donderdag in week 11 het jaar

GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD
(Bij Mt 6, 7-15)

Het christelijk gebed is een geheimnisvol leven met God, een deelname aan de kern van zijn wezen, aan zijn goddelijke, drie-ene Liefde. In het gebed mogen we aanzitten aan de tafel van God, mogen we drinken van zijn liefde zoals een kind drinkt aan de borst van zijn moeder. Niet zozeer als een prestatie van onze kant, maar als een vrucht van de gloed van de Heilige Geest die ons van binnenuit zal aanzetten tot gebed.

Dit gebeuren komt bijzonder tot uiting in de woorden die de Heer ons zelf heeft geleerd in het 'Onze Vader'. Door dit gebed neemt Hij ons namelijk op in zijn ja-woord tot de Vader, opdat we zelf, in zijn naam, zouden deelhebben aan Gods liefde en deze liefde zouden belichamen in ons dagelijks leven.

Het is heilzaam om het 'Onze Vader' door de dag heen in de stilte van ons hart met regelmaat te prevelen, te zingen en te overwegen. Meer dan we vermoeden, brengt dit gebed ons onder Gods leiding en zegen over ons leven. Het verbindt ons met Hem en helpt ons te leven in zijn genade.

Bidden is niet alleen spreken tot God, maar ook luisteren naar zijn stem in ons hart. Het 'Onze Vader' biedt ons een structuur waarin we onze verlangens, zorgen en dankbaarheid kunnen uitdrukken, terwijl we ons openstellen voor zijn antwoord en leiding.

Moge het bidden van het 'Onze Vader' ons helpen om blije en waardige christenen te zijn, die dragers en uidragers zijn van Gods liefde.

Laten we bidden

Onze Vader,
die in de hemel zijt,
uw Naam word geheiligd,
uw rijk kome,
u wil geschiedde
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren.
En breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Amen.

Geliefde mensen, moge het 'Onze Vader' ons helpen om Gods vrede uit te dragen naar allen toe die wij vandaag ontmoeten.
Een mooie donderdag,
kris


Om mee op weg te gaan

Suggestie: Neem vandaag de tijd om meerdere keren het 'Onze Vader' te bidden, eventueel zingend. Doe dit met volle aandacht en een oprecht hart. Sta stil bij de betekenis van elk woord. Moge het een ware gods-ontmoeting zijn.

Reacties


  1. Jezus leert ons het Onze Vader bidden. Het is a.h.w. de samenvatting van heel Zijn prediking, maar nu in gebedsvorm. Jezus leert ons tegen de grond van ons bestaan ‘Vader’ zeggen, ‘onze Vader’. Want God is de Vader van alle mensen. Jezus leert ons delen in Zijn Zoonschap. Zoals God Zijn Vader is, is God dat ook voor ons. En we vragen dan dat Vaders naam geheiligd wordt. Het is een samenwerkende vennootschap tussen God zelf en wij. God heiligt Zijn naam, maar wij mogen meewerken. God toont dat Hij onze God is als wij Hem toelaten in ons leven en Hem onze Vader en Heer laten zijn. Hoe doen we dat? Door de beloften van ons doopsel waar te maken en te beleven. Dan wordt Gods naam geheiligd. Zo komt ook Zijn Rijk. Hij laat het komen over ons, maar ook wij moeten het laten komen over ons. Zijn wil moet ook geschieden. God zal Zijn wil laten geschieden maar ook hier moeten wij het toelaten. En Gods wil is niet zozeer dat ik, als ik oud word of ziek, dan gelaten zeg: ‘Ja, Heer, als het niet anders kan, laat uw wil dan maar geschieden’. Gods wil is allereerst Zijn heilswil, Zijn heilsplan. En dat is dat heel de mensheid, met Christus als Hoofd, God erkent en Hem de Heer laat worden over haar leven. God wil ons heiligen, heel maken, God wil ons redden. Daarvoor bidden wij in het Onze Vader. En dan vragen wij om het dagelijks brood. Dat is een bede van de nieuwe gemeenschap die Jezus sticht. We vragen dat het de Kerk nooit zal ontbreken aan de nodige middelen om Gods Rijk te verkondigen en te helpen realiseren. In zo’n nieuwe gemeenschap is het ook belangrijk dat er vergeving is voor onze schulden en dat ook wij mekaar telkens weer vergiffenis schenken. Dat is vooral belangrijk waar mensen dicht bij elkaar wonen, zoals in een klooster, een gezin of zelfs op een parochie. We vragen dan ook nog om niet in beproeving gebracht te worden. ‘Breng ons niet in beproeving’, zeggen wij. Hier is weer die dubbelzinnigheid van onderwerp zoals in de eerste bede ‘Uw naam worde geheiligd’. God brengt ons niet in beproeving, zou je kunnen zeggen, maar wij kunnen wel in situaties komen waar onze roeping beproefd wordt. Jezus zelf maakte dat ook mee, in de woestijn, maar ook als de clan Hem tegen wilde houden. We vragen dus: ‘Heer, breng ons niet in een situatie die ons onze roeping onmogelijk maakt, laat ons niet beproefd worden boven onze krachten’. Tenslotte een laatste bede: ‘Verlos ons van, behoed ons voor het kwaad’. Dat kwaad is niet zozeer de Boze, de duivel; dat kwaad is al wat niet goed is in de wereld: honger, oorlog, verdriet, ruzie, ziekte en dood.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten