2 nov - Allerzielen

VRIENDSCHAP MET DE HEMEL
Een mijmering bij Allerzielen.

Wanneer ik met onze bewoners van het woonzorgcentrum waar ik werk praat, uiten zij dikwijls hun verdriet om het overlijden van iemand die hen dierbaar was: hun partner, soms hun kind, een zus, broer, vriend of vriendin. Men mist hen. De tranen die dan vloeien zijn mooi; het zijn immers tranen van liefde. Want men hield van die persoon. Scheiden doet lijden, maar in de diepte is het een mooi verdriet, getekend door een innige liefde.

Uiteraard luister ik op de eerste plaats naar hun gemis, naar hun verdriet, en probeer ik hen troostend nabij te zijn door te luisteren en mijn aanwezigheid te delen. Soms ga ik verder in gesprek: het gemis van die persoon – met het gepaard gaande verdriet – is een feit. Maar dat hoeft niet te betekenen dat je die persoon ‘kwijt’ bent. Integendeel: vanuit de hemel zijn ze ons eigenlijk intiemer nabij dan toen ze nog bij ons waren. We mogen en kunnen een diepgaande vriendschap beleven met hen die overleden zijn. In zekere zin zijn ze altijd bij ons en kunnen we met hen ‘praten’, waar en wanneer we maar willen.

Elisabeth van Dijon (beter bekend als Elisabeth van de Drie-eenheid, een Franse Karmelietes, gestorven in 1906 en door paus Franciscus heilig verklaard in 2016) zei dat wij de hemel binnenin meedragen en dat alle heiligen en overledenen als het ware in ons aanwezig zijn. Dat is geen vrome theorie, maar een blijde werkelijkheid. Wij mogen in relatie gaan met de heiligen en met allen die zijn overleden. We kunnen met hen spreken, hun gebed vragen, met hen meebidden, van hen leren, hun liefde ontvangen en hen vanaf de aarde beminnen. Het gaat hier niet om een fysieke nabijheid, maar minstens even reƫel. Ik zou zelfs durven zeggen: het is een innigere nabijheid dan in de periode dat we hen fysiek bij ons hadden.

Lieve mensen, praat met je dierbare overledenen: bij het graf of thuis, biddend of tussen de kookpotten. Zeg hen hoe graag je hen zag en ziet, en hoeveel je hen mist. En als je nog iets goed te maken hebt met hen: doe dat dan gewoon. Bid dat ze in de hemel mogen zijn, dat ze mogen zijn ‘aangekomen’. Vraag ook hun gebed voor jou. Ja, wees samen met hen. Beleef, ondanks je verdriet, vreugde aan dat samenzijn. Pink een traan weg en glimlach naar hen. Wees blij en dankbaar om het eeuwige leven, om hun voortbestaan, en om je blijvende vriendschap met hen.

Ik wens ieder van jullie, op deze Allerzielen, een mooi samenzijn met jullie dierbare overledenen. Moge het een ‘feest’ zijn in ieders hart, omwille van het thuiskomen bij God.

Laten we bidden

Goede God,
dankbaar voor de hemel en voor onze overledenen, bidden we om genade; voor hen en voor ons. Mogen wij allen delen in uw eeuwige liefde: zij in de hemel, wij hier op aarde. Moge uw liefde zichtbaar zijn, hier bij ons zoals in de hemel. Mogen onze overledenen voor ons pleiten, opdat ieder op aarde U mag kennen, U ten diepste mag ontmoeten, opdat U in Christus door ons heen kunt doen wat U voor ons droomt.
Om deze genade bidden wij, in Christus, onze Heer.
Amen.

Geliefde mensen, moge ons hart vandaag vervuld zijn met blije dankbaarheid voor het eeuwige leven bij God.
Van harte, kris


Om mee op weg te gaan

Verdriet om het gemis van een dierbare overledene moet een plaats krijgen in ons leven. Het is een essentieel onderdeel van rouw en vooral ook een teken van liefde. Kunnen we echter, naast dit verdriet, ook dankbaarheid voelen naar God toe voor het eeuwige leven? We geloven immers dat onze overledenen hierboven 'goed' zijn aangekomen?

Behouden we het contact of de relatie met onze overledenen? Dragen we hen in ons hart als vrienden en voorsprekers in de hemel?

Reacties

  1. Bidden voor de overledenen. Wie doet dit voor hen als er hier niemand meer is?
    Spreken met de overledenen. Hoe kunnen zij volmaakt gelukkig zijn als de achterblijvers ongelukkig zijn?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bovenstaande vraag zou ik ook
    Willen stellen maar wie kan daar antwoord op geven ?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Bidden voor de overledenen als er niemand meer is ...
    Heel zeker zal Jezus ook hier zichzelf zijn: opkomen voor wie alleen is, eenzaam, verlaten door Jan en alleman. Is de liefde van God niet van die aard dat Hij oog had juist voor dit soort mensen? Dus geen nood ... God laat hen niet in de steek.
    En de achterblijvers die ongelukkig zijn ... Ook hier had en heeft Jezus een boontje voor. Maar, nederig als Hij is: Hij wacht. Hij klopt aan en wacht. En ja kan alleen maar hopen dat men z'n hart opent, om van Hem te ontvangen. Enz. Evangelie.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Beste anoniem van 15.31 u. en 18.26.u, dank voor jullie vragen. Een echt antwoord kan ik er niet op geven. Alleen dit: Als er een dierbare sterft, is de achterblijvende natuurlijk heel verdrietig. Verdriet is een teken van je grote liefde. Het mag gevoeld worden zolang het zich aandient.Men noemt dat het rouwproces. Overledenen zelf kennen geen rouwproces. Dat wil niet zeggen dat ze niet meer van de ander kunnen houden.Hun liefde is opgenomen in de liefde van God.
    Onze God is een God die overstroomt van liefde.In die stroom zijn jullie geliefden opgenomen. Die liefde blijft stromen, zelfs op een manier die nooit eindigen kan, een sterkere stroom dan ooit. Misschien is het een troost als je dit toe kunt en durft te laten.

    De liefde van de gestorven dierbaren is altijd sterker dan de dood.Liefde gaat over de grenzen van de dood heen. ook van het verdriet dat jullie nu ervaren. Liefde van 'daar' is de stroom die er juist voor is om je ongelukkige gevoel te leiden naar een stukje verwerking. Probeer het maar stukje bij beetje te geloven en toe te laten...

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Veel dank aan beide.
    Dat Liefde het sterkst is ben ik
    Mij van bewust , ik ben blij met
    Jullie antwoord.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten