dinsdag in week 3 van de veertigdagentijd

OVER VERGEVING, VERZOENING EN FEEST
(Bij Mat 18, 21-35)

Op de vraag van Petrus hoe dikwijls men moet vergeven, antwoordt Jezus: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven.'

Waar mensen elkaar vergeven, waar verzoening plaatst vindt, daar wordt terug veel mogelijk. Het heeft iets feestelijks. Wat stuk was is immers hersteld en de gevolgen zijn alleen maar van goede aard: vrede, hartelijkheid, vreugde, diepgang, eenvoud, gemeenschap.

Terecht merkt Vincenzo Paglia op: 'De vergeving is als de liefde, zonder grenzen of zonder beperkingen. Alleen op die manier breng je het mechanisme tot stilstand dat steeds opnieuw zonde, verdeeldheid en wraak voortbrengt.'
Vergeving doorbreekt het kwaad. Het is als het aansteken van het licht in een donkere ruimte. Het licht verdrijft de donkertje en we zien elkaar weer zoals we in werkelijkheid zijn: kinderen van God die uit zichzelf vragen bemind te worden.

We weten allemaal dat vergeving schenken, of werken aan verzoening, geen momentopname is. Zo van: ik vergeef, spons erover, en alles is in orde. Zo werkt het doorgaans niet, integendeel. Vergeving schenken aan hen die ons diep gekwetst hebben is niet evident. Zeker niet wanneer het over kwetsuren gaat die we meedragen en die een blijvende invloed hebben op ons liefhebben naar de ander toe. Vaak is het een lange weg en hebben we schijnbaar de tijd nodig (tijd als genade) om innerlijk tot heling te komen.
En dan heb je ook nog de ander die wel of niet openstaat voor vergeving en verzoening. Wanneer je daar stoot op een gesloten hart ... is werken aan verzoening quasi onmogelijk. Maar dit laatste mag ons niet vrij pleiten niet te vergeven.
En ... ook niet onbelangrijk: Kunnen we zelf ook 'sorry' zeggen? Een welgemeende 'sorry' opent vaak de weg van verzoening en vrede in het samenzijn.
Allemaal niet evident he?

Maar het goede nieuws aan heel dit verhaal is dat we als christenen deze weg niet alleen hoeven te gaan. We mogen vergeving schenken, en werken aan verzoening, in Jezus' naam, vanuit de Geest ons gegeven. Dat wil zeggen: vanuit Gods aanwezigheid en genade in ons. Geheel alleen, los van Hem, zou het veel moeilijker zijn. Koppigheid, hoogmoed, hardheid, (ook van de ander) … zijn dikwijls zaken die ons weerhouden de weg van verzoening te gaan. God wil ons - doorheen zijn Zoon - hiervan bevrijden en ons tot mensen maken die werkelijk tot vergeving kunnen komen. Wat Hij vraagt is dat we ons schenken aan zijn Zoon, opdat Jezus kan doen wat Hij wil doen, namelijk in genade alle duisternis omkeren naar Gods licht.

Laten we, ondanks dat het allemaal niet evident is, op de plek waar we wonen, in de buurt waar we leven, op de werkvloer waar we werken, trachten Gods barmhartigheid eigen te maken. Op deze wijze plaatsen we ons niet enkel in het 'ja' van de Heer, maar geven we als Kerk ook een sterke getuigenis van christelijk leven.

Laten we bidden

Heer,
Kom met uw Geest,
en trek ons in die innige verbondenheid met U.
Leer ons van U te ontvangen,
opdat we mensen mogen worden
die uitkijken naar,
en werken aan,
verzoening.
Heer, wees ons genadig.
Amen.

Graag wens ik jullie een dag toe rijk aan verzoening.
Met een genegen groet,
kris

Vragen om mee op weg te gaan

Ben ik bereid van harte , en van binnenuit, te vergeven, ook wanneer de ander niet openstaat de weg van de verzoening te bewandelen?

'Wees barmhartig zoals mijn Vader barmhartig is', zegt Jezus. Leef ik zo?

Reacties

  1. Wat ik mis in de prediking is dat 'vergeving schenken' niet inhoudt dat de (echte) fouten van een ander (en mezelf) goedkeuring wegdragen. Wat fout is, is en blijft fout. Maar we kunnen er met Gods genade een plaats aan geven en door tenminste de wil tot vergeving te hebben (ook al neemt de tegenpartij het niet aan) de nodige genezing ontvangen. In die zin is de biecht niet alleen een sacrament van vergeving, maar een sacrament van innerlijke genezing.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je Chris ,je hebt mij zo gelukkig gemaakt met uw reactie gisteren.
    Vergeving schenken en kunnen ontvangen was jarenlang bidden om het te kunnen. Toen ik dan uiteindelijk in staat was te geven en te ontvangen kon ik haar niet bereiken, wist ik geen adres. Bidden en het probleem in handen van de Heer leggen was mijn enige troost. Smeken dat Hij haar zou aanraken zodat zij mij ook zou vergeven. Nu kan ik het zelfs vergeten. De Heer heeft haar aangeraakt denk ik dan. Madeleine

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Er wordt zo weinig gesproken over het vergeven van zichzelf. Het is voor mij zo belangrijk. Hoe vaak verwerp ik niet bepaalde emoties, mijn lichaam, bepaalde gedachten?! Er is dan een aanname: 'ik ben niet om van te houden, dat mag er niet zijn, ik verdien straf. Zie je wel, de ander wijst me af.' Door Liefde toe te laten, kan ik mezelf tot vrede brengen. Ik kan met Gods Liefde kijken en aanwezig zijn bij de (oude) pijn van liefdeloosheid. Ik projecteer mijn pijn niet meer op de ander. Ook dat is een proces van heling.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Nog iets: kan de ander mij echt kwetsen? Ten diepste is mijn wezen, de Goddelijke kern in mij, onschendbaar, onverwoestbaar. Vaak laat ik echter toe dat ik me gekwetst voel. Dat heeft te maken met oude kwetsuren. Hoe meer die geheeld zijn, hoe minder je gevoelens van gekwetst zijn oproept en hoe minder je de dingen persoonlijk neemt. Hoe meer je leeft vanuit je Kern, vanuit Gods Liefde in jou, hoe minder de ander je kan kwetsen. Dan kijk je vanuit mededogen en zie je de onmacht en pijn van de ander. De 'dader' zie je dan als 'slachtoffer'.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten