woensdag in week 2 van de advent

WIE HOOPT OP DE HEER, KRIJGT NIEUWE KRACHT
(Bij Js 40, 25-31 / Mt 11, 28-30)

Beste mensen, vandaag is het Jesaja, die ons wil bemoedigen. Wij zijn nu onderweg naar het kerstfeest. Natuurlijk had deze grote profeet van kerst, zoals wij dat kennen, nog geen weet.

Wie is er nooit moe? vraagt  Jesaja zich af. Wie verlangt er nooit naar een ontknoping bij een probleem? Wie heeft nooit de ervaring dat de Heer zich verborgen houdt en dat hij of zij zich niet gezien voelt, noch door mensen, noch door de grote Aanwezige zelf?
Kijk omhoog zegt Jesaja. Zie je het uitspansel niet, wie heeft dat alles geschapen? Dan somt hij op wat er daarboven te zien is, 0nder andere de sterren die Hij zelfs bij name kent.

Jesaja legt nadruk op de grootheid van God, zo groot, zo ver uitstijgend boven onze menselijke beperkte maat. De Heilige, zo noemt Jesaja de grote God, wil de kracht die in hemzelf zit meedelen aan ons.
Hij heft als het ware ons op en neemt ons mee in zijn kracht, zodanig dat zelfs hetgeen de besten onder ons niet kunnen, wél mogelijk wordt. Dit gebeurt voor ieder die leeft vanuit de hoop. Dus niet op onze eigen kracht, maar op de zijne. De enige voorwaarde is leven vanuit de hoop dat Hij die nooit moe wordt, het zal volbrengen. Hij in ons, wij in Hem.

Weet je het niet? Heb je het niet gehoord?
Hij wordt niet moe, Hij raakt niet uitgeput…
Hij geeft de vermoeide kracht
maar wie hoopt op de  Heer krijgt nieuwe kracht.
Hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar,
hij loopt maar wordt niet moe,
hij rent maar raakt niet uitgeput.

Een prachtig beeld, die adelaar die zijn vleugels uitslaat in die oneindige ruimte. Ieder van ons mag die adelaar zijn, hoog in de lucht, geheel verbonden met Hem. Het is een ongelooflijk beeld.
Zijn wij in staat om helemaal enthousiast te worden door deze beloften aan ons, kleine, beperkte mensen? Stel het je eens voor dat je met de vleugels van een adelaar naar de hoogste hoogten kunt vliegen. Die hoogste hoogten moeten wel iets met de grootheid van God te maken hebben, grootsheid waarin we opgenomen zijn.

Matteüs die veel later dan Jesaja leefde, sluit er helemaal op aan als hij vertelt dat het Jezus is waar je bij alle moeilijkheden altijd terecht kunt. Daartoe is Hij gekomen en komt Hij telkens opnieuw, de eeuwen door.

Stil wachtend en ontvangend mogen we toegroeien naar een steeds vollediger vertrouwen op Hem die ons rust kan geven als wij bereid en in staat zijn ons leven aan Hem toe te vertrouwen

Laten we bidden

Heer van alle tijd,
wij wachten op U
in de stilte van deze dagen
die soms wel donker zijn.
Wij geloven in U
dat U de Komende bent.
Moge, door uw komst
ons leven steeds meer
toegroeien naar de vorm
zoals U ons graag ziet.
Kom, Heer Jezus, kom!
Amen

Beste mensen, ga met een diep verlangen en een innerlijke zekerheid in stilte je weg, Ontvankelijk  zijn we geworden door de belofte voor alle mensen. Wie weet krijg je vleugels als van een arend. Stel het je maar voor.
Ricky

---

Om op weg als gedachte ter overweging mee te nemen.

In hoeverre zijn alle mooie woorden voor jou werkelijkheid in de verhalen van je leven? Kun je ze binnen laten komen, en je erdoor laten raken? Echt raken, zodat je op dit moment ervaart dat ze tegen jou gesproken zijn?

Word je ook blij van die woorden, of haal je er je schouders voor op? Weet dat beeldspraak echt is. Het is namelijk groter dan in woorden uitgedrukt kan worden. Daarom  juist een beeld.