zondag 12 door het jaar - A

WEES NIET BANG

Onderstaande overweging is van de hand van Frans Mistiaen, sj

'Wees niet bang!' zegt Jezus ons. En wij vragen Hem: 'En waarom niet?' Het antwoord van het evangelie van vandaag luidt: Omdat wij zeker mogen zijn van de liefdevolle zorg van God voor ieder van ons! Met het beeld van de ‘mussen’ en de ‘haren op ons hoofd’ zegt Jezus ons dat zijn Vader met dezelfde sterke liefde zorgt voor allen, ook voor de kleinsten en de zwaksten, ook voor de mens, die zich uitgeschud voelt als een ordinaire straatmus of zich zo nietig ervaart als een hoofdhaar dat uitvalt.

Maar het antwoord voldoet ons niet en wij vragen verder: 'Wat is die zorg van God voor ons nu eigenlijk wel waard?' Want ondanks dát, blijven de mussen sterven en blijven onze hoofdharen uitvallen. Die zorg van God voor ons moet dus iets anders zijn dan een uiterlijke bescherming. God trekt ons niet weg uit de miserie, uit de aftakeling, uit de gevaren, het onheil of de vervolgingen. Zulk een miraculeus ingrijpende God bestaat niet. Hoe zorgt Hij dan wel voor ons?

Spontaan steken wij toch heel veel energie in de bezorgdheid voor ons ‘lichaam’, d.w.z. voor een aantal belangrijke, uiterlijke dingen: onze kledij, ons huis, onze auto, ons beroep, onze vakantie. Dat blijkt nodig om menswaardig te leven. En niemand zal dat ontkennen. Maar Jezus wil er ons toch aan herinneren dat wij, naast dit alles, ook nog een menselijke kern bezitten, een ‘ziel’, die nog veel belangrijker is, juist omdat God ons langs die schakel bereikt en wij daarlangs met Hem contact krijgen. Gods liefdevolle zorg voor ons heeft geen rechtstreekse invloed op de uiterlijke materiële omstandigheden, maar bereikt een veel dieper domein in ons. God werkt langs de binnenkant van de wereld, langs de kern van ons wezen, langs de bezieling van ons hart, langs onze vrije keuze, langs onze ‘ziel’. God schenkt in onze ziel zijn liefde. Zo beïnvloedt Hij de manier waarop wij, alles wat wij tegenkomen, beleven en verwerken. Dat wil zeggen dat wij binnenin al onze uiterlijke betrachtingen steeds de mogelijkheid ontvangen om te beminnen. Dit wil zeggen dat wij, bij alles wat ons overkomt, ervoor kúnnen kiezen juist niet verbitterd, opstandig of haatdragend te reageren, maar dankbaar, vergevend, delend en onszelf-gevend, liefdevol dus. Zo werkt Gods zorg voor ons, niet als een garantie die onze uiterlijke waarden zou beschermen en ons zou vrijwaren van materiële tegenslagen, maar wel als de inspiratie, als de kracht die ons bezielt en uitnodigt om steeds opnieuw ervoor te kiezen ons niet af te sluiten, maar te blijven liefhebben, zelfs in pijnlijke omstandigheden.

Nemen wij het voorbeeld van een zieke die vast gekluisterd ligt op het ziekbed. De liefdevolle zorg van God voor die mens wil niet zeggen dat Hij hem plotseling zal genezen, maar wel dat Hij de dokters, de verpleegsters en de familie inspireert om de zieke de beste zorgen te bieden en dat Hij de zieke zelf bezielt om, zelfs in die moeilijke omstandigheden, liefdevol te reageren tegenover diegenen die hem omringen. Er zijn inderdaad zieken die niet de hele dag liggen te klagen, hoezeer we dat ook, gezien het zwaar lijden, kunnen verwachten, maar die met grote interesse navraag doen over hetgeen hun bezoekers ter harte gaat.

Eigenlijk zegt het evangelie ons: 'Wees niet bang! Want gij hebt in u de kracht om lief te hebben, ook nu!' Hoe beperkt wij uiterlijk dus ook zijn, hoe klein wij ons ook voelen, hoe geslagen wij door het leven ook worden, één kracht kan niemand ons ontnemen: de mogelijkheid die wij in ons dragen ervoor te kiezen juist nu niét verbitterd of opstandig te worden, maar dankbaar en gevend te blijven. Dit is de ware grootheid van de christelijke gelovige. Die liefdevolle houding zal ons niet als bij toverslag uit de uiterlijke miserie redden, maar geeft ons een daadwerkelijke, innerlijke sterkte om de meest pijnlijke tegenkantingen het hoofd te bieden.

Als God ons te hulp komt, dan hoort er altijd van onze kant een engagement bij om, met de mogelijkheden die wij nu hebben, mee te werken met zijn dagelijkse, liefdevolle zorg voor ons.

God biedt ons zijn liefdekracht, ook als wij ons zo waardeloos voelen als een straatmus of een uitgevallen haar. Wij zijn niet bang, zeker niet voor onze God, en ook niet voor wat ons kan overkomen in deze wereld. God zal de kleine mus niet vrijwaren van de koude winter, van de lange droogte of van de gevaarlijke vijanden. Maar, omdat wij mensen zijn, geeft Hij ons, kleine mus-mensen, de kracht om te beminnen.

Laten we bidden

Heer,
U wijst ieder van ons de weg.
U  laat ons nooit alleen,
want in uw liefde hebt Gij ons gegrondvest.
Geef ons ontzag voor uw heilige aanwezigheid
en een liefde voor alles en allen
die haar kracht vindt in U,
een liefde die stand houdt voor altijd.
In uw naam.
Amen.

Graag wens ik ieder van u een zondag toe vervuld van Gods liefde.
kris

Reacties

  1. gij hebt in u de kracht om lief te hebben, ook nu!' Hoe beperkt wij uiterlijk dus ook zijn, hoe klein wij ons ook voelen, hoe geslagen wij door het leven ook worden, één kracht kan niemand ons ontnemen: de mogelijkheid die wij in ons dragen ervoor te kiezen juist nu niét verbitterd of opstandig te worden, maar dankbaar en gevend te blijvenDit is de ware grootheid van de christelijke gelovige. Die liefdevolle houding zal ons niet als bij toverslag uit de uiterlijke miserie redden, maar geeft ons een daadwerkelijke, innerlijke sterkte om de meest pijnlijke tegenkantingen het hoofd te bieden. Hopelijk is dit juist, ik wens het van harte.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Niet gemakkelijk, Geerte, om tot die innerlijke houding te komen, maar volgens mij heel correct. Pas nadat je de uiterlijke miserie kan aanvaarden, kan je er ook vol vertrouwen het hoofd aan bieden. Zou dit niet de 'christelijke hoop' zijn???

      Verwijderen

Een reactie posten