woensdag in week 18 door het jaar

Wat de Kanaänitische vrouw ons vandaag leert is hoe we moeten bidden, namelijk nederig, volhardend en vol vertrouwen.

De dochter van deze vrouw was bezeten. Maar ook zijzelf was bezeten. De dochter door een kwade geest, zij echter door de heilige Geest. En dit laatste wil Jezus duidelijk maken wanneer Hij in eerste instantie (ook in tweede instantie) de vrouw afwijst. Echt gebed houdt niet op wanneer men schijnbaar niet verhoord wordt. Echt gebed (het bidden in de Geest) houdt vol, blijft voortduren, ook al zie je niet onmiddellijk vruchten.

Wanneer wij een smeekgebed verrichten, en de heilige Geest heeft ermee te maken, houden wij dat dikwijls niet vol en doven op die wijze de werkzaamheid van de Geest. Wat jammer is! God neemt zijn tijd (en Hij weet waarom) en laat de Geest zijn werk doen. Deze werkzaamheid is belangrijk voor onze persoonlijke groei die doorgaans in het verborgene gebeurt. Bidden, blijven bidden, het smeken volhouden, vormt ons meer dan we zelf vermoeden. Het leert ons nederig worden, het stelt ons vertrouwen op de proef, het leert ons geduldig zijn, het leert ons uit handen geven.

Bidden is iets anders dan een frisdrank nemen uit een drankautomaat. We bidden een tientje en het komt wel in orde. Nee, doorgaans werkt het gebed zo niet. Bidden is gedisciplineerd volhouden waarmee de Geest je in beweging zette. Van dag tot dag, soms maanden of jaren aan een stuk.

Denken we aan de vele monniken die wereldwijd in alle vroegte neerknielen om Gods vrede in deze wereld af te smeken, heel hun leven lang, dag in dag uit.
Deze abdijen zijn haarden van gebed, en zo belangrijk voor de mensheid.
Laten we ons verenigen met hen, en bidden dat Gods wil moge geschieden, op aarde zoals in de hemel.

kris

Reacties

  1. - De Israëlieten staan op het punt het beloofde land binnen te gaan, maar ze durven de stap niet zetten. Ze klagen, ze jammeren. Nu is Gods geduld op: ze zullen ook niet binnengaan in het land. Veertig jaar - een mensenleven - gaan ze ronddolen in de woestijn. Heeft God hen verlaten? Eigenlijk hebben zij God verlaten. Ze geloven - lees: ze vertrouwen - niet meer in / op hun God. Daarin gelijken ze op onze tijd. We leven na het concilie van de jaren 1962 -65. Alles is gereed voor een bloeiende Kerk, een boeiend geloof, met een actieve deelname van alle gelovigen aan het lezen van de Schrift, het volgen van de liturgie ( in de volkstaal!), aan het pastoraat. En toch is de bloei van het geloof die de concilievaders verhoopt hadden, er niet gekomen.
    - Wat doen we daarmee? De Kananese vrouw is ons model. Haar dochter is door een demon bezeten. Bezeten wil zeggen: bezet door iets anders dan God. Misschien door de wereld met haar luxe en rijkdommen. De vrouw roept: 'Kyrie eleyson, Heer Jezus, ontferm U over mij'. Ze identificeert zich met haar verloren dochter. Ze zegt: 'Ontferm U over MIJ', hoewel het eigenlijk om haar dochter gaat. Veel van onze kinderen en kleinkinderen hebben ook God niet meer. Laten wij ons met hen vereenzelvigen en in ons gebed roepen: 'Heer, ontferm U over ONS!' Het gaat immers ons aan, het doet ons pijn als ze ons niet volgen in ons geloof. Jezus geeft geen antwoord. De leerlingen willen haar wegsturen. Veel mensen willen ook nu dat we zwijgen over het geloof: 'Ga naar de psychiater, laat je behandelen en word ongelovig zoals wij; God bestaat toch niet'. Jezus wijst de vrouw en ook ons niet af. Maar Hij lijkt ons ook geen antwoord te geven. De vrouw blijft dan maar roepen en vertrouwen. Hij zegt niets, maar stuurt haar en ons ook niet weg! Dan zegt Jezus dat Hij alleen gezonden is naar de verloren schapen van Israël. Zij is een vreemde, een heidense. Maar Jezus' woord doet haar vertrouwen groeien: 'Die Jezus is nog zo ongevoelig niet. Hij komt voor verloren schapen, waarom dan ook voor mij niet?' Opnieuw roept ze om erbarmen. Jezus mompelt dan iets dat het niet goed is het brood voor de kinderen aan de honden te geven. Dat doet haar nog meer vertrouwen. Sidon en Tyrus hebben als rijke steden Israël vaak behandeld als honden, vandaar Jezus' hard woord. Maar de vrouw zegt: 'Toch wel, Heer, de honden eten ook van de kruimels die de kinderen van de tafel laten vallen'. Dat is een vast geloof. Daar kan Jezus niet tegen op. Hij geeft toe, Hij geeft haar haar verlangen: de dochter wordt genezen. Zo moeten ook wij bidden, volhardend bidden voor tijdgenoten en kinderen en kleinkinderen die schijnbaar de weg naar God niet vinden. Zovelen van hen hebben een hart voor de zieken, de bejaarden. Zelfs aan zee kiezen studenten voor een vakantiejob als redder. 'Dat geeft mij het gevoel 's avonds dat ik iets heb kunnen doen voor de mensen', hoorde ik een jong meisje op het nieuws zeggen. Als er nog zoveel liefde is voor de mensen, waarom zou dan ook de bron en de oorsprong van de liefde - dat is God - dan niet terug worden gevonden? Hij zal zeker terug worden gevonden, vroeg of laat, en misschien zien we het nu al hier en daar beginnen... Als ik priester wilde worden, dan was mijn eerste motief toch ook: 'Ik wil iets goeds doen voor de mensen'?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bidden is wellicht ten diepste toe geloven dat het allemaal terecht komt. Bidden is wellicht
    zoeken tot er uitkomst in zicht is. Bidden is wellicht de hoop bewaren !

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Leestip over stilte;



    Wat stilte kan zijn.
    Stilte is geladen. Ze herbergt iets, maar je ziet of hoort het niet. De eerste kunst is om stilte stilte te laten zijn, niet steeds in verklarende gedachten te verdwalen, maar gewoon: helemaal niets. Stilte. Ik hoef niets, hoef geen antwoord te geven, geen oplossing te weten. Stilte heelt. Ik kan rustig worden van stilte. Het kan zijn dat stilte confronterend is en daarom bedreigend. Stilte kan aangrijpen, je overvallen als iets dat niet van jou is en ongrijpbaar blijft. Stilte toont wat je verwaarloosd hebt terwijl het juist aandacht verdient.

    Voor wie het zo wil interpreteren is stilte religieus. Wij zullen nooit weten wie of wat God is, maar we kunnen Hem of Haar aantreffen in de stilte. Als alles in mij stil valt, is er niet zomaar holle leegte: de stilte werkt op mij in en geeft mij toegang tot ervaringen van geluk en liefde. Ik kan vrede vinden in de stilte, mij er gelukkig in voelen en mij bemind weten. Ik kan het zien noch horen, maar voelen des te meer. Er is contact, communicatie met die geheimzinnige Ander die zich zwijgend aan mij meedeelt.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Pr Daniel
    Ik heb een kleinkind dat nooit een kruisje wilde aanvaarden wanneer hij ging slapen .
    Nu is hij bijna zes en nu mag het. Ik heb volgehouden en ben dankbaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ons achterkleinkind was heel veel hier,vanaf haar geboorte,haar mama ,ons kleinkind was alleenstaande moeder,en woonde een poosje bij ons,ik gaf haar elke avond een kruisje,en deed mijn gebed(getijdengebed)op een bidbankje,waar zij als baby naast me stond,toen ze kon lopen kwam ze naast me zitten.
    Nu wordt ze bijna 9 jaar en ik hoorde een gesprek tussen haar en een moslimjongen van dezelfde leeftijd.
    De jongen:'mijn mama bid 5 x per dag op een matje.
    Ons achterkleinkind:'mijn oma bid 5 x per dag op een bidbankje,mijn oma is heilig,want ze kent God,en ze bid voor de hele familie ,ik heb het zelf gehoord.

    He oma,riep ze ,jij bid ook he s'morgens 2 x en s'middags en s'avonds 2 x he oma---kindje ,ik denk dat elke mens wel bidt,maar niet iedereen heeft de gelegenheid om een bidmatje en bidbankje te hebben of te kennen he,

    en--- God alleen is heilig !!!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Luister niet
    naar de herrie van de wereld,
    maar naar de stilte van je ziel.

    In de stilte, Heer...

    Heer, Gij zegt: “Wie dorst heeft zal Ik te drinken geven,
    uit de bron van water van het Leven”.
    “IK ben de Verrijzenis, IK ben het Leven,
    gelooft in Mij, en Ik zal u eeuwig leven geven”.

    Heer, ‘k ben maar een eenvoudige mens en kan uw Woord soms niet begrijpen.
    Maar in de stilte, Heer, geeft Gij mij inzicht en laat Gij Uw Woorden rijpen,
    zodat ik ze niet weggooi als onnuttig zaad,
    maar laat groeien en bloeien tot raad en daad.

    Heer, zo laat Gij mij steeds meer hunkeren naar het Echte Leven.
    Vaak voel ik ze niet, Uw gaven en genaden, mij overvloedig gegeven.
    Maar ik voel, ik kan niet anders dan U danken, eren en loven.
    Want in de stilte, Heer, laat Gij U ervaren en kan ik geloven.

    Heer, door uw kruis hebt Gij het recht op mijn totale liefde verworven.
    Maar ze is zo onvolmaakt, zo broos, zo vaak bedorven.
    Maar keer ik mij in de stilte verdrietig hierom tot U, O Heer,
    dan voel ik Uw liefde, barmhartigheid, vergeving, altijd weer.

    Paulus zegt : “Mijn zwakte is mijn sterkte”, dus ook mijn kracht.
    Hierin ervaar ik ook voor mij uw goddelijke macht.
    Verlaat ik slechts een ogenblik uw weg, zo moeilijk en zo krom,
    in de stilte, Heer, roept Gij zachtjes en keer ik mij weer om.

    Want wordt mij soms door mensen leed gedaan
    en dreigt mijn liefde zo in wrok over te gaan,
    in de stilte, Heer, legt Gij dan vergeving in mijn hart,
    die intense vreugde geeft, zelfs in die smart.

    Of schreeuw ik soms in zwakheid, onvolmaakt geloof of groot verdriet,
    “Heer, waarom ? Waarom, Heer ? Gij hoort mij niet !”
    In de stilte, Heer, bedaart Gij mij en laat mij duidelijk horen :
    “Rustig nu, geloof, vertrouw; op Mijn tijd zal ik u verhoren”.

    Of willen duisternis of wanhoop mij plotseling overmeesteren,
    en kan uw bemoedigend Woord mij dan niet meer begeesteren,
    voel ik mij zondig, klein, of geestelijk onvoldaan,
    in de stilte, Heer, voel ik plots de vreugde : Gij zijt WEL met mij begaan.

    Ja, Heer, Gij leert mij in vreugde en in pijn,
    hoe verkwikkend het is, zoals ik ben, bij U te zijn.
    Ik bid U : Blijf in mij, maak ons voor altijd één.
    Want in de stilte, Heer, voel ik : ik ben NOOIT alleen.

    Bid ik dan voor ’t laatst : “Vergeef mij, Heer, ‘k heb U en mensen te weinig bemind”,
    dan hoop ik toch uw stem te mogen horen : “Ik heb u toch zo lief, mijn kind !
    De tijd is thans gekomen om uw vurigste wens te beleven,
    kom nu bij Mij, bevrijd, voor EEUWIG LEVEN !”

    Amen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten