vrijdag in week 1 advent

Jezus vroeg de blinden: ‘Gelooft u dat Ik dit kan doen?’ Ze antwoordden: ‘Zeker, Heer!’ Daarop raakte Hij hun ogen aan en zei: ‘Zoals u gelooft, zo zal het ook gebeuren.’ En hun ogen gingen open.

Geloven is meer dan met de lippen belijden dat we geloven. In wezen is geloven is een act van de mens; een act van overgave; overgave aan de Heer die in ons en bij ons is.

Wanneer wij dus bijvoorbeeld zeggen in de geloofsbelijdenis: 'Ik geloof in Jezus Christus, Gods enig geboren Zoon', dan zeggen wij eigenlijk: 'Ik geef mijn hart aan Jezus, enige Zoon van God'.
Of: 'Ik geloof in de heilige Geest', zeggen wij eigenlijk: 'Ik laat het waaien toe van Gods Geest diep in mezelf'.
Geloven is dus een beweging van de mens naar de Heer toe. De gelovige geeft zich aan Christus, aan de liefde van zijn Geest.
In wezen is geloven een gebedshouding van voortdurende toewijding aan God in Christus in de liefde van zijn Geest.

Dikwijls vraagt men: 'zijt gij gelovig?'
Spontaan zeggen we dan 'ja', en waarschijnlijk terecht.
Maar zijn we ons bewust van de inhoud van dit antwoord? Want eigenlijk zeggen we: 'Ja, ik geloof, want ik leef in overgave aan de Heer'.
Dat is nogal wat. Dat heeft namelijk verregaande consequenties in het beleven van Gods liefde.

Ook al mag geloven een act zijn van de mens, het is niet louter mensenwerk.
In wezen is geloven zelfs op de eerste plaats gave; gave door God zelf gegeven. Wij kunnen maar geloven omdat God deze gave in ons legt in zijn Geest.
Bedoeling is open te staan voor deze gave, naar haar te verlangen, ons in haar te wentelen. Niet om in haar verstrikt te raken, maar juist om diep bevrijd te worden van ons valse ik dat leeft vanuit en rond zichzelf. Geloof doet ons leven vanuit Christus waaraan we ons geschonken hebben.

Besluit: geloven is gave van God én act van de mens. Laten we dit beleven als een soort huwelijk dat ons zal brengen in het meest verhevene dat er bestaat: leven in Christus.

kris

Reacties

  1. Mooi, Kris. Bedankt. Wat beleeft u dat diep!
    Ik plaats nu mijn wat poëtisch woord, helemaal de lezingen spreken latend tot ons.

    God is een God van Leven. God Is het leven. God wenst dat onze aarde gonst van bruisend leven. Jesaja mocht het zien: de kale Libanon zou een boomgaard worden en de boomgaard een woud. Een woud vol sappige bomen en planten, met konijntjes en eekhoorntjes en bevers en allerlei andere dieren. Een bos ook met genezende planten en insecten die het hele ecosysteem in stand houden, met vlinders en bijen en vogels. De mens zal er ook wel bij varen. De doven die Gods woord niet konden horen, zullen het nu verstaan. Hun oren zullen tuiten van dat blijde nieuws dat God een God van leven is. En de blinden zullen het ook mogen zien: God is de levende in ons midden. En als de leven gevende Heer is Hij ook licht voor onze ogen en ons verstand. Dan spot niemand meer met een ander, dan is er geen tiran meer, geen dwingeland. De onschuldigen krijgen hun rechten terug, de gerechtigheid is weer in het land. Jacob, dat kleine volkje Israël zal niet meer blozen van schaamte. Het zal bloeien in vele kinderen, het zal mogen genieten van de inbreng van een talrijke kroost. Zo zal het zijn God mogen prijzen als de God van leven en licht. Warhoofden komen tot inzicht, zij die verstrikt zitten in ongeloof zullen God mogen zien en niemand komt nog in verzet tegen God.
    Beste broeders en zusters, dat is het wat Jezus brengt: het koninkrijk van God, dat God de Heer mag zijn in het leven van alle mensen. Jezus vervult al die beloften van het oude verbond. Hij geneest de blinden. Zij mogen het wel niet zeggen wat Jezus hun deed, omdat Jezus niet in de kijker wil lopen en ook omdat alles pas duidelijk zal worden na Zijn verrijzenis. Maar die twee genezen blinden vertellen het toch. Het is te wonderbaar, te mooi. Niet hebben kunnen zien en nu mogen zien, niet alleen de mooie schepping in al haar bonte kleuren, maar ook dat in Jezus God onder de mensen is gekomen.
    Beste broeders en zusters, het is Advent. Ook wij kijken in deze donkere dagen uit naar het licht. Het ware licht dat alle mensen verlicht, komt in de wereld. Dan zal het Kerstmis zijn, dan lengen de dagen weer, dan komt God wonen in onze harten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. het is niet "ik geloof, dus ik bid", maar wel "ik bid, dus ik geloof".

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor de reactie"s.
      Heel diep Stefan;zal ik nooit meer vergeten en verder geven,als iemand zegt ;'ik geloof in niets,maar bid toch wel'."Ik bid, dus ik geloof".

      Wou nog even toevoegen bij de woorden van Kris:' 'Ik geloof in Jezus Christus, Gods enig geboren Zoon', dan zeggen wij eigenlijk: 'Ik geef mijn hart aan Jezus, enige Zoon van God'.
      Of: 'Ik geloof in de heilige Geest', zeggen wij eigenlijk: 'Ik laat het waaien toe van Gods Geest diep in mezelf'.
      Ik geloof in God ,de Almachtige Vader,dan bedoelen we;'We geloven in de Almacht van God'.

      En zo hebben we de Drie-Eenheid beleden,ten aandenken aan het overlijden van Pater Koen De Meester -Karmeliet ,die zoveel geschreven heeft over de Karmelheiligen en de Drie-Eenheid.

      Verwijderen
  3. Ik heb moeite om auto te rijden in het donker, alle verlichting ten spijt. Daarom Daniël
    trof mij het einde van je beschouwing. "Dank je"
    Christus is onze levensrots, het levend fundament van ons bestaan. Laten we bouwen op Hem, en alleen op Hem. Een diepe vrede staat je te wachten, zowel bij zonneschijn als bij dikke mist…

    BeantwoordenVerwijderen
  4. het licht zal vrede brengen een diepe vrede want jezus is het licht zelfs in de mist !

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten