dinsdag in week 31 door het jaar
We zijn samen één lichaam in Christus en we zijn, ieder apart, elkaars lichaamsdelen, lezen we bij Paulus vandaag.
Stel, je gaat in hartje zomer een weide in die niet bezaaid of vertrapt is. Alles groeit door elkaar en het is er een weelde van wilde bloemen. En je begint te plukken, bloem per bloem, niet te fel kijkend of ze bij elkaar horen, je plukt gewoon. Tot je een goeie dikke sappige bloementuil hebt. Thuis aangekomen knip je alles zo'n beetje op lengte en je plaatst het geheel in een vaas. Doorgaans is dat een prachtig resultaat;
Neem dat die bloementuil bestaat uit een vijftigtal bloemen, je zal merken dat geen enkele bloem dezelfde is. Misschien zitten er tussen van dezelfde soort, of die dezelfde naam dragen, maar allen zijn ze verschillend. Er zijn er die opvallen, die door hun kleur en uitzien er figuurlijk bovenuit steken, er zijn er die bijna niet opvallen door hun bescheiden kleurtje of kleinheid, er zijn er die amper bloem zijn - meer een stengel dan bloem, er zijn er die volop in bloei staan en anderen geven meer een verdroogd uitzicht, enz... En toch is het één geheel.
Stel dat je er één bloem zou uitnemen. Je kan die dan bewonderen maar je zal al snel de volheid van de tuil missen. Ze hoort wezenlijk bij de anderen en heeft haar eigen specifieke bijdrage in het geheel. Zelfs de meest bescheiden bloemen hebben hun bijdrage aan de tuil.
En zo is het ook met ons, mensen. Een mens op zich is mooi, maar hoort wezenlijk bij de grotere gemeenschap. Neem hem weg van de gemeenschap en hij zal verdorren. Elke mens heeft zijn specifieke bijdrage aan het geheel. Zelfs de meest zwakken geven voeding aan de gemeenschap omdat ze vanuit hun 'zijn' de gemeenschap oproepen en voeden tot dienstbaarheid. We hebben elkaar wezenlijk nodig.
We zijn allen één lichaam in Christus, schrijft Paulus. Dat is zo waar. We mogen - als we gemeenschap vormen - het grote geheel niet uit het oog verliezen, namelijk dat mystieke lichaam van Christus, de Kerk. Wij allen, u en ik, wij samen, zijn geroepen om ieder individueel, én als gemeenschap, Christus te belichamen, door vanuit zijn liefde zijn liefde te zijn, door zijn liefde te dragen en haar uit te dragen, ieder met zijn gave, ieder ten volle.
En graag met de blijheid en de eenvoud van het evangelie.
Laten we zo onze deuren en vensters wijd open zetten op de wereld; haar tegemoet tredend, haar welkom hetend, haar diep omhelzend.
Ja, laat ons christen zijn. Of anders gezegd: laten we de liefde liefhebben, haar eren en vieren.
kris
Stel, je gaat in hartje zomer een weide in die niet bezaaid of vertrapt is. Alles groeit door elkaar en het is er een weelde van wilde bloemen. En je begint te plukken, bloem per bloem, niet te fel kijkend of ze bij elkaar horen, je plukt gewoon. Tot je een goeie dikke sappige bloementuil hebt. Thuis aangekomen knip je alles zo'n beetje op lengte en je plaatst het geheel in een vaas. Doorgaans is dat een prachtig resultaat;
Neem dat die bloementuil bestaat uit een vijftigtal bloemen, je zal merken dat geen enkele bloem dezelfde is. Misschien zitten er tussen van dezelfde soort, of die dezelfde naam dragen, maar allen zijn ze verschillend. Er zijn er die opvallen, die door hun kleur en uitzien er figuurlijk bovenuit steken, er zijn er die bijna niet opvallen door hun bescheiden kleurtje of kleinheid, er zijn er die amper bloem zijn - meer een stengel dan bloem, er zijn er die volop in bloei staan en anderen geven meer een verdroogd uitzicht, enz... En toch is het één geheel.
Stel dat je er één bloem zou uitnemen. Je kan die dan bewonderen maar je zal al snel de volheid van de tuil missen. Ze hoort wezenlijk bij de anderen en heeft haar eigen specifieke bijdrage in het geheel. Zelfs de meest bescheiden bloemen hebben hun bijdrage aan de tuil.
En zo is het ook met ons, mensen. Een mens op zich is mooi, maar hoort wezenlijk bij de grotere gemeenschap. Neem hem weg van de gemeenschap en hij zal verdorren. Elke mens heeft zijn specifieke bijdrage aan het geheel. Zelfs de meest zwakken geven voeding aan de gemeenschap omdat ze vanuit hun 'zijn' de gemeenschap oproepen en voeden tot dienstbaarheid. We hebben elkaar wezenlijk nodig.
We zijn allen één lichaam in Christus, schrijft Paulus. Dat is zo waar. We mogen - als we gemeenschap vormen - het grote geheel niet uit het oog verliezen, namelijk dat mystieke lichaam van Christus, de Kerk. Wij allen, u en ik, wij samen, zijn geroepen om ieder individueel, én als gemeenschap, Christus te belichamen, door vanuit zijn liefde zijn liefde te zijn, door zijn liefde te dragen en haar uit te dragen, ieder met zijn gave, ieder ten volle.
En graag met de blijheid en de eenvoud van het evangelie.
Laten we zo onze deuren en vensters wijd open zetten op de wereld; haar tegemoet tredend, haar welkom hetend, haar diep omhelzend.
Ja, laat ons christen zijn. Of anders gezegd: laten we de liefde liefhebben, haar eren en vieren.
kris
Ja, Kris, en dat is de weg om het Koninkrijk binnen te gaan. Laten wij de tips die Paulus geeft, overwegen, ze tot de onze maken, tot concrete wijzen om als christen in de wereld te staan, vanavond ook als gewetensonderzoek: wat bracht ik van die tips vandaag terecht? Het Koninkrijk, onze hemel, nu en eeuwig, is in die kleine dingen gelegen.
BeantwoordenVerwijderenzou t zo kunnen zijn: daar waar gemeenschap is gebaseerd op liefde, die niet naar binnen gekeerd is maar open staat voor eenieder, daar is Christus kerk, ongeacht of die mensen zich christen noemen of niet.
BeantwoordenVerwijderenEen bloementuil-ál kleur en vorm -symbool van gemeenschap ! breng er Kristus middenin en je hebt een mystieke tuil -elk zéér persoonlijk en toch vol liefde -elk anders-maar samen ÉÉN!
BeantwoordenVerwijderenkerk-kristen-ANDERS!