1 nov - Allerheiligen

'Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.'

Wat is dat, nederig van hart zijn. En hoe doe je dat?

Nederig van hart, of arm van geest, ben je, als je je niet groot en stoer en sterk maakt tegenover God. Als je gering en bescheiden, ontvankelijk en nederig het koninkrijk der hemelen wilt ontvangen in je hart, als een gave, een godsgeschenk.

Nederig van hart ben je als je alle grootspraak en hoogmoed aflegt en als je je eigenwijsheid laat varen omdat je weet dat je in het verwerven van de wijsheid van de Heer afhankelijk bent.

Nederig van hart is hij die een geestelijke bedelaar is geworden, die niet te trots is om zijn hand open te houden voor het ontvangen van het geestelijke heil.

Armen van geest hebben geen pretenties. Ze verwachten het heil niet enkel van hun verstandelijke vermogens. Ze vullen hun geest met het verlangen naar en de verwachting van de Heer.

Armen van geest leven met een innerlijke leegte die bestemd is voor Gods tegenwoordigheid. Hij is de grote hemelse Gast is hun leven, degene die leven geeft, degene die leidt, degene die in hen tot leven mag komen.

Laat ons arm worden, nederig, klein, leven in volle overgave aan Hem, opdat zijn liefde steeds weer opnieuw geopenbaard mag worden, ook door ons heen.

De overweging van vandaag is van de hand van kris
(geïnspireerd aan woorden van J. Bots, sj)

Reacties

  1. Als je nu naar het kerkhof gaat, dan zal je merken dat het een ware metamorfose heeft ondergaan. Van overal kwamen de mensen met een bloempje voor hun dierbare die ze verloren hebben en nu heeft elke begraafplaats een soort surrealistisch uitzicht, ik zou bijna zeggen: een bovennatuurlijke glans. Het kerkhof is geen kerkhof meer, het is een lentetuin in de herfst. Zonder het te weten, hebben onze mensen, zelfs in deze geseculariseerde tijd waar geen aandacht meer is voor een hogere werkelijkheid, eigenlijk hun geloof uitgedrukt in het leven dat onverwoestbaar is, hun hoop op een eeuwig Pasen. De doden zijn niet dood, ze zijn gewoon aan de overkant, aan de andere oever van dit bestaan. Maar die andere oever is er wel.
    Dat vieren wij ook op deze hoogdag van Allerheiligen in de kerk. Johannes heeft het mogen zien in een visioen: honderdvierenveertigduizend getekenden en dan een hele menigte uit alle rassen en stammen en volken en talen. En allen riepen zij God lof toe. Velen, eigenlijk allen, kwamen uit de grote verdrukking, maar ze hebben hun gewaden wit gewassen in het bloed van het Lam. Ja, dat is ons aller leven: leven met moeilijkheden, leven in beproevingen en zelfs met vervolgingen of onderdrukkingen, maar dankzij Jezus’ vergoten bloed is er toekomst, is er heerlijkheid en eeuwig leven.
    Het evangelie zegt het ook. Jezus ziet de menigte, gaat de berg op en zet zich neer. Dan komen Zijn leerlingen bij Hem en Hij onderricht hen. Zie je dat prachtig tafereel gebeuren voor je ogen? De menigte staat in de vlakte en kijkt naar de heuvel. Daar hoort ze Jezus tot Zijn leerlingen zeggen: ‘Zalig gij die arm zijt, die treurt, die zachtmoedig zijt, dorst naar de gerechtigheid, barmhartig en zuiver van hart zijt, die vrede brengt en vervolgd wordt. Zalig zijt gij, want het Rijk der hemelen is voor u’. Beste broeders en zusters, de menigte hoort dat. En er gaat een trilling door haar heen. De mensen denken: ‘Het is juist wat Jezus zegt. Zijn leerlingen hebben niets meer tenzij Jezus, in wiens dienst ze staan. Zelfs met de vervolgingen die er op geregelde tijdstippen bijkomen, zijn zij gelukkig’. En dan denkt menigeen in die menigte: ‘Ik zou ook wel bij die leerlingen van Jezus willen horen’. Beste broeders en zusters, die menigte in de vlakte, dat zijn vandaag wij allen, allen die in het schip van de kerk staan of gezeten zijn. Wij blikken naar omhoog en we schouwen in de hemel. We zien die grote schare van heiligen die door Jezus zalig wordt geprezen en ook wij voelen dat verlangen: Daar wil ik ook komen, ook daar is eenmaal mijn thuis.
    De wereld begrijpt dat niet, zegt Sint Jan in de tweede lezing. Wij zijn kinderen van God en wat wij zullen zijn, is nog niet geopenbaard, maar we gaan Hem zien, de Onnoembare, de Eeuwige, de geheel Heilige. Eens komen wij waar Hij is, waar ook Jezus is en Maria en zovelen die ons voor zijn gegaan. Neen, ze zijn niet dood. Ze leven nu pas echt. Allerheiligen is dan ook geen droevig feest. Het is een dag van hoop, een dag met een open horizont. Ons leven loopt niet uit op niets, in een groot zwart gat. Ons leven is meer dan wat sterrenstof dat eventjes opwaait om dan voorgoed te verdwijnen. Neen, wij verdwijnen nooit. Wij hebben een God, een Schepper. En Die heeft ons niet gemaakt voor de dood, maar voor het eeuwig leven. Als wij sterven, neemt God ons het leven niet af, Hij maakt het nieuw. Dat weten wij door Jezus’ woord en door Zijn verrijzenis. Een zalige hoogdag aan elk van u!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In de tweede lezing zegt Sint Jan dat de wereld ons nog niet kent, dat de wereld het niet begrijpt dat al die mensen thuiskomen bij God. Beste broeders en zusters, wijzelf begrijpen dat ook niet. Als ik al die mensen zie, hoor van die miljoenen en miljarden die al dood zijn en er wellicht nog zullen komen, dan denk ik: 'Maar God, hoe kan dat allemaal bij U binnen?' Zie je, dat is omdat ook ik God niet ken. En ook mezelf niet. Ik kan soms niet geloven dat ik gemaakt ben voor de eeuwigheid. Pas in mijn geloof kan ik toegeven: 'God, U bent een en al mysterie, de mens, het heelal ook. Wie ben ik dat ik U en wat U in Jezus geopenbaard heb, zou tegenspreken? Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp. En laat al Uw heiligen voor mij ten beste spreken, opdat ook ik rein word van hart, en nederig, en zachtmoedig en arm van geest'.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Al wat mij overkomt, heeft invloed op wat ik word. Als dit al zo is voor mijn aards bestaan, hoeveel te meer dan voor mijn eeuwige zaligheid. Zo in alles Jezus leren herkennen, Hem te verstaan in de verschillende omstandigheden in mijn leven. Mij er door Hem mee laten vormen, omvormen tot ik beeld van Hem wordt. Zo zal de Vader in mij Jezus herkennen en mij toelaten in huis! Ik zal voor Hem geen vreemde, geen onbekende zijn, maar huisgenoot. Nu zo leven dat ik in al mijn doen en laten meer en meer op Jezus mag gelijken, dat ik meer en meer beeld, kind van ‘De Liefde’ wordt.
    Als ik naar de heiligen kijk, hun levensverhalen hoor of lees dan voel ik me nog o zó klein, en zeker bij dat van de martelaren!
    Dank U Jezus voor uw onderricht, voor uw voorbeeld en dat van al uw heiligen.
    ”Wie zulk een heil van God verwacht maakt zich rein, zoals Christus rein is”. Altijd mijn eeuwige zaligheid, mijn levensdoel voor ogen houden. Zorgen dat mijn doen en laten zuiver is, gericht op de liefde, want dat alleen blijft. Hoe meer mijn eigenliefde sterft, hoe meer ruimte en plaats vrij komt voor de blijvende liefde van de Geest. Zo geestelijk leven ook in al mijn aardse bezigheden. Nu bereid ik mijn hemel voor, meer door daden van liefde dan door vroom in een hoekje te zitten met een boekje, ook al is gebed levensnoodzakelijk om mij te spiegelen aan het beeld van Jezus, de droom van God met mij!

    Aan allen een genadevolle zalige hoogdag van al Gods heiligen, onze voorsprekers bij de Heer

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Stille, mysterievolle dank, voor al de Woorden hierboven, gepuurt uit de LEVENSBRON:Jézus!
    Overvloedig straalt uit die bron : het woord van de blijde boodschap ! vermengt met het stil mediteren en contempleren van : Kris, Daniëlx2, en Térésia!!!!
    Zoals Teresia het schrijft ; NU bereid ik m'n eeuwigheid voor, door daden van liefde !
    de Heer zij onze kracht !

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten