Christus Koning
De overweging is van Frans Mistiaen, sj
Het kan eigenaardig lijken dat de Kerk aan Jezus de titel "Koning" heeft willen geven, Hij die alles heeft gedaan wat Hij kon om zijn volgelingen te verhinderen Hem tot Koning uit te roepen. Maar het evangelie van vandaag over Golgotha laat er geen twijfel over bestaan: als Jezus Koning is dan is het wel op een heel speciale manier. Vreemde Koning inderdaad die, getooid met een kroon van doornen, ons samenbrengt rond een wrede troon, zijn kruis. Het is naar de lijdende, weerloze Jezus dat wij vandaag opkijken om Hem te erkennen als onze Heer en Koning. Daarbij komt natuurlijk de vraag: "Welke soort koninklijke heerschappij oefent deze Gekruisigde dan wel uit?"
Jezus is een Koning die er niet op de eerste plaats op uit is zichzelf te redden. Gedurende heel zijn leven heeft Hij voortdurend tijd en aandacht geschonken aan anderen: aan zieken, aan armen, aan eenvoudigen, aan uitgestotenen. "Hij ging al weldoende rond", maar "Hij had zelf geen steen om zijn hoofd op te laten rusten." Steeds weer was Jezus, zichzelf-gevend, totaal beschikbaar voor anderen. Zelfs te midden van het hevigste lijden op het kruis denkt Hij niet eerst aan zichzelf. Hij vervalt niet in zelfbeklag of verbitterde opstandigheid. Ook dan nog is Hij op de eerste plaats bezorgd voor anderen, concreet diegenen die Hem op dat moment omringen. Hij vergeeft zijn beulen. Hij vertrouwt zijn Moeder en zijn geliefde leerling aan elkaar toe. Hij belooft aan de goede moordenaar het paradijs. Door die aandacht voor anderen, ook in het lijden, toont Jezus zijn liefde tot het uiterste toe. Hij is een Koning voor anderen.
Daarbij is Jezus een Koning die niet als een volkstribuun op de eerste plaats een uiterlijke, materiële of lichamelijke verbetering voor de mensen brengt, maar een Redder die ons vooral wil bevrijden van onze diepste kwaal, nl. van de liefdeloosheid van ons hart. "Messias, Gij kunt niet redden!" dat is het refrein dat terugkeert in de spottende reacties van de omstanders. En daarmee kunnen wij de kern vinden van wat Lucas ons vandaag eigenlijk wil zeggen nl.: Jezus is voor ons, gelovigen, wél de echte, uiteindelijke Redder, de Redder namelijk, niet van onze buitenkant, maar van onze binnenkant.
Jezus is ten slotte Koning, niet als een Heerser, die uiterlijke macht gebruikt, maar als een Dienaar, die alleen grenzeloze liefde aanbiedt en allen uitnodigt tot vrijwillige wederliefde. Geen Koning met soldaten, geweld en overheersing dus, wel een Koning van de innerlijke bezieling en van de vrije overgave van ons hart. Indien Jezus op het moment van zijn kruisdood enige spectaculaire, bovennatuurlijke macht had gebruikt, dan had Hij daarmee juist de kern van zijn boodschap vernietigd, nl. dat Zijn Vader de mensen nooit wil dwingen tot slaafse onderdanigheid, maar een God is die Liefde is en Liefde wil blijven en daarom ons alleen maar kan uitnodigen om Hem uit vrije wil te beminnen. Echte liefde gebruikt immers geen macht, maar nodigt steeds uit.
De heel speciale soort koninklijke heerschappij die de Heer Jezus wil uitoefenen, is dus veeleer de bezieling van zijn belangeloze liefde waarmee Hij ons wil redden van onze zelfzucht. Toetreden tot zijn koninkrijk betekent voor ons: te midden van onze dagelijkse bezigheden en zorgen, toch steeds durven en blijven geloven in de kracht van de wederliefde als dankbaar antwoord op een God, die ons blijft beminnen. Als Jezus Koning is, dan is Hij de Koning van de Liefde in ons hart. Dan is Hij een Koning die wij uit vrije wil aanvaarden, omdat wij vol dankbaarheid inzien dat zijn liefde ons echt leven schenkt. Hij verwacht van ons dus geen onderdanigheid, maar vrij gekozen wederliefde tegenover Hem en tegenover onze medemensen.
In fel contrast met de spottende reacties van de omstanders, die het "koning zijn" van Jezus totaal verkeerd begrijpen als een uiterlijke machthebber, die wonderen zou kunnen doen, plaatst Lucas naast Jezus een andere figuur op de voorgrond, de goede moordenaar, die in Hem meer ziet dan een aardse koning, met of zonder uiterlijke macht. Hij erkent Jezus als de Koning van zijn ziel. Met zijn bescheiden en eenvoudig gebed: "Heer, denk aan mij in Uw koninkrijk" treedt hij toe tot Jezus' innerlijk Rijk van de liefde.
Als wij het evangelieverhaal van vandaag opnieuw lezen, dan voelen wij aan dat Lucas ons eigenlijk vraagt dat wij onze plaats zouden kiezen daar ergens bij het kruis; dat wij niet als het volk op een afstand zouden blijven staan zonder ons te compromitteren; dat wij ons niet zouden scharen bij de kring der spotters, die in Jezus alleen een geminachte machteloze zien; maar dat wij de houding zouden kiezen van de goede moordenaar en ons zouden durven toevertrouwen aan die lijdende, weerloze, maar liefdevolle Koning, de enige die bij machte is ons te redden van de ergste dood, nl. van de liefdeloosheid in ons hart. Tot Hem durven wij dan ook vandaag met vertrouwen bidden: "Jezus, denk aan mij, wanneer U in uw koninkrijk komt!"
Het kan eigenaardig lijken dat de Kerk aan Jezus de titel "Koning" heeft willen geven, Hij die alles heeft gedaan wat Hij kon om zijn volgelingen te verhinderen Hem tot Koning uit te roepen. Maar het evangelie van vandaag over Golgotha laat er geen twijfel over bestaan: als Jezus Koning is dan is het wel op een heel speciale manier. Vreemde Koning inderdaad die, getooid met een kroon van doornen, ons samenbrengt rond een wrede troon, zijn kruis. Het is naar de lijdende, weerloze Jezus dat wij vandaag opkijken om Hem te erkennen als onze Heer en Koning. Daarbij komt natuurlijk de vraag: "Welke soort koninklijke heerschappij oefent deze Gekruisigde dan wel uit?"
Jezus is een Koning die er niet op de eerste plaats op uit is zichzelf te redden. Gedurende heel zijn leven heeft Hij voortdurend tijd en aandacht geschonken aan anderen: aan zieken, aan armen, aan eenvoudigen, aan uitgestotenen. "Hij ging al weldoende rond", maar "Hij had zelf geen steen om zijn hoofd op te laten rusten." Steeds weer was Jezus, zichzelf-gevend, totaal beschikbaar voor anderen. Zelfs te midden van het hevigste lijden op het kruis denkt Hij niet eerst aan zichzelf. Hij vervalt niet in zelfbeklag of verbitterde opstandigheid. Ook dan nog is Hij op de eerste plaats bezorgd voor anderen, concreet diegenen die Hem op dat moment omringen. Hij vergeeft zijn beulen. Hij vertrouwt zijn Moeder en zijn geliefde leerling aan elkaar toe. Hij belooft aan de goede moordenaar het paradijs. Door die aandacht voor anderen, ook in het lijden, toont Jezus zijn liefde tot het uiterste toe. Hij is een Koning voor anderen.
Daarbij is Jezus een Koning die niet als een volkstribuun op de eerste plaats een uiterlijke, materiële of lichamelijke verbetering voor de mensen brengt, maar een Redder die ons vooral wil bevrijden van onze diepste kwaal, nl. van de liefdeloosheid van ons hart. "Messias, Gij kunt niet redden!" dat is het refrein dat terugkeert in de spottende reacties van de omstanders. En daarmee kunnen wij de kern vinden van wat Lucas ons vandaag eigenlijk wil zeggen nl.: Jezus is voor ons, gelovigen, wél de echte, uiteindelijke Redder, de Redder namelijk, niet van onze buitenkant, maar van onze binnenkant.
Jezus is ten slotte Koning, niet als een Heerser, die uiterlijke macht gebruikt, maar als een Dienaar, die alleen grenzeloze liefde aanbiedt en allen uitnodigt tot vrijwillige wederliefde. Geen Koning met soldaten, geweld en overheersing dus, wel een Koning van de innerlijke bezieling en van de vrije overgave van ons hart. Indien Jezus op het moment van zijn kruisdood enige spectaculaire, bovennatuurlijke macht had gebruikt, dan had Hij daarmee juist de kern van zijn boodschap vernietigd, nl. dat Zijn Vader de mensen nooit wil dwingen tot slaafse onderdanigheid, maar een God is die Liefde is en Liefde wil blijven en daarom ons alleen maar kan uitnodigen om Hem uit vrije wil te beminnen. Echte liefde gebruikt immers geen macht, maar nodigt steeds uit.
De heel speciale soort koninklijke heerschappij die de Heer Jezus wil uitoefenen, is dus veeleer de bezieling van zijn belangeloze liefde waarmee Hij ons wil redden van onze zelfzucht. Toetreden tot zijn koninkrijk betekent voor ons: te midden van onze dagelijkse bezigheden en zorgen, toch steeds durven en blijven geloven in de kracht van de wederliefde als dankbaar antwoord op een God, die ons blijft beminnen. Als Jezus Koning is, dan is Hij de Koning van de Liefde in ons hart. Dan is Hij een Koning die wij uit vrije wil aanvaarden, omdat wij vol dankbaarheid inzien dat zijn liefde ons echt leven schenkt. Hij verwacht van ons dus geen onderdanigheid, maar vrij gekozen wederliefde tegenover Hem en tegenover onze medemensen.
In fel contrast met de spottende reacties van de omstanders, die het "koning zijn" van Jezus totaal verkeerd begrijpen als een uiterlijke machthebber, die wonderen zou kunnen doen, plaatst Lucas naast Jezus een andere figuur op de voorgrond, de goede moordenaar, die in Hem meer ziet dan een aardse koning, met of zonder uiterlijke macht. Hij erkent Jezus als de Koning van zijn ziel. Met zijn bescheiden en eenvoudig gebed: "Heer, denk aan mij in Uw koninkrijk" treedt hij toe tot Jezus' innerlijk Rijk van de liefde.
Als wij het evangelieverhaal van vandaag opnieuw lezen, dan voelen wij aan dat Lucas ons eigenlijk vraagt dat wij onze plaats zouden kiezen daar ergens bij het kruis; dat wij niet als het volk op een afstand zouden blijven staan zonder ons te compromitteren; dat wij ons niet zouden scharen bij de kring der spotters, die in Jezus alleen een geminachte machteloze zien; maar dat wij de houding zouden kiezen van de goede moordenaar en ons zouden durven toevertrouwen aan die lijdende, weerloze, maar liefdevolle Koning, de enige die bij machte is ons te redden van de ergste dood, nl. van de liefdeloosheid in ons hart. Tot Hem durven wij dan ook vandaag met vertrouwen bidden: "Jezus, denk aan mij, wanneer U in uw koninkrijk komt!"
In de spot van de overheden en van de soldaten 'Anderen heeft Hij gered, zichzelf kan Hij niet redden', ligt de hoogste lof. Daar gaat het juist om. Jezus is inderdaad de mens die zichzelf niet redt, maar alle anderen, ook mij. Zo te leven, zoals Hij, 'de - mens - voor - God - en - de - anderen' (zoals Dietrich Bonhoeffer het zo graag zei), dat maakt ons vrij en echt goed. Zo is Jezus koning van een nieuwe wereld, van een nieuwe schepping, waar mensen niet meer voor zichzelf leven, maar voor God en voor de medemens. De enige juiste plaats onder het kruis van de Heer, het enig juiste antwoord op de persoon van Jezus, is dan ook dat van de goede moordenaar: 'Jezus, denk in Uw koninkrijk aan mij, arme zondaar'. En die moordenaar die in zijn stervensuur inzag dat hij zijn leven vergooid had, mocht ook ervaren dat die Jezus naast hem inderdaad een mens was die zo geheel anders is dan de andere mensen, zo anders ook dan hijzelf. En hij waagt het, het is zijn laatste kans: 'Jezus, denk aan mij...' En dan volgt de eerste heiligverklaring van de Kerkgeschiedenis: 'Vandaag nog zal je met Mij zijn in het paradijs'. Welke heerlijke woorden, en dan nog uit de mond van Jezus zelf! Ze gelden ook voor elk van ons, hoever we ook af zijn gedwaald of verloren gelopen, als wij ons in onze zondigheid en ellende maar toevertrouwen aan Hem. Zelfs als dat maar zou gebeuren in onze laatste seconde op ons sterfbed. Maar het zou wel echt jammer zijn als we Jezus zo lang lieten wachten.
BeantwoordenVerwijderenBemoedigend die woorden;'Vandaag nog zal je met Mij zijn in het paradijs'.
BeantwoordenVerwijderenHoopvol voor elke stervende .
Enig de woorden van Pr Danél:'En dan volgt de eerste heiligverklaring van de Kerkgeschiedenis: 'Vandaag nog zal je met Mij zijn in het paradijs'.
Dat is voor mij nieuw,zo heb ik het nog nooit horen uitleggen,prachtig !!!
Jezus Koning van het Heelal ! Koning van de armen, de lijdenden, de misdeelden, de geminachten,de die niets te zeggen hebben,die in de duisternis ,in het grijze leven,die volgens henzelf het kwade deden,maar door Jezus getroffen plots zeggen: Jezus denk aan mij,arme zondaar !.en voor wie het antwoord klonk:"Vandaag nog zal je met Mij zijn in het eeuwig licht !
BeantwoordenVerwijderenJezus, Koning van een liefdevolle wereld, een nieuwe schepping, een volle natuur,een rijk zonnestelsel met sterren en manen en onnoembare constelaties,
Jezus, Koning van het hart van allen, dank aan 1925 waarin dit feest haar oorsprong vindt!!!!