zaterdag in week 5 door het jaar

DE WAARHEID ZAL ONS VRIJMAKEN
(Bij Kon 12, 26-32 + 13, 33-34)

Vandaag horen we in het boek Koningen hoe Jerobeam een soort eigen godsdienst creëert uit angst dat de mensen naar Jeruzalem zouden trekken om dáár te tempel te bezoeken. Creatief als hij is ontwikkelt hij eigen goden, eigen godenbeelden, eigen offerplaatsen. Hij was zo met zichzelf bezig dat hij de werkelijkheid totaal uit het oog verloor. Vandaag zouden wij spreken van een ernstig narcistisch gedrag.

Het is een verhaal van lang geleden. Maar het mag ons aansporen na te denken over onszelf, en of wij misschien ook soms de neiging hebben het religieuze naar onze eigen hand te zetten. Niet zoals Jerobeam dat deed; die deed het immers groots en beslist vanuit heel eigen beweegredenen. Maar dat neemt niet weg dat ook wij vaak eigen beweegredenen hebben die, bewust of onbewust, ons vaak aanzetten de waarheid zo'n draai te geven dat ze nog weinig met waarheid te maken heeft.

Natuurlijk dient hier onmiddelijk de vraag aan: Wat is waarheid? Wat of wie is God?

Wel, spontaan gaan mijn gedachten naar een uitspraak van Jezus waar Hij tot Filippus zegt: 'Wie Mij ziet, ziet de Vader' (Joh 14, 9). Voor ons betekent dat: wie de evangelies leest komt aan de weet wie God is, hoe Hij tot ons komt, wat Hij vraagt, enzomeer. Als God een vraag is, is Jezus, of het evangelie, het antwoord.

Een tweede zaak waar ik aan denk is - en we luisteren weer naar Jezus waar Hij spreekt over de heilige Geest -: 'Later zal de pleitbezorgen, de heilige Geest, die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb' (Joh 14, 26). De Geest, ons bij het doopsel geschonken, wacht op ons om ons in zijn gloed op te nemen opdat we inderdaad gelovig zouden 'inzien' en 'begrijpen'. Stil maar krachtig zal Hij ons binnenvoeren in het leven van Jezus; Christus die ons zal opnemen in zijn ja-woord tot de Vader.
Kunnen we geloven dat de Geest ons in de waarheid leidt? De waarheid die ons ten diepste zal vrijmaken (Joh 8, 32)? Vrij van wat niet is om opgenomen te worden in wat is?

Twee zaken dus, die mijn inziens, kunnen bijdragen naar het zoeken van een antwoord op de waarheidsvraag: de evangelies, en het je toevertrouwen aan de Geest die in je is.

Ik wil eindigen met het volgende: De eerste lezing eindigt met: Zo verviel het koningshuis van Jerobeam tot zonde, waardoor het uiteindelijk zou worden uitgeroeid en van de aarde weggevaagd. Ik kan me goed voorstellen dat mensen hier de kritische vraag stellen: 'Is dit God? Gaat Hij zo om met mensen en volkeren die het niet begrepen hebben? Uitroeien en wegvagen?'
Ik denk dat we dat als volgt mogen interpreteren: Wat in ons aanwezig is wat in strijd is met de waarheid mag inderdaad weggevaagd en uitgeroeid worden. Hoe kunnen we tot en in de waarheid komen wanneer de leugen aanwezig blijft? En ik vermoed dat God inderdaad zo in ons aanwezig wil komen, namelijk als Degene die ons wil bevrijden van al wat leugen is: uitroeiend en wegvagend. Je mag dat gerust lezen als wezenlijk horend bij zijn barmhartigheid. 'Hoogmoedigen stoot Hij van hun troon...' (Lc 1, 52), weet je wel?


Laten we bidden

Goede Vader,
moge uw heilige Geest
ons binnevoeren in Christus,
opdat wij in waarheid
zouden geloven en leven.
Moge uw wil geschieden,
op aarde zoals in de hemel.
In Christus' naam.
Amen.


Een mooi weekend voor ieder van jullie !

Van harte, kris


Vragen op mee op weg te gaan

Ontmoet ik in de evangelies het gelaat van de Vader die mij omhelst en doorheen zijn Zoon het volle leven schenkt?

Neem ik de nodige tijd om doorheen de evangelies de Vader te leren kennen?

Geloof ik in de kracht van de heilige Geest die in me is, en me in de waarheid zal brengen?
Wijd ik me toe aan zijn gloed diep in mij aanwezig?

Reacties

  1. Ik kreeg een meer aardse gedachte bij het lezen van het evangelie. Ik dacht aan de mensen, en vooral de kleine kinderen maar ook aan de dieren en de natuur. Hoe zouden die het evangelie lezen over de wonderbare broodvermenigvuldiging. Wat roept het bij hen op als ze honger hebben. Wij willen doen wat Hij ons voorgedaan heeft. Moeten wij niet veel meer doen om deze mensen te laten delen in onze overvloed? Dat houdt mij bezig. Roosje.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Niet te veel nadenken, gewoon actie ondernemen waar en hoe het kan.

      Verwijderen
  2. vraag 1. ontmoet ik in de evangelies het gelaat van de Vader die mij omhelst en doorheen zijn zoon het volle leven schenkt?
    De zoon die mij het volle leven schenkt begrijp ik ,daar Jezus ook een mens was van vlees en bloed zoals wij, maar het gelaat van de Vader is voor mij een mysterie, Jezus noemt god
    zijn vader ( een persoon ?) niemand heeft ooit GOD gezien, met wie of wat hem vergelijken?
    God is voor mij enigszins abstract . Dit blijft voor mij mysterie.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Juist
    Roosje, maar buiten financieel organisaties te helpen en de juiste politieke keuze te doen. En te geven als je nood ziet in je directe omgeving , weet ik echt niet wat we nog meer kunnen doen. Het zijn tenslotte mensen handen en brein die dit moeten oplossen. Op welke deuren nu nog kloppen????

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Tenslotte stelt bijbelcitaat vragen om onszelve te bevragen wat we zelf doen en geloven. Juist?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. ineens zag ik een verschil tussen het oude en nieuwe testament. In het oude testament treedt God in eigen persoon op tegen Jereobam, en vaagt hem en zijn nageslacht weg vanwege hun zonden. in het nieuwe testament werkt God doorheen mensen. doorheen Christus zijn de leerlingen in staat om wonderen te doen. wij zijn zelf in staat om, door ons te openen voor Hem, onze zonden door Hem weg te laten vagen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. We lezen de Bijbel nog altijd te veel als een verslag van feiten, zoals in de krant feiten beschreven worden. De Bijbel is geschreven ( het oude testament vooral doorverteld) in een Oosterse cultuur. Veel "feiten" uit het oude testament zijn al lang voorbij voordat ze beschreven werden en bevatten dikwijls "het grote gelijk" van het volk dat ze beschrijft. Bovendien moeten de schrijvers/verhalers God aan hun kant zetten in woord en daad, weer om het gelijk aan hun kant te krijgen.

      Verwijderen

Een reactie posten