donderdag in week 4 door het jaar

ARM STAAN VOOR GOD
(Bij Mc 6, 7-13)

Jezus droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld in hun gordel, alleen een stok.

De leerlingen mochten bij hun uitzending zo goed als niets meenemen. Mijn gedachten gaan naar Franciscus van Assisi. Nadat hij medebroeders had gekregen zond hij hen ook de wereld in, met het uitdrukkelijk gebod dat ze arm moesten zijn en blijven. Hij heeft het dan zeker over de zogenaamde spirituele armoede, maar Franciscus bedoelde dit ook heel letterlijk. Niets mochten de broeders meenemen, enkel hun habijt en hun brevier.
De reden waarom de minderbroeders zo door het leven moesten gaan lag in het feit dat zij van niets of niemand afhankelijk mochten zijn in het volste vertrouwen dat God wel voor hen zou zorgen, zowel op geestelijk vlak als ook op materieel vlak. Zo waren ze 'vrij' om te doen wat ze moesten doen...

En wij? Moeten wij nu ook zo gaan leven?
Het is zeker zo dat onze wereld van vandaag nood heeft aan mensen als een Franciscus en zijn eerste gezellen. Wie zich geroepen weet... dat hij of zij opstaat en het doet. Vandaag nog als het kan!

Hoeft dit een probleem te zijn voor ons waarvan de meesten een huis, auto en tuin hebben?
Nee, dit hoeft geen probleem te zijn.
Ten tijde van Franciscus waren er ook mensen, ook gehuwden met kinderen, die Franciscus wilden volgen, maar dat door hun levensstaat niet konden.
Voor hen schreef Franciscus een regel voor de zogenaamde derde orde, waar de mensen werden aangespoord een uiterst sober leven te leiden. Niet omwille van de soberheid op zich, maar om de inhoud van deze aansporing, namelijk om te kunnen leven vanuit het volste vertrouwen dat God hen zal leiden, en dat ze 'vrij' zouden zijn in de meest religieuze betekenis van het woord.

Het bezit van veel materiële goederen kan immers al vlug een rem betekenen wat betreft onze overgave aan God. De rem zit 'm hierin dat ons hart dikwijls meer vervuld is van onze goederen dan van God. Het neemt ons in beslag, het neemt bezit van ons, we moeten het verdedigen. Dikwijls zijn we er slaaf van, en bepalen zij ons leven.

Wat we alvast zouden kunnen doen is onze materiële goederen beleven als 'niet van ons'. Ze zijn er voor de opbouw van het Rijk Gods. We beleven ze niet als ons bezit, maar eerder als een middel God eer te brengen en Hem uit te dragen. Vele dingen die hier niet voor dienen, zouden we bijvoorbeeld naar de Kringloop kunnen brengen, of verkopen en het geld aan de armen geven. Het zou een mooie daad zijn en een sterke getuigenis van het evangelie.

Maar het gaat natuurlijk niet enkel om de buitenkant. Evangelisch leven is ook voortdurend werken aan ons persoontje en hoe we in elkaar zitten. Denk aan eigenschappen als woede, afgunst, hoogmoed, … waar we allen dagelijks mee vechten. Ook dat zijn zaken waarmee we moeten leren omgaan, of zelfs achterlaten, om arm voor God te kunnen staan.

De sleutel van dit alles is ons gebedsleven, en de wijze waarop we bidden. Eigenen we ons gebed toe alsof het iets van ons is en van ons afhangt, of geven we ons tijdens het bidden aan de Gloed van de heilige Geest zodat Hij - en niet wij - de spirit kan zijn van ons gebed?

Het is de Geest die ons innerlijk arm zal maken, en beschikbaar voor God. Door in de Geest te bidden zal er diep binnenin een vrijheid ontstaan die ons een ongekende vrede zal schenken, als bedding van liefdevol leven; in, met en door de Heer.

Laten we bidden

Vader,
maak ons - in Christus - vrij,
vanbinnen en vanbuiten.
Leer ons geen slaaf te zijn van wat we hebben,
of wie we denken te zijn.
Leer ons vrij en arm naar U te kijken
en in U de weg te gaan
die Gij in uw Zoon met ons wil gaan.
Om deze genade bidden wij,
in Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

  1. Wat staat er tussen God en mij dat een belemmering vormt ten diepste voor Hem (voor de liefde) te leven?
  2. Sta ik tijdens het bidden werkelijk arm voor God? Ben ik leeg? Ben ik beschikbaar?
  3. Is er in mijn gebedsleven voldoende rust en stilte dat me zal helpen me toe te vertrouwen aan Gods heilige Geest, zodat Hij de spirit kan zijn van mijn bidden?

Een inspirerende donderdag voor ieder van jullie.
Van harte, kris

Reacties

  1. Jacqueline Van Eynde1 februari 2024 om 08:32

    Goede morgen Kris en allen !
    Inspirerend begint mijn en onze dag alleszins door jouw 'woorden welke ons naar écht léven in de Heer brengt !
    Zéker bewust van onze onwaardigheid , maar elke dag ons gegeven onze harten openen voor Hem en Zijn Licht en Liefde ontvangen en laten uitstralen !
    Hoe moeilijk het soms is om die deur open te laten !
    HEM in ons laten werken ,leeg van angst en zelfzucht !
    Dàt is niet alleen een kwestie van geleerdheid ,rijkdom , jong of oud ,blank, geel ;rood of zwart !
    Maar van zich totaal geven aan Hem in al ons denken en handelen !
    Kennis van theologen , exegeten en profeten zijn natuurlijk zéér kostbaar !
    Rijke mensen kunnen ook heel goede christenen zijn ,jongeren zijn dikwijls ook een voorbeeld van geloof in Hem voor de ouderen onder ons en tenslotte ,
    hoe de kleur van je huid is bepaald niet of je wérkelijk een goed mens bent bezield door Zijn Geest !
    Dank nog voor de inspiratie Kris !
    En laat ons ook bidden voor wat échte humor ,dàt maakt van ons ook 'blije ' mensen !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ria Ketelslegers1 februari 2024 om 10:06

    Wat een goed idee om die vragen bij de tekst te voegen.
    Meteen met mijn neus op de feiten geduwd.
    Zondag is een broer van mij overleden en heel raar: ik kan geen stilte meer toelaten en nog minder rust vinden.
    Dus ik kan ook niet bidden.
    Hopelijk gaan er rustiger tijden komen.
    Dank voor al het het mooie dat we dagelijks voorgeschoteld krijgen.
    Nu ga ik proberen een uurtje rustig te wandelen.
    Groeten
    RiaRiam

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Ria,
      soms gebeuren er inderdaad dingen in het leven die ons zo kunnen verdrieten dat ze ons totaal verlammen, tot in het gebedsleven toe.
      En omdat het 'expliciete gebed' niet lukt, denken we al vaak: 'Ik kan niet (meer) bidden'.
      Maar de vraag is, of dat werkelijk zo is. Het is niet omdat je door verdriet moeilijk tot stilte kan komen, en de discipline niet kunt opbrengen, of geen gebedswoorden vindt, of zelfs even gewoon geen zin hebt, ... dat je niet bidt. Het verlangen naar God (dat er best kan zijn zonder het expliciete gebed) is nog altijd één van de belangrijkste vormen van gebed. Het is dus niet omdat je niet kan bidden dat je niet bidt. God weet waarom we het even nu niet lukt. Hij kent ons innerlijk gevecht, meer dan dat wij dat wij dat zelf weten. Hij kent onze droefheid. Hij kent onze duisternis. En meer dan wij beseffen is Hij aanwezig in onze donkerte, in ons gevecht.
      Ik zou zeggen Ria: Tracht je jezelf tegen Hem aan te vlijen, al dan niet je tijd ervoor nemend. Maar wees je ervan bewust dat Hij in je is en je draagt. En leg al je verdriet, al je 'niet kunnen' maar in zijn hart neer.
      We bidden voor je Ria.
      Zoals we ook bidden voor je broer. Moge God hem opnemen in zijn eeuwige Liefde.
      Van harte, kris

      Verwijderen
    2. Met tranen in mijn ogen: dank je wel Kris

      Verwijderen
  3. Inderdaad, ons gebed is niet van 'ons'. Bidden is altijd deelnemen aan "het gebed van de Heilige Geest die bid in de hele schepping, zelfs tot in het kleinste grassprietje toe", zoals kardinaal Danneels het destijds in 1 van zijn brochures schreef. Zolang gebed 'mijn' of 'ons' gebed blijft, zal het niet veel uithalen. Dat staat trouwens in de bijbel ("U bidt verkeerd, daarom wordt u niet verhoord"). Aanvaarden wij het gezag van dat woord van God?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Heel veel dank voor uw mededeling! Nu heb ik het EINDELIJK begrepen!
      De Heer zegene u.

      Verwijderen
  4. Beste Kris. De vragen bij je overdenking zijn een verrijking. Daardoor kan ik mij nog meer op de betekenis richten en de boodschap verdiepen. Dank voor deze aanvulling!!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten