donderdag in week 31 door het jaar

"Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft?"

Nee, dat doet niemand, een weldenkende herder zou zoiets nooit in zijn hoofd halen. Als hij er een kwijt is, laat hij zeker niet de kudde in de wildernis achter met het risico dat hij die negenennegentig ook nog kwijt raakt. Nee, zo vanzelfsprekend is het niet. En het is al helemáál niet vanzelfsprekend wat de herder uit het evangelie doet: in plaats van ertegen te brommen of het klappen te geven, neemt hij dat loodzware schaap op zijn schouders en draagt hij het vol vreugde naar huis.
Een onwaarschijnlijk verhaal om de onwaarschijnlijk grote vreugde van God om de bekering van een zondaar tot uitdrukking te brengen. God is eenvoudig buiten zichzelf van vreugde, en om die onwaarschijnlijk grote vreugde die er in zijn Hart leeft weer te geven, moet Jezus wel een ongelooflijk verhaal verzinnen. Ja, het is eigenlijk te gek om los te lopen, maar zo ís God, zo dóet Hij.

Nu denk je misschien dat die negenennegentig anderen niet mee tellen, omdat Jezus zegt: "Zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben." Zou Hij dan niet blij zijn met al die andere rechtvaardigen? Hebben zij zo hun best gedaan om niet in zonde te vallen, om niet uit de kudde weg te raken, om onder zijn leiding te blijven en dan is Hij er nog niet blij mee ook! Je weet dat iedere vergelijking wel ergens mank gaat, er is hier dan ook maar één punt waar de vergelijking opgaat en dat is op het punt van die ene zondaar, hoe God zich ten opzichte van hem of haar gedraagt. Want dáárbij voelt Hij vreugde in zijn Hart. Die negenennegentig anderen moet je niet naast die ene zondaar zetten, je moet ze niet met elkaar vergelijken, zo van: negenennegentig rechtvaardigen is gelijk aan één zondaar. Nee, je moet ze helemáál niet vergelijken om de onvergelijkelijke, ongeëvenaarde en onweerstaanbare barmhartigheid van God in het licht te zetten. Een feest van vreugde, een feestelijke vreugde, is er in het Hart van God bij iedere zondaar die zich bekeert.

Ja, God is dwaas van vreugde wanneer een zondaar zich bekeert. Van vreugde doet Hij iets uitzinnigs, precies zoals in de parabel van de verloren zoon. Toen die verloren zoon bij zijn vader terugkwam, gelastte deze zijn knechts: "Haal vlug het mooiste kleed en trek het hem aan, steek hem een ring aan zijn vinger en trek hem sandalen aan. Haal het gemeste kalf en slacht het." (Lc 15,22-23). Het kon gewoon niet op.

Een spontane, overgrote vreugde vervult het Hart van God, en deze vreugde stroomt uit over onze zondige aarde, over ons zondige mensen, om ons te laten weten dat dát niet het laatste is. De pijn die wij God aandoen met onze zonden kunnen wij veranderen in een feestelijke, nooit eindigende vreugde, door ons te laten vinden door Hem.

Naar woorden van J. Bots

Reacties

  1. - Die 99 moeten niet jaloers zijn van het ene dat verloren liep en door de Heer op werd gezocht. Die 99 mogen weten en weten ook dat de Herder voor hen juist hetzelfde zou doen, mochten zij in dezelfde situatie komen.
    - Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf. Wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe. Zolang we leven, leven we voor de Heer. En als we dood zullen zijn, leven we toch verder voor de Heer. Hij heeft ons opgezocht, ons leven gedeeld, zelfs ons sterven. Welke diepe zin heeft ons leven gekregen sinds Jezus kwam. Zelfs als we nu wat langer leven - en dat is een grote zegen - kan het gebeuren dat er wat meer lijden is en pijn als we oud worden. Als wij het met Jezus dragen, krijgt ook dat lijden, dat op zich zinloos is, een diepere betekenis: het werkt verlossend, het heeft een eeuwigheidswaarde, het heeft een goddelijke zin. Dat betekent niet dat de dokters onze pijnen niet moeten verzachten. Er zijn nu veel middelen. Er is in het ergste geval nog palliatieve sedatie. Als het niet anders meer kan, kan dat toegepast worden, maar het mag wel niet te vlug gegeven worden als een verkapte vorm van actieve euthanasie. Doden mag nooit het doel zijn. Daarom hebben wij het als Kerk zo moeilijk met dat dodend spuitje. Een mens is toch meer dan een dier dat men afmaakt. Zelfs zou voor een dier dat afmaken ook niet nodig zijn, maar dan zou de dierenarts meermalen per dag met een pijn bestrijdend spuitje moeten komen. Dat is niet alleen zeer duur, maar ook niet haalbaar. Een mens is voor ons, christenen, echter alles waard. Jammer dat regeringen de indruk geven aan zieke mensen dat ze in een te duur ziekbed liggen en door te dure handen behandeld moeten worden. Dat doet steeds meer zieke en bejaarde mensen naar euthanasie vragen. En de media en het parlement spelen niet meer hun kritische rol. Het parlement zwijgt en de media hemelen mensen die uit het leven stappen op. Zo wordt bijna reclame gemaakt voor euthanasie. Jammer dat onze tijd zover afdwaalt in steeds verdergaande aberraties. Ze zijn een bewijs dat foefelen met het begin en het einde van het menselijk leven, nooit weet waar het ophoudt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste broeder Daniël,
    uw argumenten ivm dieren afmaken en de kosten van de zorg overtuigen me niet.
    Maar dat Jezus gestorven is, en dat hij ons nabij is wanneer wij lijden, dat wil ik graag geloven en ik wou dat ik dat geloof en dat gevoel van nabijheid en geliefd zijn ook kon delen met iemand die doodsbenauwd is. Hoe doe je dat aub ?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste, wat ik hier neerpende, komt uit de katern in ons bisdomblad over euthanasie. Daarover ging onze priesterconferentie dinsdag ll. Het komt er inderdaad op aan dat wij onze mensen, ook zij die euthanasie aanvragen, heel nabij zijn. Dat probeer ik elke dag te doen door hen zeer veel aandacht te geven en attenties. Samen met hen eens bidden, is ook een goed middel. En zelfs als zij dan toch nog overgaan tot het ultieme spuitje, dan blijf ik hen nabij. Ik wilde alleen maar zeggen, wat ik leerde uit onze conferentie, dat euthanasie veel te gemakkelijk toe wordt gepast, zelfs als dat niet nodig is. Men bannaliseert het gegeven. En dat is gewoon jammer, voor mij niet meer een moderne samenleving waardig.

      Verwijderen
  3. weer eens iets anders, een gedicht over dit evangelie, van Nerses Snorhali (1102-1173, Armeens patriarch)

    Ik ben verdwaald in de woestijn,

    doolde rond in onbewoond gebied,

    zoals het verloren schaap in de parabel,

    slechts één uit een kudde van honderd.

    De boze vijand verscheurde het:

    ongeneeslijke wonden bracht hij het toe;

    daarom is er geen ander middel meer 

    dan U, om de wonden te genezen.

    Ik smeek U, diep in tranen,

    ik roep U aan, Gij mijn Verlosser:

    oh goede Herder, gekomen uit de hemel,

    ga op zoek naar de kleine kudde.

    Zoek, Heer, die gevallen drachme,

    de verloren beeltenaar van U, 

    die ik begroef in de ondeugd der zonde

    en in stinkende modder.

    Was mij opdat ik rein wordt, Heer;

    schep in mij een zuiver hart, witter dan sneeuw. (vgl ps 51).

    Wil met één drachme het tiental weer vervolmaken,

    zoals U deed met de veertig heiligen [van Sebaste]

    Draag mij op uw schouders als het kruis,

    wil mijn gevallen ziel weer verheffen;

    verblijdt de hemelse engelenscharen

    met de terugkeer van een enkele zondaar.

    vert s r juli '19

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hen nabij zijn, die het anders zien dan wij ! Hoe ? niet spreken noch denken zoals zij,luisteren en nog eens luisteren naar wat zij vertolken .Ons hart openstellen voor hen:barm-hart-ig trachten te zijn ,zoals Hij !

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten