donderdag in week 25 door het jaar

EEN LEVEN GEBOUWD OP GOD

Tekst overweging: Kris

De profeet Haggai spreekt tot het volk in een beslissend moment van hun geschiedenis. Na de ballingschap zijn zij teruggekeerd naar Jeruzalem. Ze hebben hun huizen heropgebouwd en zijn begonnen aan een nieuw bestaan. Maar het huis van God ligt er nog steeds verwoest bij. De tempel, teken van zijn aanwezigheid, blijft een ruïne. En terwijl zij hun eigen woningen zorgvuldig afwerken, klinkt het verwijt van de Heer: ‘Is de tijd dan wel gekomen om zelf in mooi afgewerkte huizen te wonen, terwijl mijn huis nog een ruïne is?’ Het volk heeft oog voor eigen comfort, maar vergeet dat hun leven pas vruchtbaar is als het geworteld blijft in God.

Haggai legt het verband bloot tussen hun leegheid en hun keuze: veel zaaien maar weinig oogsten, eten zonder verzadigd te raken, geld dat verdwijnt alsof hun beurs vol gaten zit. Alles loopt hen uit handen, omdat de bron van zegen ontbreekt. De tempel staat niet alleen symbool voor stenen muren, maar voor de plaats waar God woont en waar het hart van het volk gericht wordt op Hem. Zolang dit ontbreekt, mist het volk de vreugde en de vervulling die alleen God kan schenken.

Ook in onze tijd herkennen we deze spanning. We besteden zorg aan ons huis, onze projecten, onze agenda’s. We vullen onze dagen met werk en afspraken, maar raken vaak niet verzadigd. Hoeveel energie gaat er naar het regelen van alles rondom ons, terwijl God in een vergeten hoekje blijft liggen? We stellen God vaak uit: morgen meer tijd, later meer aandacht. Maar intussen drogen vreugde en vrede op. Het verwijt van de Heer is ook vandaag herkenbaar: ‘Mijn huis ligt nog in puin.’

Waar staat God in ons leven? Krijgt Hij de eerste plaats of slechts de restjes van onze tijd? Dat begint al bij het opstaan. Wat is ons eerste gebaar van de dag? Is er ruimte om ons hart te openen in gebed, in een woord van lof en dank, in een welkom aan Hem die ons het leven schenkt? Wanneer we dat doen, verandert de toon van de hele dag. Onze eerste ademhaling is dan een loflied, een dankbare gedachte dat we gedragen worden. Het morgengebed is geen bijkomstigheid, maar een sleutel voor de hele dag.

En wat gebeurt er daarna, wanneer we onze taken opnemen en actief aan de dag beginnen? Valt God dan in de marge, alsof het stukje ‘gebed’ voorbij is en we verdergaan met ons leven? Of mag Hij ook daar de kern blijven, de spil die ons werk draagt, de bron waaruit onze daden vloeien? Haggai roept het volk op om hout te halen en het huis van de Heer weer op te bouwen. Voor ons betekent dat: laat God niet opgesloten in een schuif die we enkel op zondag opentrekken of in tijden van nood. Laat Hem wonen in de tempel van ons hart, in ons midden, in ons hele bestaan.

Christus is de ware tempel, de plek waar God onder ons woont. In Hem heeft God zich laten kennen als degene die ons leven wil opnemen in het zijne. In Hem zijn ook wij een tempel van de Geest: ons lichaam en ons hele bestaan worden woonplaats van God. Tegelijk overstijgt dit onze persoonlijke ervaring: het is veel meer dan ons ik. Het is de grotere gemeenschap waarin we leven, de Kerk, waarin Christus zijn barmhartigheid wil tonen en aan de wereld. Maar dit kan alleen wanneer we Hem de eerste plaats geven in ons leven, wanneer Hij ons Al mag zijn.

Haggai’s oproep klinkt nog steeds: ‘Bezin je op de weg die je bent ingeslagen.’ Dat woord is geen dreiging, maar een uitnodiging. Het is de stem van de Heer die zegt: laat Mij het centrum zijn van je bestaan, opdat je leven een zegen mag zijn voor jezelf en voor de wereld waarin je leeft.

Laten we bidden

Heer, U zijt goed en trouw,
uw Naam stroomt van vreugde.

U verzamelt ons in U,
U ademt vrede in ons midden.

U doorstraalt ons met uw licht,
uw liefde weeft ons leven.

Adem in ons,
en wij in U.

God-lof.
Amen !

Geliefde mensen, moge ons leven getekend worden door de stille Bries waarin God ons rust en vrede schenkt.
Een Godgewijde donderdag,
kris


Om mee op weg te gaan

Mag God in het hart van jouw dag aanwezig zijn, vanaf het eerste moment dat je ontwaakt? Blijft Hij ook in het midden van jouw bezigheden de stille kern die richting geeft? Wie Hem daar toelaat, vindt een kracht die liefde altijd mogelijk maakt.

Reacties

  1. Van bij het ontwaken ,tot het in slaap vallen richt ik me tot Hem die in mij zijn woning heeft! Helaas nog altijd ben ik met mijn eigen " hutje" te véél bezig ! Toch meer en meer ben ik vreugdevol en vredevol ,wetend dat dit door Zijn Liefde komt ! Ook mijn naasten waar ik het moeilijk mee heb te. beminnen op een gepaste wijze zonder angst ! Dát laatste moet ik nog verliezen
    ...angst in bijzijn van sommige mensen waarvan ik denk verkeerd lief te hebben !

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten