vrijdag in week 17 door het jaar

Na heel wat rondtrekken en verkondigen, komt Jezus vandaag langs zijn eigen erf. Hij komt thuis. Normaal zou je dan denken: Feest, want onze Jezus komt thuis. Maar nee hoor. Ze nemen ‘aanstoot’ aan Hem. En ook hier om dezelfde reden dan dat men ook op andere plaatsen aanstoot aan Hem nam: men nam het namelijk niet dat Hij in naam van God sprak, in naam van God vergeving schonk, in naam van God wonderen verrichtte. Of anders gezegd: men kon niet geloven dat Hij Gods Zoon was, de verwachtte Messias.
Niet thuis komen in z’n eigen familie… het moet een harde noot geweest zijn voor Jezus.

En wat is het gevolg van het ongeloof van de mensen? Hij kon niet veel wonderen verrichten, zo lezen we. Geloof heeft immers te maken met je hart openen, je ziel geven aan het gebeuren, je hele zijn toevertrouwen aan wat (aan Wie) er naar je toekomt. Kan je dit laatste niet, uit ongeloof, dan kan het wonder van Gods aanraking nauwelijks, moeilijk, of niet plaatsvinden.

Daarom is het zo belangrijk de Heer te herkennen als wie Hij is: God die Mens geworden is onder ons; ten volle gelijk aan ons, én helemaal God. En je aan Hem toevertrouwen. Dan kan het wonder geschieden: het wonder van eenwording tussen ons en de Heer, het wonder dat Hij door ons heen kan leven, werken, bidden, zingen.

Laten we ons openen voor dit wonderlijk gebeuren, opdat we vanuit een diepe godsontmoeting de dingen mogen doen die we te doen hebben.

kris

Reacties

  1. In de eerste lezing lazen we over de feesten die de Israëlieten moesten vieren voor de Heer. Elke cultuur heeft haar feesten. Zelfs een seculiere samenleving wil op geregelde tijdstippen een feest vieren om haar waarden in het licht te stellen. Men zou aldus een feest kunnen vieren van de arbeid – wat al gebeurt – of van de democratische vrijheid of van de mensenrechten of van de gelijkheid van de geslachten. Ik weet niet of onze Belgische samenleving nog lang onze christelijke feesten publiek en voor allen in stand zal kunnen houden. Onze samenleving is nu eenmaal pluralistisch en seculier. Maar goed, die Joodse – en ook onze christelijke – feesten dienen om ons geloof in trouw te bewaren. De processies van vroeger waren een openbare hulde aan onze God en zulke evenementen hielden de mensen – de burgers of de gelovigen – samen in een algehele verbondenheid. Religieuze feesten verbinden ons met onze God. Als mensen nu niet veel meer op zondag naar de kerk gaan, dan verliezen ze ook veel banden met elkaar, en vooral, dan vergeten zij wie God is, wat Jezus voor ons gedaan en geleden heeft. Feesten houden de mensen samen, feesten maken een samenleving beter. En Jezus heeft onze samenleving ook beter gemaakt. Hij gaf ons God, Hij gaf ons Gods liefde, en daar wordt een mens beter van. Elke eucharistie maakt ons beter. We gaan eruit weg met meer innerlijke vrede dan toen we in de kerk binnenkwamen. Maar het evangelie van deze dag verhaalt al over de afwijzing van Jezus door Zijn eigen dorpsgenoten. Zeker, Zijn moeder Maria en nog anderen zullen Hem graag terug hebben zien komen, maar al vanaf het begin van Zijn openbaar optreden, wees men Hem af. Wat Nazareth met Jezus deed, dat zal op Goede Vrijdag heel het volk doen. Jezus had ook goddelijke aanspraken, en ofschoon Zijn dorpsgenoten Zijn wijsheid en Zijn wondermacht moesten erkennen, stelden zij zich er toch vragen rond. Zij konden niet blij zijn met Jezus. Ze konden niet zien dat Hij kwam in de naam van God. Kunnen wij dat? Onze samenleving kan het niet goed meer. Ze is, zoals ik al zei, dan ook seculier en pluralistisch. Maar dat moet ons niet bang maken. Laten wij op zondag en op feestdagen de eucharistie blijven vieren om Jezus’ werkelijke tegenwoordigheid die de wereld beter maakt, niet uit het oog – en uit het hart! – te verliezen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten