jezus waren ze alle drie aanwezig: Jezus, de Zoon; de stem van de Vader; de zalving van de H. Geest. Ook wij werden in ons doopsel ingevoegd in het leven van Gods Drie-eenheid. Mochten wij elke dag een beetje meer vanuit dat mysterie leven. Mochten we groeien in de liefde voor God en voor elkaar opdat de Vader ook in ons Zijn welbehagen kan hebben, in dezelfde kracht van de H. Geest die Jezus bezielde. Die H. Geest daalde op Jezus neer toen Hij door de Doper werd gedoopt. De H. Geest nam de gestalte aan van een duif. Dat is de duif die Noah losliet uit de ark toen de zondvloed voorbij was. In Zijn doopsel droeg Jezus al ons aller zonden die Hij later uit zou boeten op het kruis. Hij liet ze al afwassen in de Jordaan. En toen was de vloed van de zonde eigenlijk al voorbij, want door Jezus die ons aller mens zijn aan had genomen, was God weer de Heer van de mensen en in hen kon nu de H. Geest wonen, de gezindheid die in Jezus en in God zijn, een gezindheid die niets anders meer is dan dienende liefde. Het is goed dat onze kinderen al als kind in dat spoor van Jezus worden gezet. Dan kan heel hun leven een openbloeien zijn van wat in hun doopsel als kiem aanwezig kwam: de H. Geest, de gezindheid van dienende liefde die ook in God en Jezus zijn. Neen, we moeten onze kinderen niet laten wachten tot ze zelf kunnen beslissen. De kinderdoop is een zegen en een genade die niemand hen nog zal kunnen ontnemen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ERRATUM:
    tweemaal dezelfde verschrikkelijke grammaticale fout: 'de gezindheid … die ook in God en in Jezus ZIJN'. Moet natuurlijk zijn: 'die in God en Jezus IS'. Dan wordt mijn gedrongen tekst wat klaarder. Anders sla je hem gewoon maar over, hoor.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De H.Geest is toch oneindig veel meer dan een 'gezindheid'. Hij is, zoals de Vader en de Zoon, een Persoon in de Drievuldigheid, waarmee men een sterke, innige relatie kan hebben, net zoals met de Vader en Jezus. De H.Geest leeft in ons, is reëel aanwezig in ons leven met zijn wijsheid en zijn leiding, met zijn zalvende, sterkende en helende kracht. Voor een gedoopte christen is dit toch vanzelfsprekend...?!

      Verwijderen

Een reactie posten