donderdag in week 1 van de advent

OP CHRISTUS GEBOUWD, IN HEM GEGROND

Tekst overweging: Kris

Het is de bedoeling – en tevens roeping – van een christen om te leven naar Gods wil. Het zou de kern van zijn leven moeten zijn. Een mens kan met de beste intenties zijn dag doorgaan, doorspekt met gebeden, het Woord uit de Schrift, deelname aan de liturgie, een vroom boek, zijn huis gedecoreerd met adventskrans, kerstboom en toebehoren. Maar als dit alles er niet toe leidt om een leven te leiden naar Gods wil, moeten we ons afvragen waar we dan eigenlijk mee bezig zijn. Jezus vandaag is duidelijk: “Niet iedereen die ‘Heer, Heer’ tegen Mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader.” De vraag die zich dan aandient, is: wat is Gods wil in mijn leven, hoe kom ik die te weten en hoe kan ik die volbrengen?

Beide lezingen spreken ons vandaag over dezelfde weg. God wordt door Jesaja een rots genoemd, in het evangelie toont Christus dat Hij diezelfde rots is waarop wij ons leven mogen bouwen. Waar Hij elders zegt dat Hij de weg, de waarheid en het leven is (Joh 14,6), mogen we vandaag zeggen dat Hij de Rots is: wie op Hem bouwt, leeft in waarheid en beweegt in Gods wil. Evident is dit niet, zeker in een wereld die verschillende grondsoorten aanbiedt om ons leven op te bouwen. Jezus zegt ons vandaag dat niet alle grondlagen goede fundamenten zijn. Vaak gaat het om ik-fundamenten, grondlagen die ver van de liefde verwijderd zijn. Vaak zijn het lagen die meer te maken hebben met eigenbelang, machtswellust of misbruik van de ander. We leven in een wereld die vele mogelijkheden aanbiedt om op te bouwen. Een christen is geroepen zij leven te bouwen op één rots: Christus, onze Heer.

Hoe bouwen op die Rots? Hoe bouwen we op Christus? Wel, dit vraagt keuze én genade. God heeft de mens de vrijheid gegeven om te bouwen op wat hij wil. Die gegeven vrijheid brengt verantwoordelijkheid met zich mee, omdat de mens ook kan bouwen op dingen die hem van God en de liefde wegtrekken. Toegegeven: door het feit dat God ons die vrijheid heeft gegeven, neemt Hij - vanuit ons menselijk aanvoelen - een enorm risico. Een mens kan kiezen voor wat goed en waar is maar is door zijn gekregen vrijheid ook in staat te kiezen voor wat kwaad en leugen is. Maar liefde is slechts mogelijk wanneer iemand ten diepste vrij is in zijn keuze. We zijn geen marionetten aan touwtjes die God bedient.

Hoe belangrijk keuze ook is, het blijft vooral eerst een zaak van genade. Kiezen voor God hoeft geen puur menselijke act te zijn vanuit ons meest allerindividueelste ikje. De roeping van een christen is om zich toe te vertrouwen aan de gloed van de heilige Geest die hem bewoont. De Geest zal ons niet enkel doen verlangen naar Gods wil, maar Hij zal ons ook de genade verlenen ons aan Christus te geven, zodat Hij ons leven kan worden. Deze beweging – die in wezen een gebedsbeweging is – is zó belangrijk. We hoeven geen stunt uit te halen. Vertrouw je toe aan de Geest en laat het vooral in jou gebeuren. Onderschat in deze het dagelijks gebed niet, met aandacht voor tijd en stilte, waarin we onszelf de ruimte bieden af te dalen in ons diepste zelf, waar de Geest woont en ons in zich wil opnemen, zodat Hij ons gebed van overgave aan de Heer kan worden. Hiertoe is ieder afzonderlijk geroepen, maar ook de Kerk als gemeenschap draagt deze roeping in zich.

Wie deze gebedsweg gaat, zal van binnenuit in staat zijn zijn kleine ja te leggen in het grote ja van de Heer. Jezus zal ons opnemen in zijn eigen ja tot de Vader. Zo zullen we – in Hem – niet enkel Gods wil leren kennen, maar deze ook kunnen volbrengen. Maar daarvoor moeten we dus bouwen op Christus, van binnenuit geleid door de Geest, gevoed door het Woord en de sacramenten, die ons steeds opnieuw met Hem verbinden.

Laat dit alles vooral geen vrome theorie zijn, ver weg van het dagelijks leven. Laat het zich concretiseren in ons dagelijks bestaan: vanuit ons gebedsleven in de omgang met huisgenoten, collega’s, in de taken die wachten. Of dat nu op het werk gebeurt samen met anderen, of thuis alleen in het huishouden. Christus wil onze Rots zijn in de concrete dingen die wij doen, eenvoudig en oprecht, met de innerlijke vreugde die voortkomt uit zijn paasgenade.

Wat zich straks openbaart in de eenvoud van de kribbe in Betlehem is Degene die onze Rots zal worden, of al is, en waarop wij ons leven mogen bouwen. Dat gebeurt door onze vrije keuze, maar nog meer door de genade die de Geest in ons uitgiet. In de Geest ontstaat een korte en zekere weg naar een leven dat gericht is op Gods wil, gebouwd op Christus, in eenheid met Hem.

Laten we bidden

Heilige Drie-ene God,
in U leren we
wat leven in waarheid betekent.
Neem ons op in uw heilige dans van liefde
en leer ons gehoor te geven
aan onze diepste roeping.
Vandaag, en alle dagen van ons leven.
Amen.

Geliefde mensen, mogen wij leven vanuit Christus die ons van binnenuit kracht en genade geeft om liefdevolle mensen te zijn.
Een met God verbonden dag gewenst!
Genegen, kris


Om mee op weg te gaan

Merk je in je leven soms een kloof tussen je intenties en het volbrengen van Gods wil? Kan het beeld van Christus, als Rots in je bestaan, je hierin helpen? Hoe kun je je leven, of je gebedsleven, bijsturen om dieper in Hem verankerd te leven?

Reacties

  1. goede God, schenk mij de moed en het vermogen om af te zien van mijn wil, omwille van de Uwe.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Inderdaad, afzien van mijn wil , want die is niet zo vrij denk ik.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten