4e zondag van de advent C
LEVEN DAT OPSPRINGT
(Bij Lc 1, 39-45)
Het evangelie van deze vierde adventszondag brengt ons naar een ontmoeting tussen twee vrouwen waarin het gewone en het goddelijke elkaar raken. Maria, vervuld van Gods belofte, gaat in grote haast naar Elisabet, een vrouw die, net als zij, getuige is van een wonder. Wanneer Maria Elisabet groet, gebeurt er iets moois: het kind in Elisabet springt op – zo lezen we – waarbij Elisabet, vervuld van de Heilige Geest, woorden van zegen uitspreekt over Maria: ‘Gezegend ben je onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot.’
Wat een schoonheid en genade schuilen er in deze ontmoeting! Het is meer dan zomaar een samenkomst van twee vrouwen die om praktische redenen elkaar ontmoeten. Het is een ontmoeting waarin leven zich openbaart, vreugde voelbaar wordt, en de aanwezigheid van God centraal staat. Het kind dat opspringt in de schoot van Elisabet is een gevolg van iemand die de Heer in haar schoot draagt en vanuit Hem haar bezoekt. Lang voordat de Geest de leerlingen van Jezus zal bezielen, waait Hij hier reeds als bron en stuwing van verbondenheid en diepe vreugde.
Dit verhaal nodigt ons uit om stil te staan bij onze eigen ontmoetingen. Hoe benaderen wij elkaar? Wanneer we, zoals Maria, elkaar tegemoet treden met liefde, geloof en de kracht van Christus die in ons leeft, kunnen ook wij leven bij de ander laten opspringen. In ons spreken, onze gebaren en onze aanwezigheid kunnen we iets van Gods licht en warmte overbrengen op de ander. Zoals de groet van Maria Elisabet raakt en vreugde brengt, zo kunnen ook onze woorden en daden anderen tot leven wekken.
Deze week ontving ik een e-mail van iemand die me vertelde dat hij, door een fysieke beperking, al vele jaren niet meer actief kan zijn op de arbeidsmarkt. Maar in zijn fysieke broosheid, en vanuit een innig geloofsleven, bezoekt hij meermaals per week dementerende ouderen. Hij praat met hen, bidt met hen, of is gewoon bij hen aanwezig. Vanuit de Heer geeft hij leven aan anderen. Hoe eenvoudig en vooral hoe mooi is dat. Schone mens! Moge God hem diep zegenen.
Woensdag vieren we Kerstmis. Kerst is het feest van God die mens wordt, van het leven dat onder ons opspringt in de komst van Jezus. Kerstmis en de dagen erna is een tijd waarin we ons opnieuw laten vullen met hoop en vreugde, omdat God in en onder ons is neergedaald. Zoals Maria de drager was van Gods belofte, zo mogen wij dragers zijn van zijn liefde en vrede. Laten we in deze dagen naar Kerst toe, en ook daarna, leven brengen in onze ontmoetingen, met een vreugde die haar wortels heeft in God die in en onder ons woont.
Laten we bidden
Heer van leven en vreugde,
laat ons zoals Maria
dragers zijn van uw liefde.
Dat we in onze ontmoetingen
uw licht mogen brengen
en leven laten opspringen.
Vervul ons met uw Geest,
dat onze woorden en daden
getuigen van uw nabijheid.
Zegen ons en iedereen,
vandaag en alle dagen van ons leven.
Amen.
Geliefde mensen, laat ons, ondanks en juist omwille van veel miserie in de wereld, dragers zijn van hoop. Laten we deze hoop in evangelische vreugde uitdragen naar ieder die we ontmoeten. Kom, laten we dit samen doen, diep verbonden met elkaar, als een warme Kerk die Gods barmhartigheid zichtbaar maakt in deze wereld.
Een mooie zondag.
kris
Om mee op weg te gaan
Hoe ontmoeten wij onze medemensen? Doen we dit als kille kartonnen dozen, zonder warmte of ziel, of laten we ons leiden door de vreugde en de warmte van het evangelie? Zijn onze woorden neerhalend of opbouwend? Spreken we in roddels, of kiezen we ervoor om het goede in anderen te zien en te benoemen? Praten we constructief, met liefde en waardering voor de schoonheid van het leven? Benaderen we de ander vanuit Gods aanwezigheid? En brengen we zo leven bij de ander?
'Bezint voor ge begint', zegt het spreekwoord. Wel, laten we ons bezinnen op hoe we anderen ontmoeten. Moge dit ons helpen om onze naasten met liefde en barmhartigheid tegemoet te treden, zodat onze ontmoetingen een weerspiegeling worden van Gods liefde in de wereld.
Reacties
Een reactie posten