zaterdag in week 2 vasten

Centraal in de parabel van de verloren zoon staan volgende woorden: 'Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.'

De vader viel hem om de hals en kuste hem. In deze coronatijden absoluut onaanvaardbaar... Maar mensen: wat een kus! Het is een kus, een omhelzing, getekend door een en al barmhartigheid. 

Awel, zo is God. Barmhartigheid; geheel en al. Hij heeft geen ander hart om naar de mensen te kijken, naar hen uit te kijken, naar hen toe te snellen. Barmhartigheid tekent Gods hele zijn, het is het hart van zijn bestaan, de spirit van zijn liefde.

Wat een geluk voor ons. Wat zouden we zijn zonder Gods barmhartigheid?

En dan te weten dat elders Jezus vraagt barmhartig te zijn zoals God barmhartig is. Dus we zij geroepen met diezelfde liefde naar de ander te kijken dan dat God naar ons kijkt. Wat een opdracht, wat een missie. Maar wat een eer ook te mogen delen in Gods liefde.

Mensen, het leven wordt een feest wanneer we ons in beleving deelgenoot weten van Gods liefde voor de mensheid. Dat geeft vrede, dat geeft innerlijk feest. Het geeft leven aan de ander en aan jezelf.

Laten we ons geven aan Christus, opdat we in Hem beeld en gelijkenis mogen zijn van Gods barmhartigheid voor allen.

kris

Reacties

  1. Dank u, Kris. Heel mooi en waar!

    ‘Neem Uw herdersstaf, Heer, en weid Uw volk’, bidt de profeet Micha. Hij vraagt dat het volk in tijden van verval, weer thuis mag zijn bij zijn God.
    ‘Ik laat wonderen zien’, is het antwoord van de Heer, ‘wonderen zoals in de tijd toen jullie uit Egypte wegtrokken’.
    God verplettert onze schuld onder Zijn voeten, alle zonden verdwijnen in de diepte van de zee, net zoals de Egyptenaren, de vijanden van het Godsvolk, bedolven werden onder het water. Zo goed is God. Geen schuld is te groot om niet vergeven te kunnen worden. Daarvoor zond God zelfs Zijn eigen Zoon. Altijd was Jezus bezig met nieuwe kansen geven, met het verkondigen van de goedheid van God. Maar dat verstonden de leiders van toen niet. Daarom vertelt Jezus in deze mooie parabel van de goede Vader over de jongen die van thuis weg was gelopen. Hij wilde zijn eigen weg gaan. Weg van zijn goede thuis, weg van zijn goede vader. Eerst ging het goed. Maar toen kwam in dat land, ver van zijn vader, hongersnood. Het begon hem benauwd om het hart te worden. Hij kreeg honger. Hij dacht aan de tijd toen hij nog bij zijn vader was. Hij wilde terug. Hongersnood, een ramp, het Coronavirus. Ver van God houdt een mens het niet uit. Zelf, alleen, kan de mens het niet. Ook nu niet. Maar de Vader staat op de uitkijk. Ook nu, denk ik. Deze cisistijd is een kans tot herbronning. God staat klaar om ons weer te omhelzen. Hij wacht op ons. En zo blind wil Hij zijn, dat Hij onze zonden niet meer ziet. God is een beetje zoals de oude en blinde Isaac die niet ziet dat de jongste, Jacob, zijn vader bedriegt. God ziet in ons alleen nog de goede, trouwe oudste zoon, die nooit van thuis wegliep. Maar ook die goede, trouwe oudste zoon was niet tevreden met die goedheid van zijn vader voor de jongste. Hij wilde niet bij het feest, hij wilde niet naar binnen. Ook hij was een verloren zoon. De vader was allebei zijn zonen kwijt. Die oudste, dat waren de leiders van het volk, dat zijn ook wij soms. Er is maar één goede en trouwe oudste zoon, en dat is Jezus, Gods enig- en eerstgeboren Zoon. Jezus, alleen Hij, lijkt op Zijn Vader, is even goed als de Vader goed is. Hij is dan ook God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God. Kun je je dat voorstellen, beste broer en zus, dat ook jij en ik door God echt bemind zijn? Echt bemind ondanks ons falen en weglopen van God? Velen van ons zeggen wel: ‘God is liefde’. Maar velen kunnen het niet echt geloven dat zij echt door God bemind zijn. Toch is in bijna-doodervaringen dat altijd de hoofdtoon: je bent daar bemind, je bent daar aanvaard zoals je bent. Hierna is niets dan liefde, niets dan goedheid. Mensen die zoiets meegemaakt hebben, zijn niet meer bang om te sterven. Zij zijn uit hun lichaam geweest, bijna op de andere oever. Die andere oever is niets dan licht, niets dan liefde, niets dan puur aanvaard zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Persoonlijk ben ik in dit verhaal steeds getroffen geweest door de situatie en de houding van de oudste zoon.
    Natuurlijk mag de vader blij zijn dat de jongste daar te terug is en feest mag er zeker zijn.
    Maar hij vergat zijn oudste zoon te verwittigen dat zijn jongere broer op komst is.
    En de vader vergat ook de oudste wel eens te bedanken voor zijn trouwe dagelijkse dienst

    Ik geef toe dat ik ook wel eens de jongste zoon ben maar evengoed de oudste. En dan zou ik ook graag een blijk van waardering en liefde krijgen voor mijn trouwe dienst dag na dag...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. "Die andere oever is niets dan licht, niets dan liefde, niets dan puur aanvaard zijn." dat zou je zo kunnen zeggen, maar er is aan die andere oever ook het besef dat dat altijd al zo was, dat wij en al wat is uit licht en liefde voortkomen en bestaan en nooit niet-aanvaard waren. en dat alles in het menselijk leven draait om het ontvangen en geven van liefde, dat dat het enige is wat er toe doet.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Niet te veel focussen op de zonen. Deze parabel gaat over de Vader. Barmhartig voor de jongste en liefdevol voor de oudste. De oudste krijgt te horen "Jij bent altijd bij Mij en al het Mijne is het uwe" (ongeacht zijn houding) Grote liefde is dat en een prachtige bevestiging van zijn kindschap. De jongste krijgt de volle laag van barmhartigheid over zich heen (ook ongeacht zijn houding). Beiden zijn evenveel waard in de ogen van de Vader. Zo "laat God de zon (van Zijn liefde) opgaan over goeden en kwaden", leert Jezus ons. De moeilijkheid zit soms in onze houding/opvatting, dat wij menen door 'onze' inspanningen méér van Gods liefde te (mogen) krijgen dan anderen. God is liefde. Voor iedereen. Die liefde is onveranderlijk. Als we leven vanuit Gods woord, beginnen we er iets van te begrijpen.
    In het Nieuwe Testament leer ik de les uit Titus 3,4: 'God heeft ons gered, niet omdat wij iets goeds gedaan zouden hebben, maar alleen omdat Hij barmhartig is'. Goddelijk is dat! Deze parabel is daarvan een prachtige illustratie. God is barmhartig!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten