zondag 18 door het jaar - C

Vandaag lijken de teksten pessimistisch:
Waartoe dienen al de inspanningen van de mens die rijker wil worden? Zijn leven wordt hem toch afgenomen...
Kan God dan niet verdragen dat wij proberen te genieten van onze rijkdom?
Dit is een foute conclusie. Een meer aandachtige lezing kan ons brengen tot een heilzame bezinning over wat onze echte rijkdom eigenlijk is. En dat is de bedoeling van Jezus' parabel van de dwaze rijke.

Laten wij eens toezien welke de levenshouding is van die "rijke".
Het is in feite een hebzuchtige. Hij is iemand die juist niet geniet van zijn werk. Integendeel, het resultaat van zijn werk gebruikt hij onmiddellijk om weer nieuwe inspanningen te leveren, om nog grotere schuren te bouwen. Hij is een oppotter, een verzamelaar, een hamsteraar.
Herkennen wij die houding rondom ons ook soms niet? Altijd maar werken, zodat het werk steeds grotere behoefte schept, om nog meer en nog langer te werken. Maar - wij ervaren het dan heel vlug - opgestapeld bezit verspert de weg voor de diepe vreugde van het hart.

Maar erger, als die rijke tot genieten komt, dan wil hij vooral alleen genieten. Hij wil de vruchten van zijn inspanningen bewaren voor zichzelf. En dat is niet het echte leven. Want echt leven is samen-leven.

Jezus is dus niet tegen de rijkdom op zich, wel tegen de hebzucht, tegen het opstapelen van schatten die niet vruchtbaar zijn. Jezus wil dat wij echt zouden genieten van ons werk en vreugde zouden beleven aan onze inspanningen. Hij is er tegen dat wij overspannen zouden geraken door ons tobben. Hij wil vooral niet dat wij egoïstisch zouden genieten zonder aan anderen te denken.

Welk is dan het verschil tussen twee mensen met dezelfde rijkdom, maar waarvan de ene echt rijk is en de andere hebzuchtig? Het ligt hem in de houding van danken en delen.
Het christendom ziet de dingen op aarde niet als onze eigendom, maar als de eigendom van God, die ze ons laat gebruiken. Het evangelie nodigt ons uit onze rijkdom nooit te beschouwen als ons eigen bezit waarover wij willekeurig, hooghartig en zelfgenoegzaam zouden mogen beschikken, maar het steeds te blijven erkennen als een geschenk van God, dat wij in beheer krijgen en dat een verantwoordelijkheid inhoudt. Zulk een visie sluit elke pronkzucht uit en nodigt integendeel uit tot grote bescheidenheid. De fundamentele houding van ons, christenen, is de dankbaarheid voor wat ons werd geschonken.

Maar ook de bezorgdheid om te delen. Indien wij onze handen als grijpende klauwen sluiten, dan glijdt alles wat wij bezitten als zand tussen onze vingers weg. Door onze vuisten te openen als gevende handen, wordt ons hart gevuld met diepe vreugde. Rijkdom is er niet om voor onszelf te bewaren, maar om met anderen te delen. De ontvangen rijkdom is pas echt vruchtbaar, als wij haar doorgeven.
Geld en rijkdom zijn gaven die wij mogen gebruiken, maar niet voor onszelf alleen, steeds volgens Gods bedoeling, d.i. in principe voor het hele mensdom, want onze God wil Vader van allen zijn.

Vandaag worden wij dus niet uitgenodigd tot pessimisme over onze rijkdom, maar wel tot een kritische houding tegenover onze overdreven hebzucht. Het evangelie vraagt dat wij van ons bezit geen middel zouden maken tot egoïstisch genieten, maar een reden tot diepe dankbaarheid en gedeelde vreugde.

De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sj

Reacties

  1. Het moet je maar overkomen. En het gebeurt zo vaak: een oneerlijke erfenisregeling. Vader en moeder hebben het echt zo niet bedoeld. Maar een van de kinderen is onrechtvaardig, eigent zich te veel toe of zelfs alles. Ik heb zelfs al eens gelezen dat een vader na zijn dood daarvoor terugkwam, om zijn zoon aan het verstand te brengen dat hij zijn broer benadeeld had. In het evangelie van deze zondag ook een erfeniskwestie. ‘Meester’, vraagt iemand aan Jezus, ‘zeg dat mijn broer de erfenis met mij deelt’. Jezus’ antwoord is verrassend. Hij is niet daarvoor gekomen, om erfenissen te regelen. Bovendien krijgt de gedupeerde vrager nog een verwijt van hebzucht. Is Jezus dan voor onrechtvaardigheid? Zeer zeker niet. Maar Jezus grijpt elke aangelegenheid uit het dagelijks leven aan om te zien of deze aangelegenheid overeenkomt of niet met de zaak die Hem ter harte gaat. En dat is het Koninkrijk van God. Jezus leert ons n.a.v. die onrechtmatige erfenistoe-eigening door een broer, dat geen enkel bezit ons leven veilig kan stellen. Als het slecht wil, kan zelfs de rijkste mens in armoede sterven. Of zoals in de parabel: sterven, vandaag nog, met een hele voorraad in zijn schuren of op de bank.
    Wat wil Jezus dan? Dat wij zomaar het onrecht laten passeren? Beste broeders en zusters, dat denk ik eigenlijk wel. Jezus leert altijd hoe wij met het hemels Koninkrijk om moeten gaan. En dan mogen we best eens kijken hoe Jezus dat zelf deed, hoe Hij bv. Zijn eucharistie in heeft gesteld. Vóór het laatste avondmaal waren de hogepriesters en de leiders van het volk al een gelegenheid aan het zoeken om Jezus ter dood te brengen. En na het laatste avondmaal is Judas daar, de verrader, vergezeld met een hele troep gewapende mannen en de leiders van het volk om Jezus gevangen te nemen. En wat doet Jezus ondertussen? Hoe gaat Hij om met dat verraad, zelfs met dat van een van Zijn beste vrienden? Hij ondergaat het, meer nog, Hij neemt die onrechtvaardige aangelegenheid te baat om er Zijn liefde in te geven. Hij draagt en verdraagt, Hij geeft en vergeeft. Zelfs aan Judas. Jezus schenkt ons Zijn liefde tot het uiterste, juist te midden van al dat onrecht en verraad.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. (vervolg)
    De vraag is: hoe ga je om met onrecht? Laat je je daardoor ontmoedigen of zeggen: ‘Dat is mij te veel, ik wil liever niet meer leven’? Jezus had dat ook kunnen doen. Dat doet Hij niet. Hij grijpt die boosheid aan om er Zijn liefde in te leggen en om Zijn liefde aan ons te geven. Dat doet Hij door de instelling van de H. eucharistie. Dat is Zijn liefdesgave, dat is Hijzelf, helemaal voor ons gegeven als een offer van verzoening en vrede. Als je in dat geval mocht zijn, slachtoffer van een grote onrechtvaardigheid, dan moet je je daardoor niet ten onder laten gaan. Vertrouw op God, dat Hij je zal geven wat je elke dag nodig hebt, dat je nooit iets te kort zult hebben, ook niet nu je een flinke som aan je voorbij ziet gaan door die onrechtmatige hebzucht van een broer of zus. In de eucharistie ontvang je Jezus’ vrede. Niet dat alles daarmee nu op is gelost, neen, maar het wordt verlost. Je kunt ermee omgaan. Je gaat uit de eucharistie weg met meer vrede in je hart dan toen je erin binnenkwam. Je kunt loslaten, je hebt een diepere vrede gevonden in God zelf.
    Ondertussen is het jammer van en vooral voor die broer van je. Niet voor niets is dit stukje evangelie vergezeld van een eerste lezing uit het boek Prediker. ‘IJdelheid der ijdelheden’, zegt Prediker, ‘alles is ijdelheid’. Alles is een zuchtje, een windje, het leven is maar een ademtocht. Mocht je wat Hebreeuws kennen, dan zou je zien dat ijdelheid de vertaling is van Abel. ‘Havel havelim’, staat er in het Hebreeuws, ‘Abel der Abels’. Die broer die je bedroog is Kaïn en jij bent Abel. Kaïn sloeg Abel dood. Een onrechtmatige toe-eigening van een erfenis is ook een beetje een doodslag. Dat een vijand je dat aan zou doen, daar zou je misschien nog over kunnen, maar je eigen broer? In het verhaal van de eerste broedermoord vraagt God dan ook aan Kaïn: ‘Waar is je broer?’ ‘Ik weet het niet’, zegt Kaïn, ‘moet ik soms op mijn broertje passen?’ Ja, dat moet hij, omdat zijn broertje maar een Abel is, een luchtje, een windje, niet meer dan een ademtocht.
    Hoe ga je dus om met het onrecht? Alleszins niet door je terneer te laten drukken en geen zin meer te zien in het leven. Ook niet door te zinnen op wraak. Blijf vertrouwen op God, blijf leven voor Hem. Je kunt het je broer misschien niet vergeven, maar leg hem niets in de weg. Bid voor hem. Procederen voor het gerecht, dat kun je proberen, maar al zo vaak heb ik van mensen horen vertellen dat het hun veel geld heeft gekost en dat niets op werd gelost. Leef van Jezus, kijk naar Hem. ‘Zoek wat boven is’, zegt de tweede lezing. Jij moet in de hemel komen, je broer ook, maar dan zal je broer ook nog wel eerst eens verantwoording af moeten leggen aan God. Het laatste woord is aan God! Daarom blijven we vertrouwen en ons geven aan God en aan elkaar. Zoals Jezus!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Kunnen vergeven is een van de belangrijkste voorwaarden om vrede in je leven te vinden

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Om geestelijk te groeien is vergeven de "conditio sine qua non"...<3





      Verwijderen

Een reactie posten