3 januari
ZIE HET LAM VAN GOD
(bij Joh 1, 29-34)
Of wij nu een kerk of kapel binnenlopen, of thuis knielen voor gebed, of gewoon ons innerlijk richten naar wat boven is, dan zien wij - net zoals Johannes de doper vandaag aan de oever van de Jordaan - Jezus naar ons toekomen. Dat doet Hij namelijk altijd. In se hoeven we daar niets voor te doen. We moeten Jezus niet zoeken of ergens gaan halen, we moeten niet vragen of Hij tijd wil maken ... Hij komt gewoon naar ons toe. En wel altijd. Dat is een mooie gedachte om te koesteren wanneer we ons in gebed begeven. Hij komt. Wat me moeten doen is Hem verwelkomen. En wel van harte.
De doper vertelt ons vandaag in welke hoedanigheid Jezus tot ons komt. Namelijk als lam van God, en als degene op wie de Geest neerdaalt en rust.
Jezus zou Christus niet kunnen zijn moest de heilige Geest niet op Hem rusten. Het is juist de Geest die Hem voortdurend in zijn Vader houdt, die Hem wakker houdt voor zijn roeping als messias, die Hem de kracht verleent in genade zijn zending te kunnen vervullen. Diezelfde Geest zal Jezus zijn leerlingen, en met hen aan ons allen, meedelen en schenken. Net zoals bij Jezus zouden we zonder de Geest schipbreuk leiden. Zonder de Geest zouden we in het beste geval navolgers zijn van een mooie en bevrijdende boodschap, maar de levende genade die ons in staat stelt in God te leven, zou ontbreken. Het is juist de Geest die ons de genade verleent te kunnen leven in overgave aan Christus, om in Hem Gods wil te kunnen volbrengen.
Johannes wijst Jezus ook aan als het lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt. Het woord 'wegnemen' is afgeleid van het Latijnse tollere dat 'op zich nemen' betekent. Jezus zal onze zonden op zich nemen om ze weg te nemen. Kun je je een grotere liefde voorstellen? Het zou in een normaal hoofd- of mensenhart niet opkomen om de zonden van een ander op zich te nemen. Wel, Jezus heeft dit gedaan. In zijn lijden op weg naar Calvarie, en op het kruis zélf, zal Hij de zondenlast van de mensheid op zich nemen én wegnemen. Hij heeft dat tweeduizend jaar geleden gedaan, maar in zekere zin - ook al is Hij voorgoed verrezen - doet Hij dat nog steeds. Vanuit een oprecht berouw mogen we met onze 'zonden' naar Jezus toegaan om ze aan Hem af te geven. Hij zal ze ontvangen, ons ervan bevrijden, ons vergeven, en zodoende ons de genade verlenen 'zuiver' in Hem onze levensweg verder te gaan.
'Heer, ik ben niet waardig dat U tot mij komt, maar spreek, en ik zal gezond worden', bidden we tijdens de eucharistieviering net voordat we de Heer in de communie ontvangen. Wie is wel waardig? En toch komt Hij. Net zoals Hij naar de doper toekwam vandaag, komt Hij naar ieder van ons. Om onze zonden weg te nemen, én ons deelgenoot te maken aan het dragen van de Geest.
Laat ons Jezus' komen diep koesteren. Moge zijn aanwezigheid het hart zijn van ons gebedsleven. Om verenigd met Hem te leven, lief te hebben, vrede uit te dragen.
Laten we bidden
Heer Jezus,
wij danken U om de liefde
waarmee U dagelijks tot ons komt,
en waaraan U ons deelgenoot maakt.
Mogen wij uw komen in ons diep koesteren,
en wel zo dat het ons mag brengen
in ware overgave aan U.
Opdat U, goede Heer,
ons leven moogt zijn,
gegeven voor onszelf
en allen die wij ontmoeten.
In uw naam.
Amen.
Moge ieder van jullie Jezus ten diepste ontmoeten.
Een mooie woensdag,
kris
Enkel Gods Geest, Kris, kan in jou het Evangelie zoLévend aan ons brengen.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel.
Dank u
BeantwoordenVerwijderen