zondag 31 door het jaar - C

De overweging van vandaag is van Frans Mistiaen, sj

Zacheüs leek geslaagd in het leven. Hij had een belangrijke functie en hij was rijk. Maar hij was 'klein van stuk'. Dikwijls vermeldt het evangelie iets over de buitenkant om in feite iets te zeggen over de binnenkant van de mens. 'Klein van stuk' betekent hier vooral: klein van gehalte, klein van mentaliteit, klein van binnen". Inderdaad, Zacheüs, hoofdontvanger van de belastingen, in dienst van de Romeinse bezetter - collaborateur dus - was hebzuchtig en stak blijkbaar geld in eigen zakken. Vooral innerlijk was Zacheüs een petieterig, egoïstisch, geborneerd manneke. Natuurlijk werd hij niet graag gezien en uitgestoten. Hij was rijk, maar kleinzielig en had geen vrienden.

Eigenlijk was Zacheüs dus niet echt gelukkig. Onder de uiterlijke status en de rijkdom, leefde diep in zijn hart blijkbaar toch nog een groot verlangen naar iets anders, naar iets meer. 'Zacheüs wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was'. Wij herkennen wel iets van onszelf in die zelfgerichte, kleine man, die, door zijn functie, status en verplichtingen, niet goed weg wist met de echte, diepere vragen die leefden in zijn binnenste. Ook wij beseffen misschien op een bepaald moment dat wij nogal voor onszelf leven en eigenlijk heimwee voelen naar een dieper geluk van warmte, mededeelzaamheid en samenhorigheid.

Die dag wilde Zacheüs een inspanning doen om in te gaan op zijn diepste verlangen: 'Zacheüs liep snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer Hij voorbijkwam, wellicht zonder veel gezien te worden. Hopelijk ontmoeten wij allen op het goede moment in ons leven zo'n soort vijgenboom: iemand bij wie wij terecht kunnen, die ons discretie en bescherming biedt, iemand bij wie wij ons veilig voelen en die echt naar ons luistert. Het zal dan ook wel iemand zijn die ons durft optillen uit onze laag-bij-de-grondse, wat kleingeestige mentaliteit en die ons de mogelijkheid biedt om ruimer en méér te zien.

Merkwaardig hoe Jezus die kleine man doorheen de bladeren van de vijgenboom opmerkte. Er staat niet dat Zacheüs Jezus zag of Hem toeriep. Er staat dat Jezus Zacheüs zag en hem aansprak. Het initiatief ligt bij de Heer. Jezus kijkt nooit vanuit de hoogte op mensen neer. Hij kijkt altijd naar mensen op. Hij maakt hen groter. Maar Hij roept hen ook weg uit hun eenzaamheid tot nieuwe gemeenschap. Jezus had waarschijnlijk wel aanbiedingen genoeg om ergens te gaan eten, maar Hij doorzag blijkbaar het diepe verlangen van Zacheüs' hart en stelde hem voor naar zijn huis te komen. Aan die kleine, zondige man bood Jezus méér dan de eer. Hij bood hem zijn vriendschap aan. En het is daarvan dat Zacheüs een andere mens werd. Zijn hart liep vol van dankbare vreugde. Van daaruit besliste hij geld weg te schenken aan de armen.

Het is toch wel niet onbelangrijk de volgorde van het gebeuren, te benadrukken, zoals het evangelie het voorstelt. Het is niet zo dat Zacheüs zich eerst bekeert, eerst zijn schuld moet bekennen, en daarna het aanbod van Jezus' vriendschap krijgt, als een soort beloning achteraf. Lucas legt er in zijn evangelie sterk de nadruk op dat in feite juist het omgekeerde gebeurt. God neemt het initiatief. Eerst biedt God ons zijn vriendschap aan, onvoorwaardelijk, dwz. zonder ons eerst eisen te stellen, wat onze voorgeschiedenis ook is. En vanuit de erkentelijkheid voor zo'n overstelpende vriendschap en vergeving, komen wij ertoe iets goeds te doen voor anderen. Een bekering tot een meer echte, christelijke levenshouding gebeurt dus niet vanuit de hoop op een beloning, na verdiensten van onze kant, maar wel vanuit een overvloed van dankbaarheid voor Gods gratis liefdesaanbod, dat wij reeds aan de lijve hebben ervaren. De opvatting dat wij ons eerst zouden moeten bekeren en dan pas waardevol genoeg zouden zijn om door God graag gezien te worden, klopt dus niet.

'Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen', zegt Jezus, tot de joodse omstanders, 'want ook hij is een zoon van Abraham', dwz 'een lid van jullie gemeenschap'. Hij nodigt hen dus uit Zacheüs terug op te nemen in hun kring. Deze was verloren, althans volgens het oordeel van de strenge joden, maar niet verloren in de ogen van God, die hem opnieuw zijn vriendschap aanbood.
In ieder van ons zit een Zacheüs, een kleine mens, die, ondanks alles wat er gebeurd is, toch steeds waardevol blijft om door God graag gezien te worden. Gods gratuite liefde doet ons leven. De dankbaarheid daarvoor maakt ons, kleine mensen, groot.

Wat kunnen wij nu doen? De Heer vraagt niet dat wij nu allen plotseling de helft van ons bezit aan de armen zouden geven. Het eerste wat wij het best doen is ons meer erkentelijk tonen tegenover onze God, die ons zozeer blijft liefhebben, ook ondanks onze, soms zo kleinzielige, eigengerichte mentaliteit. Die dankbaarheid voor zijn onverdiende vriendschap zal ons wel inspireren om te oordelen wat wij dan het best concreet doen voor anderen. Maar, om tot zulke dankbaarheid te komen, moeten wij misschien eerst de moed opbrengen om terug te luisteren naar het diepste verlangen van ons hart en, ondanks onze functie en statiekledij, in de vijgenboom durven kruipen.
Het is te midden van al onze broers en zussen dat de Heer tot ieder van ons zegt: 'Vandaag moet Ik in jouw huis verblijven!'

Voor wie vandaag de eucharistie bijwoont: ontvang Hem bij de communie vol blijdschap in je eigen huis.

Reacties

  1. Heel mooie overweging van P. Mistaen. Jezus ordent ons leven. Zijn vriendschap doet ons onszelf vergeten, zoals Hij dat doet. We maken dan weer goed wat niet geordend was, zoals Zacheüs het afgeperste teruggaf en zijn rijkdom deelde met arme mensen. Nooit schrijft God iemand af. Dat blijde nieuws brengt Jezus ons. Ook de eerste lezing zegt het op haar manier: God houdt van wat Hij schiep. Wij kunnen bang zijn van bepaalde dieren, slangen, spinnen, we kunnen ook vies zijn van slakken bv. of van ratten. Toch hebben die beestjes een plaats in de schepping. Maar onze ongeordendheid, bv. een gebrek aan hygiëne, kan wel een toevloed van muizen en ratten bevorderen.
    Mocht de Heer ons leven ordenen. Dan weten we dat we geroepen zijn om in Christus tot een volkomen geloof te komen (tweede lezing) en ook laten wij ons dan niet opschrikken door geruchten dat het einde der tijden gekomen is. Van dit uur weet niemand af, alleen God (Mc. 13,32). Misschien moet ook de samenleving zich weer laten ordenen. Euthanasie bv. is een praktijk geworden die we zo gewoon beginnen te vinden. Ieder grijpt ernaar. Ook de bewaking van onze grenzen tegen vreemdelingen, is wellicht een stap te ver. Heer, kom Gij naar ons toe en orden onze samenleving en ons eigen persoonlijk leven.




    BeantwoordenVerwijderen
  2. We zouden als het waren ook vandaag het “zondag van de Goddelijke Barmhartigheid” kunnen noemen. Vandaag zien we hoe de Heer zich over ons ontfermt, aan onze zonden voorbij ziet en ons de genade van inkeer schenkt omdat Hij ons bemint. Hij ziet meer naar ons als zijn Schepsel dan naar ons als zondaar. In zijn liefde wil Hij ons voortbestaan tot in eeuwigheid, daarvoor heeft Hij ons geschapen. Van Jezus gaat een kracht uit die heil bewerkt. Mij zo door Hem laten raken en genezen. Hij brengt tot bezinning en inkeer. Dit niet al te vlug verliezen of verloren laten gaan door allerlei omstandigheden of geruchten, maar trouw blijven aan mijn goede voornemens, aan de liefde. Deze elke dag opnieuw hernieuwen.
    Heer, dank U voor uw goedheid, dank voor uw liefde en barmhartigheid, Gij ziet meer naar het geringe goede in mij dan naar de overvloed aan zonden en eigenliefde in mij.
    Zelf ook t.o.v. anderen meer kijken naar hun goede daden en bedoelingen dan naar hun tekortkomingen en fouten. Bewust zijn hoe barmhartig en liefdevol de Heer voor mij is. Ik ontvang om door te geven! Zo ook de liefde, de liefde en barmhartigheid die ik ontvang is er om door te geven aan mijn naaste.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. zouden we niet iedere dag, zoals zacheus, in een boom moeten klimmen en uitkijken naar Christus opdat wij bij zijn (weder)komst, vervuld van zijn liefde, die liefde delen met al wie en alles wat daar nood aan heeft? zou dát niet de bekering zijn die God van ons vraagt?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Indien we de WOORDEN van : F.MistiaenS.J.,Daniël, Teresia,Stefan en gewoonlijk ook Kris in ons laten fluisteren en, dan mag ik de volgende tekst aanhalen : " De heilige tempel vind je in je Eigen hart.
    Als je tot de Heer bidt, is Hij één met jou.Hij is altijd met jou, want jij en de Heer zijn één !
    Zoals Hij één is met alles wat Hij schiep ! Je hoeft niet te zoeken naar het paradijs, want je hebt het al gevonden en het is IN je !"
    (Laatste woorden van MOZES, in :- De Hoeders van het Verbond.- geschreven door :Tom Egeland !)

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten